ECLI:NL:RBROT:2020:7235

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 augustus 2020
Publicatiedatum
18 augustus 2020
Zaaknummer
8242540 CV EXPL 19-54602
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • H.M. van de Ven
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgverzekering en betalingsverplichtingen in het kader van de Zorgverzekeringswet

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, gaat het om een geschil tussen Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. en een gedaagde die in persoon procedeert. De zaak betreft een zorgverzekeringsovereenkomst waarbij de gedaagde verplicht is om premie, eigen risico en eventuele andere kosten te betalen. Zilveren Kruis vordert betaling van een bedrag van € 947,03, vermeerderd met wettelijke rente, omdat de gedaagde haar betalingsverplichtingen niet is nagekomen. De procedure is gestart met een dagvaarding op 10 december 2019, gevolgd door verschillende processtukken, waaronder een tussenvonnis van 13 januari 2020 waarin een mondelinge behandeling werd bepaald. Vanwege coronamaatregelen is besloten om de standpunten schriftelijk toe te lichten.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde bij Zilveren Kruis een zorgverzekering heeft afgesloten en dat zij verplicht is om de verschuldigde premie en eigen risico te betalen. De gedaagde heeft echter betoogd dat zij al betalingen heeft verricht en dat er slechts een deel van de vordering resteert. De rechter heeft de gedaagde de gelegenheid gegeven om deugdelijke betaalbewijzen over te leggen voor de betalingen die zij heeft gedaan. De zaak is verwezen naar een rolzitting op 8 september 2020, waar de gedaagde de betaalbewijzen uiterlijk de dag ervoor moet indienen. De rechter heeft verder bepaald dat Zilveren Kruis in de gelegenheid zal worden gesteld om op deze betaalbewijzen te reageren. Het vonnis is uitgesproken door mr. H.M. van de Ven.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8242540 CV EXPL 19-54602
uitspraak: 21 augustus 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.,
gevestigd te Utrecht,
eiseres,
gemachtigde: GGN Mastering Credit,
tegen
[gedaagde] ,
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
die procedeert in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘Zilveren Kruis’ en ‘ [gedaagde] ’.

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding van 10 december 2019, met producties;
de conclusie van antwoord, met een productie;
het tussenvonnis van 13 januari 2020 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
de conclusie van repliek, met producties;
de conclusie van dupliek, met producties;
de akte uitlaten producties van Zilveren Kruis.
Het vonnis is bepaald op heden.
Bij tussenvonnis van 13 januari 2020 is een mondelinge behandeling bepaald. Aangezien het gezien de coronamaatregelen niet mogelijk was een zitting op de rechtbank te houden zijn partijen in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk nader toe te lichten.

2..De vaststaande feiten

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds niet weersproken, staat het volgende tussen partijen vast.
2.2
[gedaagde] heeft bij Zilveren Kruis een zorgverzekering afgesloten zoals bedoeld in de Zorgverzekeringswet. Op grond van deze overeenkomst is [gedaagde] premie, eigen risico, eigen bijdrage en eventueel niet voor vergoeding in aanmerking komende maar wel voorgeschoten zorgkosten verschuldigd.

3..Het geschil

3.1
Zilveren Kruis vordert dat [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld tot betaling aan Zilveren Kruis van een bedrag van € 947,03, vermeerderd met de wettelijke rente over € 947,03 vanaf 10 december 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2
Zilveren Kruis legt – kort samengevat – aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] haar verplichting uit de zorgverzekeringsovereenkomst om premie en eigen risico te betalen niet is nagekomen. De vordering bedraagt inclusief rente en buitengerechtelijke incassokosten € 947,03.
3.3
[gedaagde] heeft op de vordering gereageerd. Hierop wordt voor zover van belang in deze procedure in het navolgende ingegaan.

