ECLI:NL:RBROT:2020:5523

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 mei 2020
Publicatiedatum
23 juni 2020
Zaaknummer
C/10/596846 / FA RK 20-3552
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie

Op 25 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier verzocht om voortzetting van de op 19 mei 2020 opgelegde crisismaatregel voor een betrokkene die thans verblijft in Antes, locatie Poortmolen te Capelle aan den IJssel. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene en zijn advocaat, alsook twee psychiaters telefonisch zijn gehoord. De officier was niet aanwezig omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.

De rechtbank heeft beoordeeld of aan de criteria voor de crisismachtiging voldaan was, zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank concludeerde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, die zich suïcidaal had geuit en niet in staat was om de accommodatie te verlaten. De rechtbank oordeelde dat de betrokkene onvoldoende gestabiliseerd was en dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk was om het ernstige nadeel af te wenden. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die geldig is tot en met 15 juni 2020.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter mr. B. Krijnen en schriftelijk uitgewerkt door griffier mr. J. Veldthuis. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/596846 / FA RK 20-3552
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 25 mei 2020 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes, locatie Poortmolen te Capelle aan den IJssel,
advocaat mr. H.M. Schwab te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 20 mei 2020, heeft de officier verzocht om voortzetting van de op 19 mei 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 19 mei 2020;
 de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater 1] , psychiater, van 19 mei 2020;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 de relevante politiegegevens en de strafvorderlijke- en justitiële gegevens.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 25 mei 2020 Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
 [naam] , arts-assistent en [naam psychiater 2] , psychiater, beiden verbonden aan Antes, locatie Poortmolen.
1.3.
De officier is telefonisch niet gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria crisismachtiging
2.1.1.
Op grond van artikel 7:7 Wvggz in samenhang gelezen met artikel 7:8 Wvggz kan de rechter op verzoek van de officier met betrekking tot een betrokkene een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verlenen, indien de burgemeester ten aanzien van deze betrokkene op grond van artikel 7:1 Wvggz een crisismaatregel heeft genomen.
2.1.2.
Gelet op artikel 7:1 lid 1 Wvggz kan deze machtiging slechts worden verleend indien er onmiddellijk dreigend nadeel is, er een ernstig vermoeden bestaan dat het gedrag van betrokkene als gevolg van een psychische stoornis dit dreigend nadeel veroorzaakt en met de crisismaatregel het ernstige nadeel kan worden weggenomen. Daarnaast is de crisissituatie dermate ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht en is er verzet als bedoeld in artikel 1:4 Wvggz tegen de zorg.
2.1.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige immateriële schade, ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Aanvankelijk is betrokkene op 11 mei 2020 vrijwillig opgenomen in de accommodatie na een terugkerende psychose. Toen hij de accommodatie wilde verlaten is een crisismaatregel verleend. Betrokkene trekt zich terug, heeft zich meerdere keren suïcidaal geuit en heeft gedreigd om zichzelf met een mes te gaan snijden. Ook zijn er oordeels- en kritiekstoornissen en ontbreekt het ziektebesef en –inzicht volledig. De dosering van de medicatie is onlangs opgehoogd, maar het is nog te vroeg om hiervan het effect te zien. Betrokkene is op dit moment onvoldoende gestabiliseerd om de accommodatie te kunnen verlaten. Bovendien heeft betrokkene zich tot nu toe nog niet opengesteld voor de behandelaren, waardoor zij geen inzicht krijgen in de belevingswereld van betrokkene en daardoor niet weten of er nog steeds suïcidale gedachten zijn. Het is van belang dat betrokkene zijn medicatie blijft innemen en zich meer gaat openstellen.
2.1.4.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van een recidief paranoïde psychose, nog onduidelijk in welk kader.
2.1.5.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Op basis van de medische verklaring en de mondelinge behandeling, acht de rechtbank de volgende in de crisismaatregel genomen vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
 het opnemen in een accommodatie.
2.2.2.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar ter zitting gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.2.3.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.2.4.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.3.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.1. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 15 juni 2020.
Deze beschikking is op 25 mei 2020 mondeling gegeven door mr. B. Krijnen, rechter, in tegenwoordigheid van mr. J. Veldthuis, griffier, en op 29 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.