Op 12 juni 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier verzocht om de voortzetting van de op 11 juni 2020 opgelegde crisismaatregel, waarbij de rechtbank op basis van de ingediende stukken en de mondelinge behandeling tot de conclusie kwam dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene. Betrokkene, die in een psychotische toestand verkeerde, had eerder vrijwillig in een instelling verbleven, maar was na verlof weer thuis gegaan, waar de spanningen opnieuw hoog opliepen. De rechtbank oordeelde dat de betrokkene een gevaar vormde voor zichzelf en zijn omgeving, onderbouwd door verklaringen van familieleden en medische rapporten. De advocaat van de betrokkene pleitte voor afwijzing van het verzoek, maar de rechtbank wees dit af, gezien de ernst van de situatie. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, met een geldigheidsduur van drie weken, en bepaalde dat verplichte zorgmaatregelen getroffen konden worden, zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter M.C. van der Kolk en schriftelijk uitgewerkt op 17 juni 2020. Tegen deze beschikking staat cassatie open.