ECLI:NL:RBROT:2020:7212

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 juli 2020
Publicatiedatum
17 augustus 2020
Zaaknummer
FT RK 20-367
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen faillissementsverklaring en vernietiging vonnis

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 29 juli 2020 uitspraak gedaan in een verzetprocedure van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Passie4hospitality B.V. tegen een eerdere faillissementsverklaring. Het verzoekschrift van de verzoekster is op 21 juli 2020 ter griffie ontvangen. De advocaat van de verweerster heeft op 24 juli 2020 per e-mail bericht dat verweerster instemt met het verzoek en geen verweer wenst te voeren. De curator heeft op 28 juli 2020 zijn bevindingen aan de rechtbank doen toekomen, waarbij hij heeft aangegeven dat zekerheid is gesteld voor de betaling van zijn salaris en verschotten. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzet tijdig is ingesteld en dat verzoekster ontvankelijk is in haar verzoek. De rechtbank oordeelt dat er voldoende feiten en omstandigheden zijn die aantonen dat verzoekster niet verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen. Daarom heeft de rechtbank het vonnis van 14 juli 2020 vernietigd en het salaris van de curator en de verschotten vastgesteld. De verschotten zijn vastgesteld op € 81,12, en het salaris van de curator op € 2.027,94, beide exclusief omzetbelasting. De uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter W.J. Roos-van Toor, in aanwezigheid van griffier E.J. van Gruijthuijsen. Tegen deze uitspraak kan binnen acht dagen hoger beroep worden ingesteld door degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
verzet gegrond
insolventienummer [nummer]
uitspraakdatum: 29 juli 2020
Vonnis op het verzoekschrift van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Passie4hospitality B.V.,
gevestigd Lichtenauerlaan 120,
3062 ME Rotterdam,
verzoekster,
advocaat: mr. J-M.F. Honders,
strekkende tot vernietiging van het vonnis van deze rechtbank van
14 juli 2020, waarbij zij op verzoek van:
[verweerster],
wonende te [woonplaats] ,
verweerster,
advocaat mr. G. Bloem,
in staat van faillissement is verklaard met benoeming van mr. J.C.A.T. Frima tot rechter-commissaris en met aanstelling van mr. J. Smael als curator.

1.De procedure

Het verzoekschrift is op 21 juli 2020 ter griffie ontvangen.
Bij e-mailbericht van 24 juli 2020 heeft de advocaat van verweerster bericht dat verweerster het eens is met het verzoek, geen verweer wenst te voeren en instemt met afdoening zonder mondelinge behandeling.
Bij bericht van 28 juli 202 heeft de curator zijn bevindingen aan de rechtbank doen toekomen en medegedeeld dat zekerheid is gesteld voor de betaling van zijn salaris en verschotten.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De beoordeling

Nu het verzet tijdig is ingesteld, is verzoekster ontvankelijk in haar verzoek.
Gelet op het voorgaande oordeelt de rechtbank dat voldoende is gebleken van feiten en omstandigheden die aantonen dat verzoekster niet verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen. De rechtbank zal daarom het vonnis van 14 juli 2020 vernietigen en het salaris van de curator en de verschotten vaststellen.

3.De beslissing

De rechtbank:
  • vernietigt het vonnis van deze rechtbank van 14 juli 2020, waarbij verzoekster in staat van faillissement is verklaard;
  • stelt het salaris van de curator vast op € 2.027,94 (exclusief de daarover verschuldigde omzetbelasting) en brengt dit bedrag ten laste van verzoekster;
- stelt de verschotten vast op € 81,12 (exclusief de daarover verschuldigde omzetbelasting) en brengt dit bedrag ten laste van verzoekster.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Roos-van Toor, rechter, en in aanwezigheid van E.J. van Gruijthuijsen, griffier, in het openbaar uitgesproken op 29 juli 2020. [1]

Voetnoten

1.Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak, hoger beroep instellen. Het hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.