ECLI:NL:RBROT:2020:6386

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 juli 2020
Publicatiedatum
20 juli 2020
Zaaknummer
8155332
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van vorderingen inzake kinderopvangkosten door 4Kids B.V.

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 10 juli 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen 4Kids B.V. en twee gedaagden, [gedaagde 1] en [gedaagde 2]. 4Kids B.V. vorderde betaling van een bedrag van € 499,87, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, wegens onbetaalde facturen voor kinderopvangdiensten. De gedaagden hebben de vordering betwist, waarbij [gedaagde 1] aanvoerde dat haar kind slechts vier keer gebruik heeft gemaakt van de opvang, wat resulteerde in een totaal van 20 uur. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst tussen partijen was aangegaan op 12 maart 2019 en was beëindigd op 1 juli 2019. De kantonrechter oordeelde dat 4Kids B.V. niet voldoende had onderbouwd dat de gedaagden nog een bedrag verschuldigd waren, aangezien [gedaagde 1] al een betaling van € 265,- had gedaan, wat meer was dan het bedrag dat zij verschuldigd waren. De vordering van 4Kids B.V. werd afgewezen, evenals de vordering tot betaling van wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. 4Kids B.V. werd veroordeeld in de proceskosten, die op nihil werden vastgesteld.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8155332 \ CV EXPL 19-48195
uitspraak: 3 juli 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
4Kids B.V.,
gevestigd te Heino,
eiseres,
gemachtigde: Landelijke Associatie van Gerechtsdeurwaarders B.V. te Groningen,
tegen

1..[gedaagde 1] ,

wonende [woonplaats gedaagde 1] ,
gedaagde sub 1,
procederend in persoon,
2. [gedaagde 2] ,
wonende te [woonplaats gedaagde 2] ,
gedaagde sub 2,
die niet in deze procedure is verschenen.
Partijen worden hierna ‘4Kids’, ‘ [gedaagde 1] ’ en ‘ [gedaagde 2] ’ genoemd.

1..Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het exploot van dagvaarding met producties van 29 oktober 2019;
  • de aantekeningen van de griffier van het mondelinge antwoord van [gedaagde 1] ;
  • de conclusie van repliek met producties;
  • de schriftelijke reactie van [gedaagde 1] .
1.2.
[gedaagde 2] is, ondanks dat hij daartoe deugdelijk is opgeroepen, niet in deze procedure verschenen.
1.3.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1.
Op 12 maart 2019 heeft 4Kids een overeenkomst gesloten met [gedaagde 1] en [gedaagde 2] , inhoudende dat 4Kids zal bemiddelen tussen [gedaagde 2] en [gedaagde 1] enerzijds en een gastouder anderzijds (hierna: de overeenkomst). Het doel van de bemiddeling is dat de gastouder opvang zal verzorgen van [naam minderjarige] (hierna: [naam minderjarige] ), het minderjarige kind van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] .
2.2.
In de overeenkomst is (voor zover van belang) het volgende bepaald:

