Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis van de officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder feit 1 primair ten laste gelegde, met uitzondering van het zwaar lichamelijk letsel als gevolg, en bewezenverklaring van het onder feit 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 105 dagen met aftrek van het voorarrest.
4..Waardering van het bewijs
egeweld enig lichamelijk letsel voor die [naam slachtoffer 1] ten gevolge heeft gehad;
5..Strafbaarheid van de feiten
1. openlijk in verenging geweld plegen tegen personen, terwijl het door de schuldige gepleegde geweld enig lichamelijk letsel ten gevolge heeft
2. poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
3. handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie III
6..Strafbaarheid van de verdachte
7..Motivering van de straf
8..Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9..Vordering tenuitvoerlegging 10/681023-19 en 22/000617-19
10..Toepasselijke wettelijke voorschriften
11..Bijlagen
12..Beslissing
jeugddetentie voor de duur van 105 (honderdvijf) dagen;
€ 513,94 (zegge: vijfhonderddertien euro en vierennegentig eurocent), bestaande uit € 13,94 aan materiële schade en € 500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 27 maart 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 513,94(hoofdsom,
zegge: vijfhonderddertien euro en vierennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 maart 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening;
- dat de veroordeelde meewerkt aan een (maatwerk) behandeling bij Enver (of een soortgelijke instelling);
- dat de veroordeelde meewerkt aan een programma gericht op onderwijs of werk bij Enver (of een soortgelijke instelling);
- dat de veroordeelde zich voor een door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de reclassering, zo frequent en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
- dat de veroordeelde meewerkt aan een (maatwerk) behandeling bij Enver (of een soortgelijke instelling);
- dat de veroordeelde meewerkt aan een programma gericht op onderwijs of werk bij Enver (of een soortgelijke instelling);
- dat de veroordeelde zich voor een door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de reclassering, zo frequent en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;