ECLI:NL:RBROT:2020:6927

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 juli 2020
Publicatiedatum
4 augustus 2020
Zaaknummer
C/10/600502 / JE RK 20-2021
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming bijzondere curator in geschil over schoolkeuze minderjarige

In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, uitgesproken op 28 juli 2020, is de kinderrechter betrokken bij een geschil over de schoolkeuze van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft de gecertificeerde instelling (GI) verzocht om het gezag over [voornaam minderjarige] gedeeltelijk toe te kennen voor de aanmelding bij een onderwijsinstelling. De ouders van [voornaam minderjarige] zijn het niet eens over de schoolkeuze; de vader steunt de keuze voor het Thorbecke Nieuwerkerk, terwijl de moeder de voorkeur geeft aan het Grafisch Lyceum. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [voornaam minderjarige] inmiddels op beide scholen is ingeschreven, wat complicaties met zich meebrengt, aangezien gelijktijdige inschrijving op twee scholen in beginsel niet mogelijk is.

De kinderrechter heeft besloten dat er mogelijk sprake is van een belangenconflict tussen de ouders en [voornaam minderjarige]. Daarom is het noodzakelijk om een bijzondere curator te benoemen die [voornaam minderjarige] zowel in als buiten rechte zal vertegenwoordigen en adviseren. Mw. mr. L.A. Middelkoop is benoemd tot bijzondere curator en krijgt de opdracht om te onderzoeken welke school het beste aansluit bij de belangen van [voornaam minderjarige]. De beslissing op het verzoek van de GI is aangehouden in afwachting van de bevindingen van de bijzondere curator, die uiterlijk twee werkdagen voor de volgende zitting moet rapporteren. De volgende zitting is gepland op 19 augustus 2020, waar de kinderrechter, mr. J. van Driel, de zaak verder zal behandelen.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/600502 / JE RK 20-2021
datum uitspraak: 28 juli 2020

beschikking

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2008 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader] ,

Hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 16 juli 2020, ingekomen bij de griffie op 17 juli 2020;
- het verweerschrift met bijlagen van de vader van 20 juli, ingekomen bij de griffie op dezelfde datum.
Op 28 juli 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [voornaam minderjarige] , die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord,
- de moeder,
- de vader,
- een vertegenwoordiger van de GI, dhr. [naam vertegenwoordiger] .
Waar het in deze beschikking gaat over de benoeming tot bijzondere curator, dient - in plaats van het woord “kinderrechter” - te worden gelezen: “de rechtbank”.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.

Het verzoek

De GI heeft verzocht te bepalen dat het gezag over [voornaam minderjarige] gedeeltelijk, namelijk voor wat betreft de aanmelding bij een onderwijsinstelling, toegekend wordt aan de GI.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. [voornaam minderjarige] zit in een lastige situatie. Zij moet een keuze maken naar welke middelbare school zij komend schooljaar zal gaan. In eerste instantie koos zij voor het Thorbecke Nieuwerkerk, maar later heeft zij het Grafisch Lyceum aangewezen. De vader is van mening dat het Thorbecke Nieuwerkerk het beste bij haar past, terwijl haar moeder achter de keuze voor het Grafisch Lyceum staat. Het is vervelend dat de ouders er samen met [voornaam minderjarige] niet uitkomen. [voornaam minderjarige] heeft van het basisonderwijs het advies vmbo-tl gekregen. [voornaam minderjarige] wil nu (nog) niet naar de havo, zij heeft dit niveau niet gekregen en is bang op haar tenen te moeten lopen. Voor de GI is de slagingskans van [voornaam minderjarige] op de te kiezen school het belangrijkst. Die slagingskans van [voornaam minderjarige] hangt natuurlijk nauw samen met haar motivatie.
Als de ouders aangeven [voornaam minderjarige] bij één bepaalde keuze te steunen, ligt het voor de hand die keuze te volgen. De GI was van plan [voornaam minderjarige] aan te melden bij het Grafisch Lyceum, maar nu de moeder ter zitting heeft uitgesproken [voornaam minderjarige] ook te steunen wanneer zij naar het Thorbecke Nieuwerkerk zou gaan, heeft de GI het voornemen haar daar aan te melden.

De standpunten

De moeder heeft ter zitting aangegeven dat [voornaam minderjarige] graag naar het Grafisch Lyceum wil gaan. De moeder volgt de keuze van [voornaam minderjarige] . Twee jaar geleden wilde [voornaam minderjarige] al naar het Rotterdam Designcollege. Omdat het Grafisch Lyceum meer mogelijkheden heeft en twee extra vakken geeft, is toch voor het Grafisch Lyceum gekozen. [voornaam minderjarige] is inmiddels ingeschreven op beide scholen, zowel op het Thorbecke Nieuwerkerk als op het Grafisch Lyceum. De moeder zal [voornaam minderjarige] ondersteunen ongeacht de schoolkeuze.
De vader heeft ter zitting aangegeven dat hij graag wil dat [voornaam minderjarige] naar het Thorbecke Nieuwerkerk in Nieuwerkerk aan de IJssel gaat. De vader maakt zich geen zorgen over motivatieproblemen bij [voornaam minderjarige] . Daarin bijsturen is een kwestie van goed ouderschap. Na het bezoeken van scholen heeft [voornaam minderjarige] zelf gekozen hebben voor het Thorbecke Nieuwerkerk. De moeder heeft [voornaam minderjarige] daarna geïntroduceerd bij het Grafisch Lyceum. Sindsdien wil [voornaam minderjarige] graag naar het Grafisch Lyceum gaan. De vader stelt dat [voornaam minderjarige] niet zelf deze keuze heeft gemaakt maar dat deze keuze door de moeder ingegeven is. Het kan wel kloppen dat [voornaam minderjarige] inmiddels op beide scholen is ingeschreven.

