In deze zaak heeft de kinderrechter op 17 juli 2020 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West verzocht om de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen voor de duur van een jaar, evenals de uithuisplaatsing in een pleegzorgvoorziening. De moeder van [voornaam minderjarige] heeft het ouderlijk gezag, maar [voornaam minderjarige] woont bij pleegouders. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder, ondanks haar vooruitgang, niet in staat is om de zorg voor [voornaam minderjarige] zelf te dragen, gezien haar persoonlijke en psychische problematiek. De pleegouders bieden [voornaam minderjarige] de nodige stabiliteit en zorg, wat essentieel is voor zijn ontwikkeling. De kinderrechter heeft ook opgemerkt dat er een onderzoek loopt naar een gezagsbeëindigende maatregel bij de Raad voor de Kinderbescherming, dat door de coronamaatregelen is vertraagd. De kinderrechter heeft besloten dat het in het belang van [voornaam minderjarige] is om de huidige situatie te handhaven totdat het onderzoek is afgerond. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 3 augustus 2020.