In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 29 juli 2020 uitspraak gedaan in een verzetprocedure van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Passie4hospitality B.V. tegen een eerdere faillissementsverklaring. Het verzoekschrift van de verzoekster is op 21 juli 2020 ter griffie ontvangen. De advocaat van de verweerster heeft op 24 juli 2020 per e-mail bericht dat verweerster instemt met het verzoek en geen verweer wenst te voeren. De curator heeft op 28 juli 2020 zijn bevindingen aan de rechtbank doen toekomen, waarbij hij heeft aangegeven dat zekerheid is gesteld voor de betaling van zijn salaris en verschotten. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzet tijdig is ingesteld en dat verzoekster ontvankelijk is in haar verzoek. De rechtbank oordeelt dat er voldoende feiten en omstandigheden zijn die aantonen dat verzoekster niet verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen. Daarom heeft de rechtbank het vonnis van 14 juli 2020 vernietigd en het salaris van de curator en de verschotten vastgesteld. De verschotten zijn vastgesteld op € 81,12, en het salaris van de curator op € 2.027,94, beide exclusief omzetbelasting. De uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter W.J. Roos-van Toor, in aanwezigheid van griffier E.J. van Gruijthuijsen. Tegen deze uitspraak kan binnen acht dagen hoger beroep worden ingesteld door degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent.