ECLI:NL:RBROT:2020:5650
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 20 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een mondelinge beslissing genomen over een zorgmachtiging voor een betrokkene, die lijdt aan schizofrenie. Het verzoek tot zorgmachtiging werd ingediend door de officier van justitie op 12 mei 2020, na een eerdere machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel op 28 april 2020. De betrokkene, die op dat moment in een crisisverblijf was, had haar medicatie gestaakt, wat leidde tot een verslechtering van haar toestand en overlast voor de buurt. Tijdens de mondelinge behandeling, die telefonisch plaatsvond vanwege de coronamaatregelen, werd de betrokkene gehoord, samen met haar advocaat en een arts van het FACT-team.
De rechtbank beoordeelde of voldaan was aan de criteria voor verplichte zorg zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank concludeerde dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van haar psychische stoornis, leidde tot ernstig nadeel voor haarzelf en anderen. Er waren geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis, en de betrokkene was onvoldoende bereid om behandeling te accepteren. De rechtbank verleende daarom de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid.
De beschikking werd mondeling gegeven door rechter H.I. Kernkamp-Maathuis en op 28 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.