ECLI:NL:RBROT:2020:6790

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 juli 2020
Publicatiedatum
30 juli 2020
Zaaknummer
8312716 HA VERZ 20-18
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige opzegging van arbeidsovereenkomst en toewijzing van vergoedingen

In deze zaak heeft de kantonrechter te Dordrecht op 30 juli 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoeker] en CD Design Nederland B.V. [verzoeker] was in dienst bij CD Design en is per 11 december 2019 op staande voet ontslagen. Hij verzocht de kantonrechter om te verklaren dat het ontslag niet rechtsgeldig was en om vergoedingen toe te kennen voor onregelmatige opzegging, transitievergoeding en een billijke vergoeding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig was, omdat er geen dringende reden was die een voortzetting van de arbeidsovereenkomst onredelijk maakte. De kantonrechter oordeelde dat CD Design onvoldoende had onderbouwd dat er sprake was van een verstoorde werkrelatie of werkweigering. De kantonrechter heeft CD Design veroordeeld tot betaling van een vergoeding van € 3.030,77 voor de onregelmatige opzegging, een transitievergoeding van € 1.204,56 en een billijke vergoeding van € 1.000,--. Tevens is bepaald dat CD Design geen rechten kan ontlenen aan het concurrentie- en relatiebeding in de arbeidsovereenkomst en dat er geen studiekosten in rekening gebracht kunnen worden bij [verzoeker]. De proceskosten zijn voor CD Design.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8312716 / HA VERZ 20-18
uitspraak: 30 juli 2020

beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,

in de zaak van

[verzoeker] ,

wonende te [woonplaats verzoeker] ,
verzoeker,
gemachtigde: mr. drs. S.O. Voogt,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CD Design Nederland B.V.,
gevestigd te Sliedrecht,
verweerster,
gemachtigde: mr. E. van den Berg.
Partijen worden hierna [verzoeker] en CD Design genoemd.

Het verloop van de procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van de volgende processtukken:
  • het verzoekschrift met producties, ontvangen op 10 februari 2020;
  • het verweerschrift met producties;
  • de brief van de zijde van [verzoeker] van 22 juni 2020, met één aanvullende productie;
  • de aantekening van de griffier dat de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden via een digitale verbinding met het programma Skype voor bedrijven op 2 juli 2020.

Omschrijving van het geschil

De feiten
1. [verzoeker] , geboren op [geboortedatum] , is per 26 juni 2017 bij CD Design in dienst getreden. Hij was laatstelijk werkzaam als glasfoliespecialist tegen een salaris van
€ 1.673,-- bruto per maand exclusief 8% vakantietoeslag.
2. Bij brief van 9 september 2019 heeft de heer [naam persoon 1] , [functie 1] van CD Design (hierna: [naam persoon 1] ) het volgende aan [verzoeker] bericht:

‘Op maandag 09 september is er met elkaar (…) een gesprek geweest omtrent een issues waar we op dit moment best frequent mee te maken hebben. De volgende punten zijn o.a. besproken:

  • Je werkhouding naar onze relaties (…);
  • Teveel garantie gevallen van je jobs;
  • Teveel onnodige schades veroorzaken aan eigen voertuig;
  • Schades veroorzaken aan eigendommen van derden, o.a. deurpanelen;
  • Ongepast op locatie roken en bellen;
We geven je hierbij een officiële waarschuwing, en hopen dat je tijdens je werkzaamheden oplettender bent en je verantwoordelijkheden kent en deze ook neemt. (…)
Bij herhaaldelijke klachten zoals hierboven omschreven, zal het bedrijf hiervoor een gepaste sanctie geven. (…)’
3. Bij brief van 15 november 2019 heeft de heer [naam persoon 1] het volgende aan [verzoeker] bericht:
‘Op donderdag 14 november ben ik een werkdag met je op pad geweest omdat het bedrijf opnieuw best frequent klachten ontvangt betreft je functioneren. We hebben hier ook al op
9 september een gesprek over gehad en tot onze spijt zit er niet echt een verbetering in. Het gaat o.a. om de volgende punten:
  • Je werkhouding naar onze relaties;
  • Teveel garantie gevallen van je jobs;