(…)
Artikel 5
4Kids verstrekt bij deze overeenkomst een offerte aan de ouder. Met deze offerte kan de ouder kinderopvangtoeslag bij de Belastingdienst aanvragen. De offerte bevat de gegevens die nodig zijn voor deze aanvraag. Het geschatte aantal opvanguren per jaar bedraagt voor: [naam minderjarige] : 336. Het opvangtarief bedraagt: [naam minderjarige] : € 5,90. De offerte en alle nadere offertes van 4Kids maken onverbrekelijk deel uit van deze overeenkomst.
Artikel 6
De bemiddeling tussen ouder en gastouder heeft inmiddels geleid tot overeenstemming om opvang en verzorging te beiden. Gastouder en ouder formaliseren deze overeenstemming door op korte termijn de gemaakte afspraken vast te leggen in een overeenkomst van opdracht. (…)
Artikel 10
De ouder maakt hetgeen de ouder verschuldigd is aan de gastouder en de bureaukosten die de ouder verschuldigd is aan 4Kids door overschrijving over aan 4Kids binnen 14 dagen na factuurdatum. 4Kids zorgt voor doorstorting van het bedrag dat de gastouder toekomt aan de gastouder. Storting van het bedrag dat de ouder aan de gastouder verschuldigd is via 4Kids, is juridisch beschouwd een betaling aan de gastouder. (…)
Artikel 14
Het BSO tarief voor 1 kind wordt gehanteerd. Dit houdt in dat de begeleidingskosten € 43 per kind per maand zijn bij 30 uur of minder opvang per kind per maand. Wanneer er meer uren worden geregistreerd geldt het standaardtarief. In dat geval is de ouder dan aan 4Kids maandelijks een bedrag verschuldigd van € 56 voor de begeleiding van het jongste kind. (…)
Artikel 17
De ingangsdatum van deze overeenkomst is 19 maart 2019 (…)
Artikel 18
De ouder kan deze overeenkomst voor het eerst drie maanden na de ingangsdatum tussentijds opzeggen. De opzegtermijn bedraagt één maand. (…)”
2.3. 4
Kids heeft [gedaagde 1] en [gedaagde 2] de volgende facturen verzonden:
  • op 1 mei 2019 een factuur over de maand april 2019 ter hoogte van € 439,50, bestaande uit € 56,- aan begeleiding en € 383,50 aan opvang (65 uur maal een uurtarief van € 5,90);
  • op 2 juni 2019 een factuur over de maand mei 2019 ter hoogte van € 321,50 bestaande uit € 56,- aan begeleiding en € 265,50 aan opvang (45 uur maal een uurtarief van € 5,90);
  • op 1 juli 2019 een factuur over de maand juni 2019 ter hoogte van € 321,50 bestaande uit € 56,- aan begeleiding en € 265,50 aan opvang (45 uur maal een uurtarief van € 5,90).
2.4.
Door opzegging van [gedaagde 1] op 30 mei 2019 is de overeenkomst beëindigd per 1 juli 2019.

3..Het geschil

3.1. 4
Kids heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde 1] en [gedaagde 2] , hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan haar te betalen een bedrag van € 499,87, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 oktober 2019 over een bedrag van € 420,50 tot aan de dag van algehele voldoening, met hoofdelijke veroordeling van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] in de kosten van de procedure.
3.2.
Aan haar vordering heeft 4Kids (zakelijk weergegeven en voor zover van belang) het volgende ten grondslag gelegd. Ten aanzien van de facturen zoals genoemd onder 2.3. hebben [gedaagde 1] en [gedaagde 2] nog een bedrag van € 420,50 onbetaald gelaten. 4Kids maakt daarnaast aanspraak op de wettelijke rente over dit bedrag, die tot 24 oktober 2019 een bedrag van € 3,05 bedraagt, en op een vergoeding van de buitengerechtelijke kosten ter hoogte van € 76,33.
3.3.
[gedaagde 1] heeft de vordering betwist en heeft daartoe (zakelijk weergegeven en voor zover van belang) het volgende aangevoerd. [naam minderjarige] is slechts vier maal naar de gastouder geweest, en heeft daarom maar 20 uur gebruik gemaakt van de opvang. Hij heeft op 4 april 2019 voor het laatst gebruik gemaakt van de gastouderopvang. [gedaagde 1] heeft op 30 mei 2019 een bedrag van € 265,- betaald, daarmee heeft zij reeds genoeg betaald.
3.4.
Op hetgeen partijen verder hebben aangevoerd, zal de kantonrechter (voor zover van belang) hierna ingaan.