De mening van [voornaam minderjarige]

heeft onder meer aan de kinderrechter verteld dat zij graag naar het Grafisch Lyceum wil gaan. [voornaam minderjarige] wil later kleding gaan ontwerpen en een eigen kledingwinkel hebben. [voornaam minderjarige] heeft werkjes moeten inleveren en is op grond daarvan aangenomen bij het Grafisch Lyceum. [voornaam minderjarige] heeft aangegeven momenteel voor het Thorbecke Nieuwerkerk en het Grafisch Lyceum ingeschreven te staan. Ze wil niet meer naar het Thorbecke Nieuwerkerk, maar vindt deze school wel oké. Er gaan een aantal klasgenoten van [voornaam minderjarige] naar het Thorbecke Nieuwerkerk.

De beoordeling

Ingevolge artikel 1:265e, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de kinderrechter nadat een machtiging tot uithuisplaatsing is verleend, op verzoek bepalen dat het gezag gedeeltelijk wordt uitgeoefend door de gecertificeerde instelling die het toezicht uitoefent, voor zover dit noodzakelijk is in verband met de uitvoering van de ondertoezichtstelling en het de aanmelding van de minderjarige bij een onderwijsinstelling betreft.
De kinderrechter stelt allereerst vast dat ter zitting onweersproken is gesteld dat [voornaam minderjarige] inmiddels al is aangemeld, zowel bij het Thorbecke Nieuwerkerk, als bij het Grafisch Lyceum. Hoewel een gelijktijdige inschrijving op twee middelbare scholen in beginsel niet mogelijk is, is het de ouders – door veelvuldige communicatie met die scholen – kennelijk wel gelukt. Nu de GI toestemming vraagt een dergelijke aanmelding te doen, terwijl die dus al gedaan is, is het de vraag in hoeverre de GI in zijn verzoek kan worden ontvangen.
Ter zitting hebben zowel de GI als de ouders aangegeven dat, gelet op deze omstandigheid, de kinderrechter wordt gevraagd een oordeel te geven over de vraag welke school [voornaam minderjarige] vanaf september 2020 zal dienen te bezoeken.
Nu het belang van [voornaam minderjarige] daarmee gediend is en een procedure op grond van artikel 1: 253a BW niet kan worden afgewacht, gelet op de korte termijn die nog resteert tot 1 september 2020, zal de kinderrechter op die vraag beslissen.
De kinderrechter is van oordeel dat er mogelijk sprake is van een situatie waarin de belangen van (één van) de ouders in strijd zijn met de belangen van [voornaam minderjarige] . Daarom acht hij het noodzakelijk om op grond van artikel 1:250 BW een bijzondere curator te benoemen om [voornaam minderjarige] zowel in als buiten rechte te vertegenwoordigen en de kinderrechter te adviseren.
De bijzondere curator krijgt in het bijzonder de opdracht te onderzoeken en te adviseren of de belangen van [voornaam minderjarige] , zowel op korte als op lange termijn, het beste zijn gediend bij plaatsing op het Thorbecke Nieuwerkerk te Nieuwerkerk aan den IJssel dan wel het Grafisch Lyceum te Rotterdam.
Mw. mr. L.A. Middelkoop, advocaat te Rotterdam, heeft zich bereid verklaard de benoeming te aanvaarden.
In afwachting van de bevindingen van de bijzondere curator zal de kinderrechter het verzoek van de GI aanhouden tot nader te noemen zittingsdatum.
De bijzondere curator wordt verzocht om uiterlijk twee werkdagen vóór de hierna vermelde zittingsdatum de kinderrechter (met afschrift aan de GI en de ouders) te rapporteren over haar bevindingen.

De beslissing

De kinderrechter:
benoemt tot bijzondere curator teneinde [voornaam minderjarige] te vertegenwoordigen:
mw. mr. L.A. Middelkoop, kantoorhoudende aan de Westersingel 92 te 3015 LC Rotterdam;
bepaalt dat de benoeming tot bijzondere curator geldt voor de duur van de onderhavige procedure;
geeft de bijzondere curator de opdracht te onderzoeken en te adviseren of de belangen van [voornaam minderjarige] , zowel op korte als op lange termijn, het beste zijn gediend bij plaatsing op het Thorbecke Nieuwerkerk te Nieuwerkerk aan den IJssel dan wel het Grafisch Lyceum te Rotterdam;

en alvorens verder te beslissen:

houdt de beslissing op het verzoek van de GI aan en bepaalt dat het verhoor van de GI en de ouders in deze zaak zal plaatsvinden op
19 augustus 2020 om 13:00 uurin het gerechtsgebouw te Rotterdam, Wilhelminaplein 100/125;
de zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. J. van Driel, kinderrechter;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van de GI, de ouders en de bijzondere curator;
gelast de oproeping van [voornaam minderjarige] tegen voormelde zittingsdatum en tijdstip;
verzoekt de bijzondere curator uiterlijk twee werkdagen vóór de genoemde datum de kinderrechter de verzochte rapportage te doen toekomen (met afschrift aan de GI en de ouders).
Deze beschikking is gegeven door mr. J. van Driel, kinderrechter, in tegenwoordigheid van I.E. Teunissen als griffier en in het openbaar uitgesproken op 28 juli 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 4 augustus 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.