(…) We geven je hierbij de laatste officiële waarschuwing, en eisen dat je tijdens je werkzaamheden altijd klantvriendelijk bent en je verantwoordelijkheden kent en deze ook neemt. (…)’

4. Bij WhatsApp-bericht van 10 december 2019 om 08.27 uur heeft mevrouw
[naam persoon 2] , [functie 2] bij CD Design (hierna: [naam persoon 2] ) het volgende aan [verzoeker] bericht:
‘Wil jij [naam persoon 1] even bellen om je ziek te melden?’
5. Bij brief van 11 december 2019 heeft [naam persoon 1] het volgende aan [verzoeker] bericht:

‘Op maandag 09 december ben ik een opnieuw met je op pad geweest omdat het bedrijf nog steeds frequent klachten ontvangt betreft je functioneren. Er zijn nadien weinig verbeteringen opgetreden na onze gezamenlijke werkdag op 14 november. Het gaat o.a. om de volgende punten:

  • Je werkhouding naar onze relaties;
  • Kwaliteit van je werk en teveel garantie items;
  • Verstoorde werkrelatie;
  • Werkweigering;
(…)
We zien echt helaas geen andere uitweg dan de arbeidsovereenkomst per direct te ontbinden. (…)’
6. Bij brief van eveneens 11 december 2019 heeft [naam persoon 1] het volgende aan [verzoeker] bericht:

‘Middels deze brief bevestigen wij dat u op staande voet en met onmiddellijke ingang ontslagen bent. De reden hiervoor is kort samengevat als volgt: je werkhouding, kwaliteit van je werk, verstoorde werkrelatie en werkweigering. (…)’

Het verzoek
7. [verzoeker] verzoekt om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
ter zake de hoofdvorderingen:
primair:
te verklaren voor recht dat geen sprake is geweest van een rechtsgeldig ontslag op staande voet;
CD Design te veroordelen om binnen veertien dagen na dagtekening van de
beschikking een vergoeding aan [verzoeker] te betalen ter zake de onregelmatige opzegging van € 3.030,77 bruto;
3. CD Design te veroordelen om binnen veertien dagen na dagtekening van de
beschikking een vergoeding aan [verzoeker] te betalen ter zake de wettelijke transitievergoeding van € 1.481,91 bruto;
4. CD Design te veroordelen om binnen veertien dagen na dagtekening van de
beschikking een vergoeding aan [verzoeker] te betalen ter zake de billijke vergoeding van € 21.682,08 bruto;
subsidiair:
5. voor zover geoordeeld wordt dat het ontslag terecht is gegeven, CD Design te veroordelen om binnen veertien dagen na dagtekening van de beschikking aan [verzoeker] te betalen een vergoeding van € 1.481,91 bruto ter zake de wettelijke transitievergoeding;
ter zake de nevenvorderingen:
concurrentiebeding
primair:
6. te verklaren voor recht dat CD Design geen rechten kan ontlenen aan het in de arbeidsovereenkomst opgenomen concurrentie- en relatiebeding;

subsidiair:

7. het in de arbeidsovereenkomst opgenomen concurrentie- en relatiebeding geheel, althans gedeeltelijk, te vernietigen;

