In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 25 juni 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De kinderrechter heeft de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht als verzoeker aangemerkt, die een machtiging heeft verzocht om [naam kind] in een gesloten accommodatie te doen opnemen voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling. De ouders van [naam kind] zijn ook betrokken bij de procedure, waarbij de vader zijn steun heeft uitgesproken voor het verzoek van de Raad. De minderjarige verblijft momenteel in de gesloten instelling Schakenbosch en heeft aangegeven mee te willen werken aan de hulpverlening die daar wordt aangeboden.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de verzorging en opvoeding van [naam kind], die in het verleden in conflict is gekomen met de wet en problemen heeft met emotieregulatie. Ondanks eerdere uithuisplaatsingen is er onvoldoende vooruitgang geboekt. De kinderrechter heeft met [naam kind] gesproken over de noodzaak van bescherming tegen negatieve invloeden uit haar omgeving en de behoefte aan hulpverlening. De kinderrechter is van mening dat opname in Schakenbosch noodzakelijk is om de ontwikkeling van [naam kind] naar volwassenheid te waarborgen en om te voorkomen dat zij zich aan de hulp onttrekt.
De beschikking verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 22 juli 2020 tot [geboortedatum kind] 2020. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.