In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 15 juni 2020 een beschikking gegeven inzake de machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [naam kind]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om een machtiging om [naam kind] in een gesloten accommodatie te doen opnemen voor de duur van zes maanden. Dit verzoek is gedaan in het kader van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [naam kind] ernstig belemmeren. De kinderrechter heeft de zaak telefonisch behandeld, aangezien een fysieke zitting niet mogelijk was vanwege de coronamaatregelen. Tijdens de behandeling is [naam kind] gehoord, bijgestaan door zijn advocaat, mr. J.J.A. Bosch.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] sinds 9 november 2015 onder voogdij staat van de GI en momenteel verblijft in een gesloten jeugdhulpinstelling. De kinderrechter heeft de noodzaak van de gesloten jeugdhulp beoordeeld aan de hand van de ernst van de incidenten die zich hebben voorgedaan, waaronder verbaal en fysiek agressief gedrag van [naam kind]. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de gesloten plaatsing noodzakelijk is om verdere escalatie van het gedrag te voorkomen en om [naam kind] de kans te geven om te werken aan zijn ontwikkeling.
De kinderrechter heeft de machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de periode van drie maanden, ingaande op 26 juni 2020 en eindigend op 26 september 2020. De beschikking is mondeling gegeven en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 25 juni 2020. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.