studiekosten

8. te verklaren voor recht dat in het kader van de eindafrekening van de arbeidsovereenkomst door CD Design geen studiekosten bij [verzoeker] in rekening gebracht kunnen worden gebracht;
voor wat betreft de hoofdvorderingen en de nevenvorderingen:
9. CD Design te veroordelen om binnen veertien dagen na dagtekening van de beschikking aan [verzoeker] te betalen de wettelijke rente vanaf het tijdstip van opeisbaarheid van de hiervoor genoemde bedragen tot aan de dag van algehele voldoening;
10. CD Design te veroordelen in de proceskosten;
11. te bepalen dat CD Design voor de uit te keren bruto bedragen een deugdelijke bruto/netto-specificatie zal verstrekken.
8. [verzoeker] stelt daartoe – samengevat – het volgende.
Naar aanleiding van een aantal ‘garantiegevallen’, zijnde situaties waarbij een klant een beroep doet op de garantie met betrekking tot de aangebrachte folie, is [naam persoon 1] op
14 november 2019 een dag met [verzoeker] meegereden. De dag daarna ontving [verzoeker] een officiële waarschuwing. Op 9 december 2019 is [naam persoon 1] nogmaals met [verzoeker] meegereden en heeft daarbij gesteld dat zowel klanten als collega’s niet met [verzoeker] overweg konden. [verzoeker] heeft gevraagd om meer informatie daarover, maar die heeft [naam persoon 1] niet gegeven. Na een nacht bijna niet geslapen te hebben, heeft [verzoeker] zich in de ochtend van
10 december 2019 ziekgemeld. Hij heeft daarbij eerst om 07.45 u [naam persoon 2] gebeld en toen zij daarna om 08.27 u per WhatsApp-bericht vroeg of hij [naam persoon 1] wilde bellen om zich ziek te melden, heeft hij dat om 08.29 u gedaan en hem uitgebreid gesproken. [naam persoon 1] heeft hem verzocht de dag erna op gesprek te komen. Toen [verzoeker] op 11 december kwam, lag er een ontslagbrief voor hem klaar. Als ontslaggronden worden genoemd zijn werkhouding, de kwaliteit van zijn werk, de verstoorde werkrelatie en werkweigering. Dat sprake is van een verkeerde werkhouding of een verstoorde werkrelatie wordt uitdrukkelijk betwist. CD Design heeft ook alleen algemene stellingen ingenomen. De gestelde klachten zijn hem niet eerder kenbaar gemaakt en worden nog altijd niet onderbouwd. Hij kan zich daartegen dan ook niet verdedigen. Van werkweigering is ook evident geen sprake geweest. Hij heeft zich conform de regels ziek gemeld en is desgevraagd op kantoor verschenen voor een gesprek. [verzoeker] erkent dat sprake is geweest van garantiegevallen en dat betreurt hij. Dat had te maken met een te hoge werkdruk en het ontbreken van optimale werkomstandigheden. Hij staat open voor feedback en wil zijn functioneren waar mogelijk verbeteren. Een en ander is mogelijk aanleiding voor een verbetertraject, maar zeker geen reden voor een ontslag op staande voet.
[verzoeker] heeft geen vertrouwen in een terugkeer naar het werk, zodat hij in plaats daarvan een vergoeding vordert wegens onregelmatige opzegging, evenals de transitievergoeding en een billijke vergoeding. Voorts vraagt hij een verklaring voor recht dat CD Design geen rechten kan ontlenen aan het concurrentie- en relatiebeding, althans dat die bedingen worden vernietigd. Tenslotte vraagt hij een verklaring voor recht dat geen studiekosten bij [verzoeker] in rekening kunnen worden gebracht.
Het verweer
9. CD Design voert – samengevat – als verweer het volgende aan.
Zij heeft [verzoeker] terecht op staande voet ontslagen. De gedragingen van [verzoeker] maken dat niet van CD Design kan worden gevergd dat de arbeidsovereenkomst wordt voortgezet.
Naar aanleiding van klachten op 29 mei en 7 juni 2019 is [verzoeker] daarop aangesproken en heeft hij een mondelinge waarschuwing ontvangen. Er is extra hulp en uitleg gegeven en de werkdruk en het werktempo zijn voor [verzoeker] verlaagd. Omdat er klachten binnen bleven komen, heeft [verzoeker] op 9 september 2019 een officiële waarschuwing ontvangen. Daarbij is [verzoeker] uitdrukkelijk gewaarschuwd dat bij herhaaldelijke klachten een gepaste sanctie zou volgen. Omdat hierna geen verbetering optrad, is [naam persoon 1] op 14 november 2019 een dag met [verzoeker] meegelopen. Op 15 november 2019 heeft CD Design [verzoeker] een laatste officiële waarschuwing gegeven. Er bleven echter klachten binnenkomen, er werden schades gemeld en vier klanten hebben het vertrouwen in [verzoeker] opgezegd. [verzoeker] heeft voor veel financiële schade bij CD Design gezorgd. Uit de overgelegde verklaringen van werknemers van CD Design, de opgemaakte klachtenrapportage en de officiële waarschuwingen blijkt dat de werkhouding van [verzoeker] beneden alle peil is.
Voorts geldt dat [verzoeker] in het telefoongesprek met [naam persoon 1] op 10 december 2019 wel heeft gezegd dat hij overspannen was, maar zich niet ziek heeft gemeld. Hij was dan ook ongeoorloofd afwezig die dag.
Als wordt geoordeeld dat het ontslag op staande voet niet terecht is gegeven, geldt dat het gedrag van [verzoeker] wel als ernstig verwijtbaar is te kwalificeren. Hij heeft dan ook geen recht op de transitievergoeding en de billijke vergoeding moet nihil zijn.
De nevenvordering tot vernietiging van het concurrentie- en relatiebeding wordt betwist.
CD Design verzoekt [verzoeker] te veroordelen tot betaling van een vergoeding wegens onregelmatige opzegging van € 3.030,77.

