ECLI:NL:RBROT:2020:6960
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beslissing over geschillenregeling in ondertoezichtstelling van een minderjarige met autismeproblematiek
In deze zaak heeft de kinderrechter op 24 juli 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen de ouders van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind], die onder toezicht staat. De moeder heeft verzocht om de gecertificeerde instelling (GI) te gelasten om de begeleide bezoeken met de vader voort te zetten, in het licht van recente diagnoses van autismeproblematiek bij zowel [naam kind] als de vader. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders niet in staat zijn om met elkaar te communiceren en dat dit negatieve gevolgen heeft voor [naam kind]. De kinderrechter heeft de feiten en het procesverloop in overweging genomen, waaronder eerdere beschikkingen en de standpunten van beide ouders en de GI. De moeder heeft angst dat [naam kind] getuige of slachtoffer kan worden van geweld, terwijl de GI en de vader stellen dat de onbegeleide omgang mogelijk is. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat er geen nieuwe omstandigheden zijn die een wijziging van de eerdere beschikking rechtvaardigen. De kinderrechter heeft het verzoek van de moeder afgewezen en de regeling van onbegeleide omgang tussen [naam kind] en de vader in stand gehouden. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de schriftelijke uitwerking vastgesteld op 4 augustus 2020.