Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 8 april 2020, met producties;
- de conclusie van antwoord.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 12 juni 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Famed B.V. en een vennootschap onder firma, vertegenwoordigd door een bewindvoerder. Famed B.V. vorderde betaling van onbetaalde tandartsfacturen die waren ontstaan uit behandelingen die de onder bewind gestelde had ondergaan. De behandelingen vonden plaats in 2016 en de facturen werden door Dental Facilities aan Famed overgedragen. Famed vorderde een totaalbedrag van € 519,23, inclusief wettelijke rente en proceskosten. De gedaagde partij, [naam bewindvoeringskantoor] q.q., heeft de hoogte van de vordering niet betwist, maar stelde dat er een schuldhulpverleningstraject was gestart, waardoor een betalingsregeling niet mogelijk was. De kantonrechter oordeelde dat de vordering tot betaling van de hoofdsom van € 424,84 werd toegewezen, evenals de gevorderde wettelijke rente. De kantonrechter wees erop dat Famed niet verplicht kon worden in te stemmen met een betalingsregeling zonder instemming van Famed. De gedaagde partij werd veroordeeld in de proceskosten van Famed, die in totaal op € 585,85 werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.