ECLI:NL:RBROT:2020:5828
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid verzoek tot vervallen verklaring schriftelijke aanwijzing in het kader van jeugdzorg
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 9 juni 2020 uitspraak gedaan in een verzoek van de moeder van de minderjarige [voornaam minderjarige], geboren op [geboortedatum minderjarige] 2003, die verblijft in een pleeggezin. De moeder verzocht om de schriftelijke aanwijzing van de gecertificeerde instelling Team Jeugd van 15 april 2020 geheel vervallen te verklaren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er geen schriftelijke aanwijzing tot stand is gekomen, omdat de e-mail van de GI niet als zodanig kon worden opgevat. De kinderrechter oordeelde dat de contactbeperkingen die door de GI waren voorgesteld noodzakelijk waren in verband met de coronamaatregelen en dat er geen juridische gevolgen aan de vooraankondiging waren gegeven. De moeder werd niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek.
Het procesverloop omvatte een verzoek van de moeder, ingediend op 29 april 2020, en een plan van aanpak van de GI, ingekomen op 9 juni 2020. De kinderrechter heeft de minderjarige en de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. A.L. Witteveen, gehoord. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de oude contactregeling tussen de moeder en [voornaam minderjarige] weer is hervat, maar dat de schriftelijke aanwijzing niet rechtsgeldig was. De beslissing van de kinderrechter werd openbaar uitgesproken op 9 juni 2020, met de schriftelijke uitwerking vastgesteld op 25 juni 2020.