Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
Dat [gedaagde] op grond van de tussen partijen bestaande zorgverzekeringsovereenkomst premie en eigen risico moet betalen is niet in geschil. [gedaagde] voert als verweer dat zij reeds betalingen heeft verricht, zodat nog slechts een deel van de vordering resteert. Verder voert zij aan dat zij in verband met de achterstand een betalingsregeling heeft gesloten met GGN, de gemachtigde van Zilveren Kruis, die de verrichte betalingen niet correct heeft afgeboekt.
Bij dupliek legt [gedaagde] vergelijkbare betaaloverzichten over, wederom zonder dat duidelijk is naar welk rekeningnummer en met welke omschrijving of dossiernummer de gestelde betalingen zijn gedaan. Daar staat tegenover dat uit de naam van de ontvanger wel lijkt te volgen dat de betalingen steeds aan Zilveren Kruis dan wel GGN zijn gedaan.
De dag voor die rolzitting om 12.00 uur moeten de betaalbewijzen van [gedaagde] uiterlijk door de rechtbank zijn ontvangen. [gedaagde] mag de betaalbewijzen per post aan de rechtbank opsturen of zij mag de betaalbewijzen aan de rechtbank e-mailen. In beide gevallen moet zij op de in te dienen stukken het hierboven genoemde zaaknummer vermelden. Zilveren Kruis zal vervolgens in de gelegenheid worden gesteld op de overgelegde betaalbewijzen te reageren.
5..De beslissing
:
rolzitting van 8 september 2020 om 13.30 uurom [gedaagde] in de gelegenheid te stellen de hiervoor onder 4.4 en 4.5 bedoelde betaalbewijzen van haar betalingen aan Zilveren Kruis, dan wel GGN aan de rechtbank op te sturen;
kantondagvaarding.rtm@rechtspraak.nl;