ECLI:NL:RBROT:2020:5944

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 mei 2020
Publicatiedatum
8 juli 2020
Zaaknummer
C/10/596210 / FA RK 20-3272
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • D.I. Hendriks
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 13 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven betreffende een verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel op basis van artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie in het arrondissement Rotterdam had op 11 mei 2020 een verzoekschrift ingediend om de op 9 mei 2020 opgelegde crisismaatregel voort te zetten. Bij het verzoekschrift waren verschillende bijlagen gevoegd, waaronder een medische verklaring van een psychiater en relevante politiegegevens.

Tijdens de mondelinge behandeling op 13 mei 2020, die telefonisch plaatsvond vanwege de coronamaatregelen, zijn de betrokkene en zijn advocaat gehoord, evenals een verpleegkundig specialist en een verpleegkundige van de instelling waar de betrokkene verbleef. De officier van justitie was niet telefonisch gehoord, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.

De rechtbank heeft beoordeeld of er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, zoals vereist door de Wvggz. Bij aanvang van de opname vertoonde de betrokkene een psychotisch toestandsbeeld, maar tijdens de behandeling was dit beeld verdwenen. De verpleegkundig specialist verklaarde dat er geen reden was om het verblijf van de betrokkene in de accommodatie voort te zetten, en de betrokkene had ingestemd met een ambulante behandeling.

Gelet op deze omstandigheden heeft de rechtbank geconcludeerd dat er geen sprake meer was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel en heeft het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven door mr. D.I. Hendriks en schriftelijk uitgewerkt op 18 mei 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/596210 / FA RK 20-3272
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 13 mei 2020 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam, hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] te [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Yulius, locatie Kasperspad te Dordrecht,
advocaat mr. R.L.I. Jansen te Dordrecht.

1..Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 11 mei 2020, heeft de officier verzocht om voortzetting van de op 9 mei 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 9 mei 2020;
 de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater] , psychiater, van 9 mei 2020;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 de relevante politiegegevens.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 13 mei 2020.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
 [naam verpleegkundig specialist] , verpleegkundig specialist en [naam verpleegkundige] , verpleegkundige, beiden verbonden aan Yulius.
1.3.
De officier is niet telefonisch gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Op grond van artikel 7:7 Wvggz in samenhang gelezen met artikel 7:8 Wvggz kan de rechter op verzoek van de officier met betrekking tot een betrokkene een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verlenen, indien de burgemeester ten aanzien van deze betrokkene op grond van artikel 7:1 Wvggz een crisismaatregel heeft genomen.
2.2.
Gelet op artikel 7:1 lid 1 Wvggz kan deze machtiging slechts worden verleend indien er onmiddellijk dreigend nadeel is, er een ernstig vermoeden bestaan dat het gedrag van betrokkene als gevolg van een psychische stoornis dit dreigend nadeel veroorzaakt en met de crisismaatregel het ernstige nadeel kan worden weggenomen. Daarnaast is de crisissituatie dermate ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht en is er verzet als bedoeld in artikel 1:4 Wvggz tegen de zorg.
2.3.
Bij aanvang van de opname was er sprake van een psychotisch toestandsbeeld bij betrokkene. Hij had zijn huisraad uit het raam gegooid en zich met een mes en een riek bewapend. Verder vertoonde hij achterdochtig, verward en agressief gedrag, waardoor een verblijf in een separeerruimte noodzakelijk was. Het vermoeden bestaat dat dit toestandsbeeld is veroorzaakt door het gebruik van drugs. De verpleegkundig specialist heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat het psychotische toestandsbeeld gedurende de opname is verdwenen, waardoor er geen sprake meer is van een onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. De verpleegkundig specialist ziet dan ook geen reden om het verblijf van betrokkene in de accommodatie voort te zetten. Daarnaast heeft betrokkene ingestemd met een ambulante behandeling van het FACT-team van Fivoor. De verwachting is dat deze behandeling binnen een aantal dagen zal worden opgestart.
2.4.
Gelet op het voorgaande is er geen sprake van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel en zal het verzoek worden afgewezen.

3..Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek af.
Deze beschikking is op 13 mei 2020 mondeling gegeven door mr. D.I. Hendriks, rechter, in tegenwoordigheid van mr. R. Jelicic, griffier, en op 18 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.