2.2.2.De rechtbank gaat ervan uit dat de wetgever heeft beoogd dat zorgverlening ter voorkoming van ernstig nadeel mogelijk moet zijn. Uit de toelichting van de wetgever blijkt dat in een zorgmachtiging sprake kan zijn van drie gradaties van verplichte zorg. Allereerst kan de reguliere verplichte zorg opgenomen worden in de zorgmachtiging waarvan de zorgverantwoordelijke steeds gebruik mag maken. Ten tweede kan in de zorgmachtiging worden opgenomen welke zorg in crisissituaties mag worden gegeven – niet te verwarren met verplichte zorg in noodsituaties. Verplichte zorg in noodsituaties komt immers op de derde plaats in het drietrapsmodel. Wanneer de zorgmachtiging niet in de noodzakelijke zorg voorziet, kan in noodsituaties verplichte zorg worden verleend voor drie dagen, waarna een wijzigingsverzoek kan worden gedaan door de officier. Per geval dient te worden beoordeeld welke verplichte zorg continu gegeven mag worden, welke zorg in crisissituaties gegeven mag worden en welke zorg niet wordt opgenomen in de zorgmachtiging en waar slechts in noodsituaties gebruik van mag worden gemaakt.
‘Reguliere verplichte zorg’Wanneer het goed gaat met betrokkene, neemt zij haar medicatie vrijwillig in en is zij in staat om aan de bel te trekken wanneer zij hulp nodig heeft. De verplichte zorg ziet daarom alleen op crisissituaties.
‘Verplichte zorg in crisissituaties’In crisissituaties mag binnen de komende zes maanden gebruik worden gemaakt van de volgende vormen van verplichte zorg voor de duur van
maximaal vier weken:
het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis;
het beperken van de bewegingsvrijheid;
het insluiten;
het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
het onderzoek aan kleding of lichaam;
het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen;
het opnemen in een accommodatie.
Bij betrokkene kan een
crisissituatieals volgt worden gedefinieerd. Als de spanningen oplopen dan krijgt betrokkene, mede onder invloed van stemmen in haar hoofd, suïcidale gedachten en gaat ze zich (extreem) automutileren. Wanneer dan de veiligheid van betrokkene in de thuissituatie niet kan worden gewaarborgd, is het van belang om snel in te kunnen grijpen met een klinische opname waar betrokkene weer kan worden gestabiliseerd.
Als het gaat om opneming geruime tijd nadat de zorgmachtiging is verleend, moet aan die vrijheidsbeneming een recente medische beoordeling ten grondslag liggen. Het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens verlangt altijd een onafhankelijk psychiatrisch onderzoek bij vrijheidsbeneming als deze (zie de nadere uitleg in onder meer EHRM 24 september 1992, Herczegfalvy v. Austria, 10533/83, r.o. 63 en EHRM 5 oktober 2000, Varbanov v. Bulgaria, 31365/96, r.o. 47).
In de praktijk betekent dit dat bij een vrijheidsbeneming van betrokkene na
drie maanden vanaf hedende zorgaanbieder uitvoering dient te geven aan een onafhankelijk psychiatrisch onderzoek. Dat mag door de geneesheer-directeur plaatsvinden, op voorwaarde dat hij niet bij de behandeling betrokken is.
‘Overige verzochte verplichte zorg ofwel verplichte zorg in noodsituaties’
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de psychiater tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden. Voor verplichte zorg waarin deze zorgmachtiging niet voorziet, kan dit slechts in noodsituaties worden toegepast. Dit gaat om incidentele verplichte zorg onder strikte voorwaarden als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz.
2.2.3.Hoewel de advocaat van betrokkene heeft aangevoerd dat betrokkene een zelfbindingverklaring op zou kunnen stellen, zijn er op dit moment geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De betrokkene ziet het op dit moment niet zitten om een zelfbindingsverklaring op te stellen. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.De rechtbank merkt overigens op dat er bij betrokkene sprake is van een groeiend ziektebesef en dat het het overwegen waard kan zijn om – in lijn met hetgeen de advocaat van betrokkene heeft aangevoerd – in de toekomst een zelfbindingsverklaring op te stellen met daarin vastgelegd welke zorg in een crisissituatie kan worden gegeven. De psychiater heeft toegezegd daarover met betrokkene in gesprek te gaan.