4..De beoordeling

4.1
Zilveren Kruis vordert betaling van de (restant)premie over oktober en december 2018 en februari, september, oktober en november 2019 alsmede het eigen risico over 2019.
Dat [gedaagde] op grond van de tussen partijen bestaande zorgverzekeringsovereenkomst premie en eigen risico moet betalen is niet in geschil. [gedaagde] voert als verweer dat zij reeds betalingen heeft verricht, zodat nog slechts een deel van de vordering resteert. Verder voert zij aan dat zij in verband met de achterstand een betalingsregeling heeft gesloten met GGN, de gemachtigde van Zilveren Kruis, die de verrichte betalingen niet correct heeft afgeboekt.
4.2
[gedaagde] stelt zich op het standpunt dat zij de premie over oktober en november 2019 heeft voldaan en verwijst daarvoor naar meerdere overzichten van betalingen. Zilveren Kruis legt als productie 3 bij repliek een financieel overzicht over met alle door [gedaagde] verrichte betalingen en de wijze waarop zij deze heeft verwerkt. Zilveren Kruis stelt zich op het standpunt dat zij de door [gedaagde] overgelegde betaaloverzichten niet kan controleren, omdat niet zichtbaar is naar welk rekeningnummer de betaling is gedaan en welk kenmerk bij die betaling is vermeld.
Bij dupliek legt [gedaagde] vergelijkbare betaaloverzichten over, wederom zonder dat duidelijk is naar welk rekeningnummer en met welke omschrijving of dossiernummer de gestelde betalingen zijn gedaan. Daar staat tegenover dat uit de naam van de ontvanger wel lijkt te volgen dat de betalingen steeds aan Zilveren Kruis dan wel GGN zijn gedaan.
4.3
De betalingen van 23 oktober 2019, 25 juli 2019, 25 juni 2019, 25 mei 2019, 25 april 2019, 25 maart 2019, 25 februari 2019 en 25 oktober 2018 zijn reeds verwerkt in het overzicht van Zilveren Kruis. Met deze betalingen heeft Zilveren Kruis dus al rekening gehouden.
4.4
De betalingen van 25 december 2019, 21 december 2019, 25 november 2019, 21 november 2019, 5 november 2019, 21 oktober 2019, 25 december 2018 (mogelijk 2 betalingen), 25 november 2018 en 22 september 2018 zijn niet verwerkt in het overzicht van Zilveren Kruis. [gedaagde] krijgt in deze procedure nog één keer de gelegenheid van deze betalingen deugdelijke betaalbewijzen op te sturen aan de rechtbank. Op ieder over te leggen betaalbewijs moet ten aanzien van elke betaling staan: de datum en het bedrag, aan welk rekeningnummer is betaald met de omschrijving of kenmerk dat bij de betaling is vermeld.
4.5
[gedaagde] heeft daarnaast een lijst met betalingen aan GGN overgelegd. Deze betalingen lijken niet allemaal in het overzicht van Zilveren Kruis te zijn meegenomen. [gedaagde] dient ook van deze betalingen separate betaalbewijzen aan de rechtbank op te sturen. Bij elke betaling moet duidelijk staan aan welk rekeningnummer is betaald en welke omschrijving of kenmerk bij de betaling is vermeld.
4.6
De zaak wordt verwezen naar de rolzitting van dinsdag 8 september om 13.30 uur.
De dag voor die rolzitting om 12.00 uur moeten de betaalbewijzen van [gedaagde] uiterlijk door de rechtbank zijn ontvangen. [gedaagde] mag de betaalbewijzen per post aan de rechtbank opsturen of zij mag de betaalbewijzen aan de rechtbank e-mailen. In beide gevallen moet zij op de in te dienen stukken het hierboven genoemde zaaknummer vermelden. Zilveren Kruis zal vervolgens in de gelegenheid worden gesteld op de overgelegde betaalbewijzen te reageren.
4.7
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5..De beslissing

De kantonrechter
:
verwijst de zaak naar de
rolzitting van 8 september 2020 om 13.30 uurom [gedaagde] in de gelegenheid te stellen de hiervoor onder 4.4 en 4.5 bedoelde betaalbewijzen van haar betalingen aan Zilveren Kruis, dan wel GGN aan de rechtbank op te sturen;
wijst [gedaagde] erop dat de betaalbewijzen uiterlijk de dag vóór de rolzitting om 12.00 uur door de rechtbank ontvangen moeten zijn;
wijst [gedaagde] er op dat zij tijdelijk ook een e-mailbericht mag sturen aan
kantondagvaarding.rtm@rechtspraak.nl;
bepaalt dat Zilveren Kruis hierna in de gelegenheid zal zijn op de nader door [gedaagde] overgelegde betaalbewijzen te reageren;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.M. van de Ven en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
41645