In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 2 juni 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [naam kind]. De kinderrechter heeft de minderjarige, die in een gesloten accommodatie verblijft, telefonisch gehoord in het kader van de coronamaatregelen. De gecertificeerde instelling, Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, heeft verzocht om de minderjarige voor een periode van zes maanden in een gesloten accommodatie te plaatsen, omdat hij baat heeft bij de structuur die deze omgeving biedt. De moeder van de minderjarige heeft verweer gevoerd tegen de plaatsing bij Hand-in-Hand in Alphen aan den Rijn, omdat de afstand naar haar te groot is. De kinderrechter heeft de situatie beoordeeld aan de hand van de Jeugdwet en geconcludeerd dat de gesloten jeugdhulp noodzakelijk is vanwege de ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen van de minderjarige. De kinderrechter heeft de machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de resterende periode van drie maanden, met ingang van 8 juni 2020 tot 8 september 2020. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 11 juni 2020.