Op 10 januari 2020 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [naam kind]. De zaak betreft een verzoek van de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, die de ondertoezichtstelling van [naam kind] voor een jaar wenst te verlengen. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de moeder, vader, grootouders en vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren. De ouders van [naam kind] zijn onvoldoende in staat om met elkaar te communiceren, wat de GI aanleiding geeft om de verlenging van de ondertoezichtstelling noodzakelijk te achten. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de zorgen over [naam kind] onverminderd aanwezig zijn, en dat het perspectief van [naam kind] nog onduidelijk is. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing voor zes maanden te verlengen, met de verwachting dat er in juli 2020 meer duidelijkheid zal zijn over het perspectief van [naam kind]. De kinderrechter heeft benadrukt dat de ouders in staat moeten zijn om op een onbelaste manier met elkaar te communiceren, anders zal een plaatsing in een neutraal pleeggezin overwogen moeten worden. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.