In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 10 juli 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Famed B.V. en een gedaagde, die in persoon procedeerde. Famed vorderde betaling van een bedrag van € 276,31 van de gedaagde, dat voortvloeide uit kosten voor een nieuwe klikprothese die door een tandarts was vervaardigd. De gedaagde had de factuur voor deze prothese niet voldaan, omdat zij meende dat de tandarts tekortgeschoten was in de nakoming van de overeenkomst. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de tandarts inderdaad een nieuwe klikprothese had vervaardigd en dat de kosten, na vergoeding door de zorgverzekeraar, € 233,65 bedroegen. De gedaagde had echter geen gebruik gemaakt van de nazorg die de tandarts had aangeboden, wat haar verweer ondermijnde.
De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde de kosten van de prothese diende te vergoeden, omdat niet was komen vast te staan dat de tandarts in verzuim verkeerde. De vordering van Famed werd dan ook toegewezen, inclusief de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde werd verder veroordeeld in de proceskosten, die door de kantonrechter zijn vastgesteld op € 210,75 aan verschotten en € 144,- aan salaris voor de gemachtigde. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.