4..De beoordeling

4.1.
Voorop stelt de kantonrechter het volgende. [gedaagde 2] is niet in deze procedure verschenen, maar [gedaagde 1] wel. Op de voet van artikel 140 lid 1 en 3 Rv wordt daarom tegen [gedaagde 2] verstek verleend, maar wordt dit vonnis wel als een vonnis op tegenspraak beschouwd ten aanzien van alle partijen.
4.2.
Ten aanzien van de gevorderde hoofdsom overweegt de kantonrechter als volgt. Uit de conclusie van repliek en de tekst van de overeenkomst volgt (kort gezegd) dat partijen zijn overeengekomen dat 4Kids maandelijks een bedrag in rekening brengt bij [gedaagde 1] en [gedaagde 2] , bestaande uit ‘begeleidingskosten’, waarvan de hoogte afhangt van het aantal uur dat opvang wordt geregistreerd, en uit kosten voor de opvang. De kosten voor de opvang worden door 4Kids doorgestort naar de betreffende gastouder (mevrouw [naam gastouder] ).
4.3.
In deze procedure maakt 4Kids blijkens de facturen en de conclusie van repliek aanspraak op de begeleidingskosten over de maanden april mei, en juni 2019, ter hoogte van respectievelijk € 56, € 56,- en € 43,- en op 45 uren opvang over de maand mei 2019. Daarbij gaat de kantonrechter ervanuit dat de gemachtigde van 4Kids per abuis de facturen steeds heeft aangemerkt als vooruitbetaling voor de betreffende maand, aangezien uit de factuuromschrijving volgt dat de factuur ziet op de achterliggende maand.
4.4.
[gedaagde 1] heeft bij haar mondelinge antwoord, in lijn met haar schriftelijke opzegging, aangevoerd dat zij slechts (tot en met 4 april 2020) vier dagen gebruik heeft gemaakt van de opvang door de gastouder, tot een totaal van 20 uur. 4Kids heeft dat niet betwist, zodat dit als onweersproken vast staat.
4.5.
Nu de overeenkomst is aangegaan per 19 maart 2019 en is geëindigd per 1 juli 2019 zijn gedaagden over de maanden april, mei en juni 2019 op grond van de overeenkomst begeleidingskosten verschuldigd. De begeleidingskosten voor deze maanden bedragen
€ 43,- per maand. Uit artikel 14 van de overeenkomst volgt immers dat wanneer er minder dan 30 uren worden geregistreerd het ‘lage tarief’ heeft te gelden. Aangezien hiervoor is overwogen dat [naam minderjarige] in totaal slechts 20 uur bij de gastouder is geweest, geldt voor de maanden april, mei en juni 2019 het lage tarief. Gedaagden waren daarom in totaal aan begeleidingskosten een bedrag van € 129,- verschuldigd.
4.6. 4
Kids heeft onbetwist gesteld dat voor de opvang een uurtarief van € 5,90 wordt gehanteerd. Nu [naam minderjarige] 20 uur door de gastouder is opgevangen, dient daarvoor in totaal een bedrag van € 118,- in rekening te worden gebracht. 4Kids heeft immers niet onderbouwd op grond waarvan [gedaagde 1] en [gedaagde 2] gehouden zijn om te betalen voor uren die zij niet hebben afgenomen.
4.7.
In totaal waren [gedaagde 1] en [gedaagde 2] derhalve een bedrag van € 247,- verschuldigd aan 4Kids. Tussen partijen is er geen discussie over dat [gedaagde 1] op 30 mei 2019 een bedrag van
€ 265,- heeft voldaan. Derhalve hebben [gedaagde 1] en [gedaagde 2] voldaan hetgeen zij verschuldigd waren. 4Kids heeft niet onderbouwd waarom zij desondanks nog iets te vorderen meent te hebben van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] . Als onvoldoende onderbouwd zal de vordering tot betaling van de hoofdsom dan ook worden afgewezen. De vordering met betrekking tot de wettelijke rente volgt hetzelfde lot.
4.8.
Ten aanzien van de buitengerechtelijke kosten overweegt de kantonrechter het volgende. 4Kids heeft een veertiendagenbrief overgelegd, die is gedateerd op 10 september 2019. Zoals hiervoor overwogen was destijds echter geen sprake meer van een betalingsachterstand, zodat de buitengerechtelijke kosten zullen worden afgewezen.
4.8.
Als de in het ongelijk gestelde partij wordt 4Kids veroordeeld in de kosten van deze procedure, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] vastgesteld op nihil.

5..De beslissing

De kantonrechter:
wijst de vorderingen van 4Kids af;
veroordeelt 4Kids in de kosten van deze procedure, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] vastgesteld op nihil;
Dit vonnis is gewezen door mr. E.I. Mentink en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
33394