De beoordeling van het geschil

10. Vastgesteld wordt dat [verzoeker] zijn verzoekschrift binnen twee maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd ter griffie heeft ingediend. Op grond van het bepaalde in artikel 7:686a lid 4 BW is hij dan ook ontvankelijk in zijn verzoek.
11. [verzoeker] heeft berust in beëindiging van het dienstverband per 11 december 2019. Omdat volgens hem evenwel geen sprake was van een dringende reden voor die beëindiging, verzoekt hij hem de transitievergoeding, een billijke vergoeding en een vergoeding wegens onregelmatige opzegging toe te kennen. Gelet op artikel 7:671 BW kan de werkgever de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig opzeggen zonder schriftelijke instemming van de werknemer. Op grond van artikel 7:671 lid 1 sub c BW geldt die eis niet wanneer de opzegging geschiedt op grond van artikel 7:677 lid 1 BW, waarin is bepaald dat ieder der partijen bevoegd is de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen om een dringende reden, onder onverwijlde mededeling van die reden aan de wederpartij. De vraag die dus moet worden beantwoord is of sprake is van een dringende reden die een ontslag op staande voet rechtvaardigt. Daartoe wordt als volgt overwogen.
12. Gelet op artikel 7:678 lid 1 BW worden voor een werkgever als dringende redenen beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die ten gevolge hebben dat van de werkgever redelijkerwijze niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Daarvan is naar het oordeel van de kantonrechter in het onderhavige geval geen sprake.
13. Ten aanzien van de door CD Design genoemde redenen voor het ontslag ‘werkhouding’ en ‘kwaliteit van werk’ wordt overwogen dat op basis van de stukken wel vaststaat dat CD Design [verzoeker] eerder op zijn werkhouding en werk heeft aangesproken. Volgens [verzoeker] was daarbij echter slechts sprake van algemene termen en heeft hij desgevraagd niet te horen gekregen waar de klachten precies op zagen of van wie ze kwamen. Ter zitting heeft [verzoeker] echter benoemd welke van de door CD Design in haar verweerschrift genoemde klachten níet met hem besproken zijn. Daaruit wordt afgeleid dat de overige genoemde klachten dus wel met hem zijn besproken. Voor wat betreft de klant [naam klant] heeft [verzoeker] ter zitting erkend dat hem is medegedeeld dat deze klant het vertrouwen in [verzoeker] heeft opgezegd. Dat sprake is geweest van garantiegevallen heeft [verzoeker] ook erkend, maar naar zijn zeggen had dat te maken met een te hoge werkdruk en het ontbreken van optimale werkomstandigheden. Voorts heeft hij verklaard dat hij open staat voor feedback en dat hij wil verbeteren.
Gelet hierop was duidelijk, althans had het voor [verzoeker] duidelijk moeten zijn, dat naar het oordeel van CD Design het werk van [verzoeker] te wensen overliet. Dit rechtvaardigt echter nog geen ontslag op staande voet. Meer gepast zou zijn geweest om in dat geval een verbetertraject te starten en – als dat geen of onvoldoende verbetering zou opleveren – een ontbindingsverzoek op grond van artikel 7:669 lid 3 sub d BW in te dienen. Dat reeds sprake is geweest van een verbetertraject is overigens niet gebleken. Het door CD Design als productie 3 overgelegde document met als titel ‘Verbetertraject [verzoeker] ’, is slechts een eenzijdige opsomming c.q. samenvatting van de gebeurtenissen van de hand van CD Design. Daarbij is geen sprake van een verbetertraject als bedoeld in voornoemd artikel 7:669 lid 3 sub d BW.
14. Dat sprake zou zijn van de door CD Design gestelde verstoorde werkrelatie is evenmin komen vast te staan. CD Design heeft weliswaar gesteld, maar gelet op de betwisting door [verzoeker] onvoldoende onderbouwd dat klanten en collega’s een verstoorde werkrelatie hebben ervaren of niet meer met hem wilden werken. De door CD Design overgelegde verklaringen zijn daartoe in ieder geval onvoldoende. Als al zou komen vast te staan dat sprake was van een negatieve werksfeer, betekent dat nog niet dat sprake is van een verstoorde werkrelatie. Er is ook niet gesteld of gebleken dat er een conflictsituatie is ontstaan. Al met al is hier geen sprake van een grond die het ontslag op staande voet (mede) kan dragen.
