ECLI:NL:RBROT:2020:6535

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 juli 2020
Publicatiedatum
21 juli 2020
Zaaknummer
C/10/595972 / JE RK 20-1243
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onderzoek naar ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van de jeugdzorg

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 10 juli 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 1 mei 2020 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om de ondertoezichtstelling van [naam kind] voor de duur van twaalf maanden, alsook een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie voor jeugdhulpaanbieders. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige in de gelegenheid is gesteld om zijn mening kenbaar te maken. Aangezien de vader van [naam kind] de Nederlandse taal niet machtig is, is er een tolk ingeschakeld voor het verhoor.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. Er zijn zorgen over zijn sociale contacten en zijn gedrag, dat als zelfbepalend wordt ervaren. De moeder is niet in staat om [naam kind] voldoende te begeleiden en te begrenzen, wat leidt tot conflicten in de thuissituatie. De Raad en de gecertificeerde instelling hebben zich achter het verzoek geschaard, terwijl de vader heeft aangegeven dat uithuisplaatsing de laatste optie moet zijn.

De kinderrechter heeft geoordeeld dat de uithuisplaatsing noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding van [naam kind], zoals genoemd in de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek. De beschikking houdt in dat [naam kind] onder toezicht wordt gesteld tot aan zijn meerderjarigheid en dat de machtiging tot uithuisplaatsing geldt tot zijn achttiende verjaardag. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het overige verzochte is afgewezen.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/595972 / JE RK 20-1243
datum uitspraak: 10 juli 2020

beschikking ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind] ,

geboren op [geboortedatum kind] 2003 te [geboorteplaats kind] , hierna te noemen [naam kind] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 1 mei 2020, ingekomen bij de griffie op 6 mei 2020.
Op 10 juli 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder,
- de vader, [naam vader] , als informant,
- een vertegenwoordigster van de Raad, [naam vertegenwoordigster 1] ,
- een vertegenwoordigster van de gecertificeerde instelling Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering, hierna de GI, [naam vertegenwoordigster 2] .
[naam kind] is in de gelegenheid gesteld om zijn mening kenbaar te maken.
Aangezien de vader de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig is, maar wel de Somalische taal, heeft de kinderrechter het verhoor doen plaatsvinden met bijstand van [naam tolk] , tolk in de Somalische taal.
De tolk heeft, alvorens zijn taak aan te vangen, op de bij wet voorgeschreven wijze, de belofte afgelegd dat hij zijn taak naar zijn geweten zal vervullen.

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de moeder.

[naam kind] woont bij de moeder.

Het verzoek

De Raad heeft de ondertoezichtstelling van [naam kind] verzocht voor de duur van twaalf maanden. Tevens wordt een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder voor de duur van twaalf maanden.
De Raad heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. De Raad maakt zich grote zorgen over de contacten van [naam kind] . Zowel het jeugdteam als de wijkagent maken zich zorgen over afglijding naar het criminele circuit. [naam kind] accepteert geen gezag van zijn moeder en vertoont zelfbepalend gedrag thuis. De moeder is niet voldoende in staat hem aan te sturen en te begrenzen. Er is daarnaast geen zicht op wat [naam kind] ’s nachts doet als hij weg gaat en met wie hij dan is. [naam kind] lijkt beïnvloedbaar door zijn vrienden. Ook op school en stage stagneert zijn ontwikkeling. Er is veel hulpverlening betrokken geweest, maar [naam kind] staat hier niet open voor. De Raad acht een driemilieuvoorziening een geschikte plek voor [naam kind] .

De standpunten

De GI heeft zich ter zitting aangesloten bij het verzoek van de Raad. De GI bekijkt of [naam kind] aan het programma Vast en Verder kan deelnemen.
De moeder stemt in met het verzoek. Het lukt de moeder niet zelfstandig om [naam kind] aan te sturen. De moeder heeft nog drie andere kinderen thuis wonen waar zij ook aandacht aan moet besteden.
Desgevraagd heeft de vader aangegeven dat een uithuisplaatsing de laatste optie moet zijn en dat eerst onderzocht moet worden of [naam kind] thuis geholpen kan worden.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [naam kind] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigt. Er heeft in korte tijd een omslag in het gedrag van [naam kind] plaatsgevonden. Hij laat zelfbepalend gedrag zien en laat zich moeilijk begrenzen door zijn moeder. [naam kind] is beïnvloedbaar en er zijn zorgen over zijn sociale contacten. [naam kind] heeft zich meerdere keren onttrokken aan het gezag van zijn moeder door ’s nachts het huis uit te gaan. Het is niet duidelijk waar en met wie hij dan was. Ook zijn er zorgen over schoolverzuim. Gezien de gedragsproblematiek van [naam kind] is de moeder momenteel onvoldoende in staat een passende opvoedingsomgeving aan [naam kind] te bieden.
Het gedrag van [naam kind] en de onmacht die de moeder ervaart, zorgen voor veel conflicten in de thuissituatie. Gezien de spanningen binnen het gezin wordt een plaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder in het belang van [naam kind] en noodzakelijk geacht om de juiste hulp te kunnen bieden.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter is daarnaast van oordeel dat de uithuisplaatsing van [naam kind] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en de opvoeding, zoals genoemd in artikel 1:265b BW. Omdat [naam kind] op [geboortedatum kind] 2021 achttien jaar wordt, zal de kinderrechter [naam kind] onder toezicht stellen tot aan zijn meerderjarigheid en een machtiging tot uithuisplaatsing verlenen tot aan zijn meerderjarigheid. Het overige verzochte wordt afgewezen.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [naam kind] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering, gevestigd te Rotterdam, met ingang van 10 juli 2020 tot [geboortedatum kind] 2021;
verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder, met ingang van 10 juli 2020 tot [geboortedatum kind] 2021;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.C.C. Hes-Bakkeren, kinderrechter, in tegenwoordigheid van I.E. Teunissen als griffier en in het openbaar uitgesproken op 10 juli 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 20 juli 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.