1STK Document
zijnde een koopovereenkomst van de garagebox [nummer garagebox] [adres] .
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A.M.G. van de Kragt, voorzitter,
en mrs. M.J.M. van Beckhoven en J.M.L. van Mulbregt, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. van Empelen en mr. V.E. Scholtens, griffiers,
en uitgesproken in het openbaar.
Tekst nader omschreven tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2017 tot en met 2 februari 2018
te Assendeift, in elk geval in Nederland, heeft deelgenomen aan een
organisatie, welke organisatie werd gevormd door een samenwerkingsverband van
meerdere natuurlijke personen en/of rechtspersonen, te weten hij, verdachte
en/of [naam medeverdachte 3] en/of [naam medeverdachte 2] en/of [naam medeverdachte 5]
en/of [naam medeverdachte 6] en/of [naam medeverdachte 7] en/of [naam medeverdachte 8]
En/of [naam medeverdachte 9] en/of [naam medeverdachte 10] en/of een of meer andere
(rechts)perso(o)n(en),
welke Organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk
(telkens)
- het voorhanden hebben van accijnsgoederen (te weten sigaretten) die niet
volgens de bepalingen van de Wet op de Accijns in de heffing zijn betrokken
(artikel 5 lid 1 onder b juncto 97 Wet op de Accijns); en/of
- het invoeren en/of doorvoeren en/of uitvoeren en/of verkopen en/of te koop
aanbieden en/of afleveren en/of uitdelen en/of in voorraad hebben van
vervalste en/of wederrechtelijk vervaardigde waren (te weten sigaretten)
art 140 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op een of meerdere tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 3
november 2017 tot en met 16 januari 2018 te Assendelft en/of Breda en/of
‘s-Gravenhage, althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met
(een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, telkens)
opzettelijk (een) accijnsgoed(eren), te weten:
- in totaal (circa) 278.000 stuks sigaretten, althans (telkens) een (grote)
hoeveelhe(i)d(en) sigaretten (verhandeld met medeverdachte [naam medeverdachte 2]
in of omstreeks de periode 3 november 2017 tot en met 7januari
2018) (AMB-102); en/of
- ( circa) 3.500.000 stuks sigaretten, althans (telkens) een (grote)
hoeveelhe(i)d(en) sigaretten (verhandeld met medeverdachte [naam medeverdachte 1]
in of omstreeks de periode 13 januari 2018 tot en met 16 januari 2018),
in elk geval (telkens) een (grote) hoeveelheid sigaretten, voorhanden heeft
gehad, terwijl (telkens) die sigaretten niet overeenkomstig de bepalingen van
de Wet op de Accijns in de heffing waren betrokken;
art 5 lid 1 onder b Wet op de accijns
art 97 Wet op de accijns
3.
hij op of omstreeks 17januari 2018 te Assendelft en/of Breda en/of
‘s-Gravenhage, althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met
(een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk
(een) accijnsgoed(eren), te weten (circa) 1.000.000 stuks sigaretten, althans
een (grote) hoeveelheid sigaretten (in beslag genomen onder medeverdachte
[naam medeverdachte 1] op of omstreeks 17januari 2018), in elk geval een
(grote) hoeveelheid sigaretten, voorhanden heeft gehad, terwijl die
sigaretten niet overeenkomstig de bepalingen van de Wet op de Accijns in de
heffing waren betrokken;
art 5 lid 1 onder b Wet op de accijns
art 97 Wet op de accijns
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks de periode van 13januari 2018 tot en met 17januari 2018
te Assendelft en/of Breda en/of ’s-Gravenhage, althans in Nederland, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van
het door hem, verdachte, en/of een of meer mededader(s) voorgenomen misdrijf
om opzettelijk (een) accijnsgoed(eren), te weten (circa) 1.000.000 stuks
sigaretten (in beslag genomen onder medeverdachte [naam medeverdachte 1] op of
omstreeks 17 januari 2018), in elk geval een (grote) hoeveelheid sigaretten,
die niet overeenkomstig de bepalingen van de Wet op de Accijns in de heffing
waren betrokken, voorhanden te hebben:
- [naam medeverdachte 1] heeft gevraagd om 900 dozen (te weten 700 en 200
dozen) althans 200 dozen (onveraccijnsde) sigaretten, althans een (grote)
hoeveelheid (onveraccijnsde) sigaretten, aan hem, verdachte, te
leveren/verkopen; en/of
- met die [naam medeverdachte 1] een mondelinge koopovereenkomst afgesloten en/of
- met die [naam medeverdachte 1] een afspraak voor de levering(en) van die partij
heeft gemaakt; en/of
- het eerste gedeelte van die partij sigaretten (op 16 januari 2018) in
ontvangst genomen en/of
- met die [naam medeverdachte 1] afspraken gemaakt voor de tweede levering van die
partij en/of
- aan de [naam medeverdachte 1] (per sms) gevraagd hoe laat hij komt, of woorden van
gelijke strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
art 45 Wetboek van Strafrecht
art 5 lid 1 onder b Wet op de accijns
art 97 Wet op de accijns