ECLI:NL:RBROT:2020:6930

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 juni 2020
Publicatiedatum
4 augustus 2020
Zaaknummer
C/10/598758 / JE RK 20-1746
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 25 juni 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De kinderrechter heeft de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht als verzoeker aangemerkt, die een machtiging heeft verzocht om [naam kind] in een gesloten accommodatie te doen opnemen voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling. De ouders van [naam kind] zijn ook betrokken bij de procedure, waarbij de vader zijn steun heeft uitgesproken voor het verzoek van de Raad. De minderjarige verblijft momenteel in de gesloten instelling Schakenbosch en heeft aangegeven mee te willen werken aan de hulpverlening die daar wordt aangeboden.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de verzorging en opvoeding van [naam kind], die in het verleden in conflict is gekomen met de wet en problemen heeft met emotieregulatie. Ondanks eerdere uithuisplaatsingen is er onvoldoende vooruitgang geboekt. De kinderrechter heeft met [naam kind] gesproken over de noodzaak van bescherming tegen negatieve invloeden uit haar omgeving en de behoefte aan hulpverlening. De kinderrechter is van mening dat opname in Schakenbosch noodzakelijk is om de ontwikkeling van [naam kind] naar volwassenheid te waarborgen en om te voorkomen dat zij zich aan de hulp onttrekt.

De beschikking verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 22 juli 2020 tot [geboortedatum kind] 2020. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/598758 / JE RK 20-1746 en C/10/598759 / JE RK 20-1747
datum uitspraak: 25 juni 2020

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad,
gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind] ,

geboren op [geboortedatum kind] 2002 te [geboorteplaats kind] , hierna te noemen [naam kind] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeer] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] ,
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering,
hierna te noemen de GI, gevestigd te Amsterdam.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 24 juni 2020 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de instemmende verklaring van de gekwalificeerde gedragswetenschapper van 23 juni 2020.
Op 25 juni 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de minderjarige [naam kind] , bijgestaan door haar advocaat mr. N. Stolk,
- de vader,
- een vertegenwoordiger van de Raad, de heer [naam vertegenwoordiger] ,
- een vertegenwoordigster van de GI, mevrouw [naam vertegenwoordigster] .
Opgeroepen maar niet gehoord is mevrouw [naam] van Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond. Ter zitting heeft de vader aangegeven vooralsnog niet om wijziging van de GI te vragen. Er is veel misgegaan en het vertrouwen ontbreekt op dit moment, maar de thans betrokken jeugdwerker van de GI lijkt zich volledig in te zetten en er is geen tijd te verliezen.
Opgeroepen en niet verschenen is:
- de moeder.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders. [naam kind] verblijft in de gesloten instelling voor jeugdhulp Schakenbosch.
Bij beschikking van 24 juni 2020 is [naam kind] voorlopig onder toezicht gesteld tot [geboortedatum kind] 2020, het moment waarop zij de achttienjarige leeftijd bereikt, en is een machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van vier weken, namelijk tot 22 juli 2020. De beslissing is voor het overige verzochte aangehouden.

Het aangehouden verzoek

De Raad heeft een machtiging verzocht om [naam kind] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling, namelijk tot [geboortedatum kind] 2020.
De Raad handhaaft het verzoek ter zitting.

Standpunt van belanghebbenden

De vader staat achter het verzoek. Hij hoopt dat binnen nu en zes maanden een toetsingsmoment zal plaatsvinden.
De GI staat is het eens met het verzoek. Hij heeft geen vertrouwen in de GI, maar begrijpt dat een overdracht naar Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond alleen maar vertraging zou opleveren, hetgeen niet wenselijk is. De vader wil dat het goed komt met [naam kind] .
Ook [naam kind] kan zich vinden in het verzoek van de Raad. Zij wenst mee te werken met hetgeen Schakenbosch voor haar adviseert. [naam kind] zou graag met Schakenbosch een hulpverleningsplan opstellen, zij wil daar hulp ontvangen, toewerken naar meer vrijheden en verdergaan met school. Zij ziet in dat de keuze voor de prostitutie voor haar niet goed is geweest. Door de advocaat van [naam kind] wordt nog opgemerkt dat er inmiddels een stappenplan is opgesteld om binnen Schakenbosch de hulpverlening op gang te krijgen.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Uit de overgelegde stukken en het verhandelde blijkt dat er grote zorgen zijn over de verzorging en opvoeding van [naam kind] . Samen met een vriendin van negentien is zij door de politie in Amsterdam opgepakt vanwege vermoedens van prostitutie. Op school gaat het niet goed, zij bevindt zich in een verkeerd netwerk en er is sprake van problemen in de emotieregulatie, waardoor zij snel in conflict zal blijven komen met haar omgeving. [naam kind] accepteert geen gezag en blijft grensoverschrijdend en zelfbepalend gedrag vertonen. Hulpverlening heeft tot nu toe, ondanks meerdere uithuisplaatsingen, onvoldoende vooruitgang weten te boeken.
Ter zitting heeft de kinderrechter met [naam kind] openhartig gesproken over de ernst van de bedreigingen die uit het dossier naar voren komen. [naam kind] heeft beaamd dat zij moet worden beschermd voor beïnvloeding vanuit haar omgeving, dat zij moet worden behoed voor het maken van verkeerde keuzes en dat zij behandeling en hulpverlening nodig heeft. Net zo openhartig is de constatering geweest dat [naam kind] houding ten opzichte van de hulpverlening sinds kort radicaal gewijzigd is: waar zij daar nog kort nadat zij was aangetroffen in een peeskamer in Amsterdam in het geheel niets van wou weten, staat zij daar nu volledig voor open. De kinderrechter heeft benoemd dat, gelet op de eerdere ervaringen met uithuisplaatsingen, de gedragswetenschapper heeft gewaarschuwd dat dit sociaal wenselijk gedrag kan zijn. Maar [naam kind] verdient het dat ook gezegd wordt dat haar houding op dit moment oprecht en doorleeft lijkt. Toch overweegt de kinderrechter dat opname in Schakenbosch noodzakelijk is in verband met de problemen van [naam kind] die de ontwikkeling naar haar volwassenheid belemmeren. Met [naam kind] , haar vader, de Raad en de GI is de kinderrechter ervan overtuigd dat er geen tijd te verliezen is en dat daarom ieder risico vermeden moet worden dat [naam kind] zich aan de hulp onttrekt. De komende periode moet worden benut om de kernproblematiek van [naam kind] te onderzoeken en om een individueel behandeladvies op te stellen. De kinderrechter hoopt dat [naam kind] haar meewerkende houding kan behouden en daadwerkelijk wil veranderen.
Gelet op het voorgaande verleent de kinderrechter een machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling, namelijk tot [geboortedatum kind] 2020.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 22 juli 2020 tot [geboortedatum kind] 2020;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. D.W. Schalk als griffier en in het openbaar uitgesproken op 25 juni 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 9 juli 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.