15. Van werkweigering blijkt uit de stukken en stellingen van partijen uitdrukkelijk niet. Het standpunt van CD Design dat [verzoeker] zich niet heeft ziek gemeld kan niet worden gevolgd, nu [naam persoon 2] in haar WhatsApp-bericht de ziekmelding benoemt en [naam persoon 1] bovendien stelt dat [verzoeker] hem heeft gezegd overspannen te zijn. Zelfs als [verzoeker] zich niet zou hebben ziek gemeld, kan van werkweigering niet gesproken worden, nu niet is gesteld of gebleken dat CD Design hem heeft opgedragen op 10 december 2019 te komen werken en dat hij dat niet heeft gedaan. Partijen zijn het er juist over eens dat [naam persoon 1] [verzoeker] heeft gevraagd op gesprek te komen op 11 december 2019 en dat [verzoeker] dat ook heeft gedaan.
16. Gelet op al het voorgaande moet worden geconcludeerd dat geen sprake was van een dringende reden voor ontslag op staande voet. Daarmee staat vast dat CD Design de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] onregelmatig heeft opgezegd.
17. Gelet op de onregelmatige opzegging, is CD Design een vergoeding als bedoeld in artikel 7:672 lid 11 BW verschuldigd, zijnde een vergoeding gelijk aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren. In het geval van [verzoeker] gaat het om het loon over de periode van 11 december 2019 tot 1 februari 2020 en conform de niet weersproken berekening van [verzoeker] bedraagt de vergoeding dan € 3.030,77 bruto. De wettelijke rente over dit bedrag zal worden toegewezen vanaf de dag van het verzoek tot de dag van algehele voldoening.
18. Gelet op het voorgaande geldt dat het einde van de arbeidsovereenkomst niet het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van [verzoeker] . De verzochte transitievergoeding is dan ook toewijsbaar. Deze is door de kantonrechter berekend op een bedrag van € 1.204,56 bruto. Dat bedrag zal worden toegewezen, onder afwijzing van het meer gevorderde.
19. Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of aan [verzoeker] een billijke vergoeding moet worden toegekend. De rechtsgrond voor toekenning van een billijke vergoeding op grond van artikel 7:681 lid 1 sub a BW is in beginsel reeds gegeven met het oordeel dat er geen dringende reden is voor het gegeven ontslag op staande voet en dat is opgezegd in strijd met artikel 7:671 BW (zie: Kamerstukken I, 2013-2014, 33 818, nr. C, pag. 99 en 113). Met andere woorden: CD Design heeft ernstig verwijtbaar gehandeld door [verzoeker] ten onrechte ontslag op staande voet te geven. Dit maakt dat toekenning van een billijke vergoeding op zijn plaats is. Bij het bepalen van de omvang van de billijke vergoeding komt het aan op een beoordeling van alle omstandigheden van het geval en de vergoeding moet daarbij aansluiten.
20. De kantonrechter zal een billijke vergoeding toekennen van € 1.000,-- bruto.
Met een vergoeding van € 1.000,-- wordt [verzoeker] naar het oordeel van de kantonrechter voldoende gecompenseerd voor de schade die hij heeft geleden als gevolg van het ontslag op staande voet, mede gelet op de relatief korte duur van het dienstverband, de inkomsten die hij na zijn ontslag heeft gehad vanuit het werk in het bedrijf van zijn ouders, het feit dat hij bij het vinden van een nieuwe baan niet gehinderd zal worden door het concurrentie- en relatiebeding (zie overweging 23), de inkomsten die hij naar verwachting in de toekomst kan verwerven, de omstandigheid dat hij ondermaats presteerde en de mate van verwijt die CD Design treft vanwege het ontslag op staande voet.
21. De wettelijke rente over de vergoeding wegens onregelmatige opzegging zal op grond van artikel 7:686a BW worden toegewezen vanaf 11 december 2019, zijnde de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd.
De wettelijke rente over de transitievergoeding zal op grond van artikel 7:686a BW worden toegewezen vanaf 12 januari 2020, zijnde vanaf een maand na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd.
De wettelijke rente over de billijke vergoeding is pas toewijsbaar vanaf veertien dagen na de uitspraak, omdat het hier gaat om een constitutieve beslissing en de kantonrechter een betalingstermijn van veertien dagen redelijk acht, zodat in die zin zal worden beslist.
22. CD Design dient zoals verzocht van de toegewezen bruto bedragen deugdelijke bruto/netto-specificaties aan [verzoeker] te verstrekken.
23. Zoals hiervoor reeds is overwogen, heeft CD Design ernstig verwijtbaar gehandeld door [verzoeker] ten onrechte ontslag op staande voet te geven. Gelet op artikel 7:653 lid 4 BW geldt dan ook dat CD Design geen rechten kan ontlenen aan het in de arbeidsovereenkomst opgenomen concurrentie- en relatiebeding, nu het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van CD Design.
24. De verzochte verklaring voor recht met betrekking tot de studiekosten zal als niet weersproken worden toegewezen.
25. CD Design zal als de (grotendeels) in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.

