ECLI:NL:RBROT:2020:5384
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Voortzetting van crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie
Op 7 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier verzocht om voortzetting van de op 1 mei 2020 opgelegde crisismaatregel voor een betrokkene, die thans verblijft in een zorginstelling. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek op dezelfde datum gehouden, waarbij de betrokkene en haar advocaat telefonisch zijn gehoord, aangezien een fysieke zitting vanwege de coronamaatregelen niet mogelijk was. De officier van justitie was niet ter zitting aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.
De rechtbank heeft de criteria voor de crisismachtiging beoordeeld op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank concludeerde dat er onmiddellijk dreigend nadeel was voor de betrokkene, die lijdt aan een bipolaire stoornis, en dat haar gedrag een risico voor haarzelf en anderen met zich meebracht. De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, noodzakelijk was om het ernstige nadeel af te wenden. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken, tot en met 28 mei 2020.
De beschikking is mondeling gegeven door rechter P. Vrolijk en schriftelijk uitgewerkt door griffier C.W. Wapenaar. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.