ECLI:NL:RBROT:2020:5650

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 mei 2020
Publicatiedatum
29 juni 2020
Zaaknummer
C/10/596356 / FA RK 20-3320
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 20 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een mondelinge beslissing genomen over een zorgmachtiging voor een betrokkene, die lijdt aan schizofrenie. Het verzoek tot zorgmachtiging werd ingediend door de officier van justitie op 12 mei 2020, na een eerdere machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel op 28 april 2020. De betrokkene, die op dat moment in een crisisverblijf was, had haar medicatie gestaakt, wat leidde tot een verslechtering van haar toestand en overlast voor de buurt. Tijdens de mondelinge behandeling, die telefonisch plaatsvond vanwege de coronamaatregelen, werd de betrokkene gehoord, samen met haar advocaat en een arts van het FACT-team.

De rechtbank beoordeelde of voldaan was aan de criteria voor verplichte zorg zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank concludeerde dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van haar psychische stoornis, leidde tot ernstig nadeel voor haarzelf en anderen. Er waren geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis, en de betrokkene was onvoldoende bereid om behandeling te accepteren. De rechtbank verleende daarom de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid.

De beschikking werd mondeling gegeven door rechter H.I. Kernkamp-Maathuis en op 28 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/596356 / FA RK 20-3320
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 20 mei 2020 betreffende een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] te [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes, locatie Albrandswaardsedijk te Poortugaal,
advocaat mr. K. Lammers-Roselaar te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 12 mei 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater] , psychiater, van
4 mei 2020;
 de zorgkaart van 21 april 2020 met bijlagen;
 het zorgplan van 8 april 2020 met bijlagen;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 het bericht dat er geen relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens voor betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 20 mei 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene met haar hierboven genoemde advocaat;
 [naam arts] , arts in opleiding tot specialist, verbonden aan Antes.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 28 april 2020, is op grond van artikel 7:7 Wvggz een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend. Tijdig, te weten op 11 mei 2020, is onderhavig verzoek ingediend.
2.1.2.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie.
2.1.4.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van andere oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Betrokkene is jarenlang stabiel geweest met medicatie. Sinds 2018 is zij in beeld gekomen bij het FACT-team omdat het in de buurt mis ging. Betrokkene had haar medicatie gestaakt en langzamerhand namen de psychotische klachten toe. Betrokkene is uiteindelijk opgenomen omdat zij vanuit achterdocht naar buurtbewoners toe veel overlast veroorzaakte in de buurt. Ze was ervan overtuigd dat haar buren haar iets aan wilden doen en verdacht hen van misdadige activiteiten. Betrokkene belde bij buren aan en was tegen hen verbaal agressief. Buurtbewoners hebben hiervoor meerdere keren de politie gebeld. Zij hebben nu aangegeven het hef in eigen hand te zullen nemen als betrokkene terugkeert naar huis. Tijdens de zitting deelt de arts mede dat zij van het FACT-team heeft gehoord dat de burgemeester de woning van betrokkene zou hebben gesloten voor een periode van drie maanden vanwege een openstaande gasleiding. Het is onduidelijk of betrokkene daarna kan terugkeren naar de woning omdat er tevens een traject loopt bij Havensteder om betrokkene uit huis te zetten vanwege de overlast, aldus de arts ter zitting.
Op de afdeling wordt gesignaleerd dat bij betrokkene nog steeds sprake is van een psychotisch toestandsbeeld. Inmiddels wordt zij ingesteld op medicatie waardoor de toestand licht is verbeterd. Er is meer contact mogelijk met betrokkene omdat zij veel minder geagiteerd is. Betrokkene blijft echter onverminderd achterdochtig naar buurtbewoners toe, hetgeen ook tijdens de zitting blijkt uit de opmerkingen die zij maakt over de buurtbewoners.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring en hetgeen tijdens de zitting besproken blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
 het opnemen in een accommodatie.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 20 november 2020.
Deze beschikking is op mondeling gegeven door mr. H.I. Kernkamp-Maathuis, rechter, in tegenwoordigheid van M. Streefland, griffier en op 28 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.