ECLI:NL:RBROT:2020:5408

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 mei 2020
Publicatiedatum
19 juni 2020
Zaaknummer
C/10/595711 / FA RK 20-3020
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 14 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven betreffende een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. De zaak betreft een betrokkene die lijdt aan verschillende psychische stoornissen, waaronder een waanstoornis en een narcistische persoonlijkheidsstoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van zijn psychische aandoeningen, leidt tot ernstig nadeel, waaronder het risico op lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. Ondanks dat de betrokkene momenteel goed functioneert, is hij vatbaar voor psychoses, wat de noodzaak voor verplichte zorg onderstreept.

De rechtbank heeft de criteria voor verplichte zorg, zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), toegepast. De betrokkene heeft ingestemd met de zorgmachtiging, maar is onvoldoende bereid om zorg op vrijwillige basis te accepteren. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden. De zorgmachtiging is verleend voor een periode van zes maanden, tot en met 14 november 2020.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter F.J. Koningsveld en schriftelijk uitgewerkt op 19 mei 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/595711 / FA RK 20-3020
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 14 mei 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende en verblijvende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
advocaat mr. G.L.A.M. van Doveren te Tilburg.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 29 april 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater] , psychiater, van 15 april 2020;
 de zorgkaart van 16 april 2020;
 het zorgplan van 22 januari 2020;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 14 mei 2020.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene in het bijzijn van [naam verpleegkundige] , verpleegkundige;
 de hiervoor genoemde advocaat van betrokkene.
1.2.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een waanstoornis, een stoornis in het gebruik van cocaïne, een schizotypische-(persoonlijkheids)stoornis en een narcistische persoonlijkheidsstoornis.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van andere oproept. Hoewel het al gedurende lange tijd goed gaat met betrokkene blijft betrokkene vatbaar voor psychoses. In het verleden is betrokkene psychotisch gedecompenseerd na het gebruik van middelen waarbij ernstig nadeel optrad. Betrokkene is in die periodes verbaal en fysiek agressief geweest en vertoonde dreigend en intimiderend gedrag. Ook volgde maatschappelijke teloorgang uit dit gedrag. Betrokkene is nu goed bezig en doet aan sport en wedstrijden.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Betrokkene vertoont ziekte-inzicht en besef. Betrokkene werkt op dit moment vrijwillig mee aan de zorg die hem geboden wordt. Betrokkene geeft zelf aan dat hij goed functioneert onder een rechterlijke machtiging omdat hij vatbaar blijft voor psychoses. Betrokkene is bang dat hij, wanneer het slecht gaat, niet in staat is de juiste hulp te zoeken of te accepteren.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
 het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
 het opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 14 november 2020.
Deze beschikking is op 14 mei 2020 mondeling gegeven door mr. F.J. Koningsveld, rechter, in tegenwoordigheid van mr. C.W. Wapenaar, griffier, en op 19 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.