In deze zaak, geregistreerd onder zaaknummer 8385754 CV EXPL 20-8355, heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 10 juli 2020 een tussenvonnis uitgesproken. De eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. W.P. Bekenkamp, heeft de gedaagde, die in persoon verschijnt, aangeklaagd via een exploot van dagvaarding van 6 maart 2020. De procedure omvatte verschillende processtukken, waaronder de conclusie van antwoord, repliek en dupliek, waarbij de kantonrechter kennis heeft genomen van alle ingediende stukken.
De kantonrechter heeft besloten dat er een mondelinge behandeling zal plaatsvinden, waarbij partijen hun standpunten kunnen toelichten en inlichtingen kunnen geven. Vanwege de coronamaatregelen zal deze behandeling via een beeld- en geluidverbinding plaatsvinden met behulp van Skype voor bedrijven. De rechtbank heeft partijen gevraagd om hun e-mailadressen en verhinderdata voor de komende twee maanden door te geven, zodat de uitnodiging voor de mondelinge behandeling kan worden verzonden.
De kantonrechter heeft ook aangegeven dat alle relevante stukken die nog niet zijn ingediend, uiterlijk tien dagen voor de mondelinge behandeling moeten worden overgelegd. Partijen moeten zelf deelnemen aan de behandeling of vertegenwoordigd worden door een gemachtigde die op de hoogte is van het geschil. Dit vonnis is uitgesproken door mr. M. Fiege tijdens een openbare zitting.