Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..Het geschil
3..De beoordeling
4..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak vordert Ziggo Services B.V. van de gedaagde een bedrag van € 237,27, te vermeerderen met wettelijke rente, als gevolg van onbetaalde abonnementsgelden en afsluitkosten. De gedaagde heeft een abonnement voor internet en digitale televisie afgesloten bij Ziggo, maar heeft niet tijdig betaald, wat leidde tot de beëindiging van de overeenkomst per 31 juli 2019. Ziggo vordert de abonnementsgelden over de periode van 1 mei 2019 tot en met 31 juli 2019 en de afsluitkosten, gebaseerd op artikel 22 lid 1 van de algemene voorwaarden.
De gedaagde betwist de vordering en stelt dat zij problemen heeft ervaren met de dienstverlening van Ziggo, waaronder een niet-functionerend filmpakket en een slecht werkend televisieabonnement. Ze is bereid te betalen, maar alleen in termijnen, omdat ze niet in staat is het volledige bedrag ineens te voldoen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet heeft weersproken dat zij abonnementsgeld verschuldigd is en dat de kosten voor het filmpakket niet meer in rekening zijn gebracht.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering van Ziggo toewijsbaar is, aangezien de gedaagde niet heeft aangetoond dat zij recht heeft op een vermindering van de kosten. De rechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, en heeft de gedaagde in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis is uitgesproken door mr. H.M. van de Ven op 14 augustus 2020.