ECLI:NL:RBROT:2020:6007

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 juli 2020
Publicatiedatum
9 juli 2020
Zaaknummer
8315016
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing vordering tot betaling van medische kosten na tekortkoming in nakoming van tandheelkundige behandeling

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 10 juli 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Famed B.V. en een gedaagde, die in persoon procedeerde. Famed vorderde betaling van een bedrag van € 276,31 van de gedaagde, dat voortvloeide uit kosten voor een nieuwe klikprothese die door een tandarts was vervaardigd. De gedaagde had de factuur voor deze prothese niet voldaan, omdat zij meende dat de tandarts tekortgeschoten was in de nakoming van de overeenkomst. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de tandarts inderdaad een nieuwe klikprothese had vervaardigd en dat de kosten, na vergoeding door de zorgverzekeraar, € 233,65 bedroegen. De gedaagde had echter geen gebruik gemaakt van de nazorg die de tandarts had aangeboden, wat haar verweer ondermijnde.

De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde de kosten van de prothese diende te vergoeden, omdat niet was komen vast te staan dat de tandarts in verzuim verkeerde. De vordering van Famed werd dan ook toegewezen, inclusief de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde werd verder veroordeeld in de proceskosten, die door de kantonrechter zijn vastgesteld op € 210,75 aan verschotten en € 144,- aan salaris voor de gemachtigde. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8315016 \ CV EXPL 20-4945
uitspraak: 10 juli 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Famed B.V.,
gevestigd te Amersfoort,
eiseres,
gemachtigde: Yards deurwaardersdiensten BV te Almere,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘Famed’ en ‘ [gedaagde] ’.

1..Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het exploot van dagvaarding met producties van 4 februari 2020;
  • de conclusie van antwoord;
  • de conclusie van repliek met een productie;
  • de aantekeningen van de griffier van de telefonisch reactie van [gedaagde] ;
  • de productie van [gedaagde] , ontvangen op 5 juni 2020.
1.2.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1.
Op 1 mei 2019 is bij een controle van de gebitsimplantaten van [gedaagde] in [naam tandartspraktijk] (hierna: [naam tandartspraktijk] genoemd) gebleken dat de klikprothese van [gedaagde] los zat en vervangen moest worden. In opdracht van [gedaagde] heeft [naam tandartspraktijk] een nieuwe klikprothese vervaardigd, die op 29 mei 2019 bij [gedaagde] is geplaatst.
2.2.
De kosten van deze medische behandeling bedroegen € 1.374,40.
2.3.
[naam tandartspraktijk] heeft deze vordering op [gedaagde] gecedeerd aan Famed.
2.4.
Famed heeft de kosten van de medische behandeling gedeclareerd bij de zorgverzekeraar van [gedaagde] . De zorgverzekeraar heeft daarop een bedrag van € 1.140,75 vergoed. Het resterende bedrag van € 233,65 heeft Famed in rekening gebracht bij [gedaagde] .
2.5.
Op 3 juni 2019 heeft [gedaagde] de praktijk van [naam tandartspraktijk] bezocht, omdat zij pijnklachten ervoer aan de nieuwe prothese. Hierop heeft de tandarts de prothese bijgeslepen en weer aan [gedaagde] meegegeven.

3..Het geschil

3.1.
Famed vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen om aan Famed te betalen een bedrag van € 276,31, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 233,65 vanaf 24 januari 2020, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente, ingaande de vijftiende dag na betekening van het vonnis.
3.2.
Aan haar vordering legt Famed (zakelijk weergegeven en voor zover van belang) het volgende ten grondslag. [gedaagde] heeft de factuur met betrekking tot de nieuwe klikprothese niet voldaan. Daarom vordert Famed betaling van deze factuur ter hoogte van
€ 233,65. Famed maakt daarnaast aanspraak op de wettelijke rente over dit bedrag, die berekend tot 24 januari 2020 een bedrag van € 2,66 bedraagt, en op een vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten van € 40,-.
3.3.
[gedaagde] betwist de vordering en voert daartoe (zakelijk weergegeven en voor zover van belang) het volgende aan. Na het bijslijpen van de klikprothese op 3 juni 2019 ervoer [gedaagde] nog steeds pijnklachten. Zij heeft op 4 juni 2019 de praktijk opnieuw bezocht, maar het was druk, waarop zij weer naar huis is gegaan. Daarop heeft zij Famed gemeld dat zij de rekening niet zou betalen, omdat ze meent dat [naam tandartspraktijk] is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst. Na een langdurig verblijf in Indonesië constateerde [gedaagde] dat Famed de onderhavige procedure was gestart.

4..De beoordeling

4.1.
Vast staat dat [naam tandartspraktijk] een nieuwe klikprothese heeft vervaardigd voor [gedaagde] en dat de kosten hiervan, na vergoeding door de zorgverzekeraar, € 233,65 bedragen. In beginsel dient [gedaagde] deze kosten dan ook aan Famed te vergoeden.
4.2.
Bij haar telefonische reactie heeft [gedaagde] gemeld dat zij een betalingsregeling heeft getroffen met Famed, onder verband van vonnis. Zij heeft daarop een bevestiging van deze betalingsregeling van de zijde van (de gemachtigde van) Famed in het geding gebracht. Zij wekt daarmee de indruk dat zij de vordering van Famed erkent. Het is de kantonrechter niet geheel duidelijk of dit het geval is, aangezien [gedaagde] in haar telefonische reactie haar verweer dat de behandeling door [naam tandartspraktijk] niet goed is uitgevoerd heeft herhaald c.q. aangevuld.
4.3.
Wellicht ten overvloede overweegt de kantonrechter daarom het volgende. [gedaagde] voert aan dat [naam tandartspraktijk] is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst en dat zij daarom de factuur niet wenst te betalen. Famed heeft daarop bij conclusie van repliek gesteld dat het normaal is dat een nieuwe klikprothese de eerste periode tot pijnklachten leidt en dat het daarom noodzakelijk is dat de patiënt de tandarts blijft bezoeken in het kader van nazorg. Deze nazorg heeft [naam tandartspraktijk] aan [gedaagde] geboden, maar [gedaagde] heeft hier geen gebruik van gemaakt. In haar telefonische reactie is [gedaagde] niet ingegaan op deze stellingen van Famed. Als onvoldoende onderbouwd komt dan ook niet vast te staan dat [naam tandartspraktijk] is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst. Zelfs indien dit zou vast komen te staan, dan is gesteld noch gebleken dat [naam tandartspraktijk] ter zake in verzuim verkeert, zoals bedoeld in artikel 6:81 e.v. BW. Daarom wordt de gevorderde hoofdsom als onvoldoende gemotiveerd betwist toegewezen.
4.4.
De wettelijke rente over € 233,65, die berekend tot 24 juni 2020 € 2,66 bedraagt en de gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van € 40,- worden als niet weersproken en op de wet gegrond toegewezen.
4.5.
Als de in het ongelijk gestelde partij wordt [gedaagde] veroordeeld in de kosten van deze procedure, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Famed vastgesteld op € 210,75 aan verschotten (€ 124,- aan griffierecht en € 86,75 aan dagvaardingskosten) en € 144,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten à € 72,-). De gevorderde rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals hierna vermeld.

5..De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan Famed te betalen € 276,31, vermeerderd met de wettelijke rente over € 233,65 vanaf 24 januari 2020 tot aan de dag van algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Famed vastgesteld op € 210,75 aan verschotten en € 144,- aan salaris voor de gemachtigde, voornoemde bedragen vermeerderd met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW ingaande vijftien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van algehele voldoening;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Fiege en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
33394