ECLI:NL:RBROT:2020:5382

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 mei 2020
Publicatiedatum
19 juni 2020
Zaaknummer
C/10/595860 / FA RK 20-3101
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam

Op 7 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. De zaak betreft een betrokkene die lijdt aan een bipolaire stemmingsstoornis en een stoornis in het gebruik van middelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van zijn psychische stoornis, leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel. Dit werd onderbouwd door een recent incident waarbij de betrokkene personeel met een mes heeft bedreigd. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren en ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, tot en met 7 november 2020, en bepaalde dat verschillende vormen van verplichte zorg kunnen worden toegepast, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is mondeling gegeven door rechter P. Vrolijk en schriftelijk uitgewerkt door griffier C.W. Wapenaar.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/595860 / FA RK 20-3101
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 7 mei 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] , [geboorteland betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] te [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes te Albrandswaardsedijk 74, 3172 AA te Poortugaal, gemeente Albrandswaard,
advocaat mr. I. Saey te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 4 mei 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater 1] , psychiater, van 17 april 2020;
 de zorgkaart met onbekende datum;
 het zorgplan van 16 april 2020;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 7 mei 2020.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene;
 [naam psychiater 2] , psychiater, en [naam afdelingsarts] , afdelingsarts;
 de hiervoor genoemde advocaat van betrokkene.
1.2.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in de artikelen 3:3 en 3:4 van de Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten bipolaire stemmingsstoornis en een stoornis in het gebruik van middelen.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Kort geleden heeft zich een ernstig incident plaatsgehad waarbij eiseres met een mes het personeel van de instelling heeft bedreigd. Betrokkene heeft daarop een deel van zijn vrijheden verloren. Betrokkene bagatelliseert deze gebeurtenis en andere incidenten in het verleden en geeft juist aan dat anderen in zijn vorige woonomgeving wapens hadden en dat hij zich daar onveilig voelde. Betrokkene heeft geen gebrek aan ziekte-inzicht en -besef. Betrokkene heeft ook suikerziekte en er wordt nog onderzocht of deze ziekte invloed heeft op het toestandsbeeld. Het doel is dat betrokkene op termijn weer begeleid kan wonen. Betrokkene heeft veel zorg nodig maar heeft in het verleden wel gefunctioneerd op begeleid wonen. Op dit moment vertoont betrokkene echter nog te vaak agressie. In combinatie met het bezit van wapens is eiser een gevaar voor anderen.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Betrokkene heeft een gebrek aan ziekte-inzicht en –besef. Hij is het niet eens met zijn diagnose en weigert soms medicatie. Dit heeft al geleid tot het toepassen van noodmedicatie. Betrokkene wil graag op de afdeling blijven en meer vrijheden genieten. Dit is mogelijk wanneer betrokkene minder agressief gedrag vertoont. Helaas zijn incidenten nog te frequent en te kort geleden.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
 het insluiten;
 het onderzoek aan kleding of lichaam;
 het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen;
 het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
 het opnemen in een accommodatie.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 7 november 2020.
Deze beschikking is op 7 mei 2020 mondeling gegeven door mr. P. Vrolijk, rechter, in tegenwoordigheid van mr. C.W. Wapenaar, griffier, en op 11 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.