ECLI:NL:RBROT:2020:5448

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 mei 2020
Publicatiedatum
22 juni 2020
Zaaknummer
C/10/596364 / FA RK 20-3328
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 mei 2020 een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. De zaak betreft een betrokkene, geboren in Suriname, die momenteel verblijft in een zorginstelling te Poortugaal. De procedure is gestart met een verzoekschrift van de officier van justitie, dat op 12 mei 2020 is ingediend. Bij dit verzoekschrift zijn diverse medische en zorgdocumenten gevoegd, waaronder een medische verklaring van een psychiater en een zorgplan.

De mondelinge behandeling vond plaats op 19 mei 2020, waarbij de betrokkene en zijn advocaat, mr. S. Scheimann, aanwezig waren. Vanwege de coronamaatregelen zijn enkele betrokkenen telefonisch gehoord. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte. De rechtbank heeft de criteria voor verplichte zorg beoordeeld, zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz).

De rechtbank concludeert dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, namelijk schizofrenie, en dat zijn gedrag leidt tot ernstig nadeel. Er zijn geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis, en de betrokkene heeft recentelijk zelfs geprobeerd te ontsnappen uit de zorginstelling. De rechtbank heeft daarom besloten om een zorgmachtiging te verlenen voor de duur van zes maanden, met specifieke maatregelen die noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel af te wenden. De beschikking is mondeling gegeven door rechter A.C. Hendriks en schriftelijk uitgewerkt op 27 mei 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/596364 / FA RK 20-3328
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 19 maart 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] , Suriname,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes, locatie Albrandswaardsedijk te Poortugaal,
advocaat mr. S. Scheimann te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 12 mei 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater 1] , psychiater, van 8 mei 2020;
 de zorgkaart van 8 mei 2020 met bijlagen;
 het zorgplan van 14 april 2020 met bijlagen;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz, en
 de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 19 mei 2020. Bij die gelegenheid zijn conform artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
 [naam psychiater 2] , psychiater, en [naam arts] , arts, beiden verbonden aan Antes, locatie Albrandswaardsedijk te Poortugaal.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van een persoon wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van een persoon als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor deze persoon geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van een persoon te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van een persoon te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene in de voorliggende zaak lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang en een ernstig verstoorde ontwikkeling. Betrokkene is in januari 2020 opgenomen in de accommodatie met een crisismaatregel. Er was sprake van een floride psychotisch toestandsbeeld bij betrokkene. Hij was angstig en achterdochtig en dacht dat mensen hem dood wilde hebben. Ook heeft hij zichzelf gesneden met een zelfgemaakt wapen. Op dit moment gaat het beter met betrokkene. Het toestandsbeeld van betrokkene moet verder worden gestabiliseerd, het is daarom noodzakelijk dat betrokkene zowel in de accommodatie als in de thuissituatie doorlopende zorg krijgt. Er wordt gestreefd naar een zo goed mogelijk herstel met zo veel mogelijk autonomie.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen zodat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Ter zitting geeft betrokkene aan dat hij vrijwillig wil meewerken aan opname in de accommodatie voor drie maanden. De arts verklaart ter zitting dat de mening van betrokkene wisselend is. Zo is betrokkene ondanks zijn goede intenties onlangs ontsnapt uit de instelling.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van vocht en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis;
 het beperken van de bewegingsvrijheid, voor de duur van het verblijf in de accommodatie;
 het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
 het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, dit is alleen met betrekking tot het aspect kleding en als het echt noodzakelijk is, en
 het opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 19 november 2020.
Deze beschikking is op 19 mei 2020 mondeling gegeven door mr. A.C. Hendriks, rechter, in tegenwoordigheid van H.J. de Wit, griffier, en op 27 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.