De beslissing

De kantonrechter:
verklaart voor recht dat het op 11 december 2019 gegeven ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is gegeven;
veroordeelt CD Design om binnen veertien dagen na de datum van deze beschikking een vergoeding ter zake de onregelmatige opzegging aan [verzoeker] te betalen van € 3.030,77 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 december 2019 tot de dag van algehele voldoening;
veroordeelt CD Design om binnen veertien dagen na de datum van deze beschikking een transitievergoeding aan [verzoeker] te betalen van € 1.204,56 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 12 januari 2020 tot de dag van algehele voldoening;
veroordeelt CD Design om binnen veertien dagen na de datum van deze beschikking een billijke vergoeding aan [verzoeker] te betalen van € 1.000,-- bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 14 dagen na vandaag tot de dag van algehele voldoening;
draagt CD Design op met betrekking tot voornoemde bruto bedragen deugdelijke bruto/netto-specificaties aan [verzoeker] te verstrekken;
verklaart voor recht dat CD Design geen rechten kan ontlenen aan het in de arbeidsovereenkomst opgenomen concurrentie- en relatiebeding;
verklaart voor recht dat in het kader van de eindafrekening van de arbeidsovereenkomst door CD Design geen studiekosten bij [verzoeker] in rekening gebracht kunnen worden gebracht;
veroordeelt CD Design in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van [verzoeker] bepaald op € 499,-- aan griffierecht en € 721,-- voor salaris van de gemachtigde van [verzoeker] ;
verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.A.F.M. Wouters en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
773