Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.
Ambtenarenreglement Rotterdam
1. Burgemeester en wethouders stellen regelen met betrekking tot de duur van de vakantie.
2. Bij de in het vorige lid bedoelde regelen wordt tevens voorzien in een vermeerdering van vakantie op grond van leeftijd.
1. De ambtenaar die in de loop van een kalenderjaar is aangesteld of wordt ontslagen heeft recht op een duur van de vakantie naar rato van de tijd dat hij zijn betrekking vervult.
2. De duur van de vakantie van de ambtenaar, die krachtens zijn aanstelling een onvolledige betrekking vervult, wordt bepaald in evenredigheid met het aantal uren waarop hij recht zou hebben indien hij een volledige betrekking vervulde.
1. Indien aan de ambtenaar in enig kalenderjaar de vakantie niet of niet geheel is verleend, wordt hem de niet genoten vakantie zoveel mogelijk in het volgende kalenderjaar verleend, tenzij het belang van de dienst of de belangen van de andere ambtenaren zich daartegen verzetten.
2. Het bepaalde in het vorige lid geldt met dien verstande dat aan de ambtenaar in enig kalenderjaar niet meer vakantie wordt verleend dan anderhalf maal het aantal uren waarop hij in dat kalenderjaar krachtens de artikelen 42 en 43 aanspraak heeft.
3. Indien de ambtenaar voor de datum van zijn ontslag de vakantie waarop hij tot die datum aanspraak heeft, niet of gedeeltelijk niet heeft genoten, wordt hem over de niet genoten uren een bedrag uitbetaald gelijk aan de normaal over die uren uitgekeerde bezoldiging. Bij de berekening van de schadeloosstelling zal in elk geval niet meer vakantie in aanmerking worden genomen dan anderhalf maal het aantal uren waarop de ambtenaar over het gehele kalenderjaar waarin het ontslag plaats vindt, aanspraak zou hebben ingevolge de artikelen 42 en 43.
Vakantie- en Verlofregeling 1971
1. De vakantie, bedoeld in artikel 42, eerste lid, van het Ambtenarenreglement bedraagt per kalenderjaar voor de ambtenaar met een volledige betrekking, die een salaris geniet in: de schalen 1 tot en met 8: 173,6 uur; de schalen 9 en hoger: 180,8 uur,
2. De vakantie wordt gedurende het kalenderjaar waarin de ambtenaar de 15-jarige, 16-jarige, 17-jarige, 18-jarige en 19-jarige leeftijd bereikt, vermeerderd met onderscheidenlijk 21,6 uren, 21,6 uren, 21,6 uren, 14,4 uren en 7,2 uren.
3. De vakantie wordt gedurende het kalenderjaar waarin de ambtenaar de 30-jarige, 40-jarige, 45-jarige, 50-jarige, 55-jarige en 60-jarige leeftijd bereikt, vermeerderd met onderscheidenlijk 7,2 uren, 14,4 uren, 21,6 uren, 28,8 uren, 36 uren en 43,2 uren, of, indien de ambtenaar op of na 1 januari 1997 in dienst is getreden, met onderscheidenlijk 0 uren, 0 uren, 7,2 uren, 14,4 uren, 21,6 uren en 28,8 uren.
Artikel 1
Doel en toepassingsgebied
1. Deze richtlijn bepaalt minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid op het gebied van de organisatie van de arbeidstijd.
2. Deze richtlijn is van toepassing op:
a. a) de […] minimale jaarlijkse vakantie […]
Artikel 7
Jaarlijkse vakantie
1. De lidstaten treffen de nodige maatregelen opdat aan alle
werknemers jaarlijks een vakantie met behoud van loon van
ten minste vier weken wordt toegekend, overeenkomstig de in
de nationale wetten en/of gebruiken geldende voorwaarden
voor het recht op en de toekenning van een dergelijke vakantie.
2. De minimumperiode van de jaarlijkse vakantie met
behoud van loon kan niet door een financiële vergoeding
worden vervangen, behalve in geval van beëindiging van het
dienstverband.
Artikel 15
Gunstiger bepalingen
Deze richtlijn staat er niet aan in de weg dat de lidstaten wettelijke
en bestuursrechtelijke bepalingen toepassen of invoeren
die gunstiger zijn voor de bescherming van de veiligheid en de
gezondheid van de werknemers, dan wel de toepassing bevorderen
of mogelijk maken van collectieve overeenkomsten of
bedrijfsakkoorden tussen de sociale partners die gunstiger zijn
voor de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van
de werknemers.