In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 25 augustus 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [voornaam minderjarige]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 20 augustus 2020 een verzoekschrift ingediend voor een machtiging om de minderjarige in een gesloten accommodatie te plaatsen. Dit verzoek is gedaan omdat de minderjarige grensoverschrijdend gedrag vertoont en zich onttrekt aan het gezag van de groep. De kinderrechter heeft de minderjarige, die bijgestaan werd door zijn advocaat mr. A. Jhingoer, apart gehoord. De ouders van de minderjarige zijn niet verschenen op de zitting.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat het ouderlijk gezag over de minderjarige wordt uitgeoefend door de ouders en dat de minderjarige momenteel verblijft bij Het Bergse Bos. Eerder is de ondertoezichtstelling van de minderjarige verlengd en is er een machtiging tot uithuisplaatsing verleend. De kinderrechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de ernst van de gedragsproblemen en de hechtingsproblematiek van de minderjarige, die gediagnosticeerd is met ODD. De kinderrechter concludeert dat de gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om de ontwikkeling van de minderjarige te waarborgen en om te voorkomen dat hij zich aan de jeugdhulp onttrekt.
De kinderrechter heeft daarom besloten om de machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen voor de duur van vier maanden, met ingang van 25 augustus 2020 tot 25 december 2020, uitsluitend voor de plaatsing bij Het Bergse Bos, waar voorzieningen zijn voor kinderen onder de twaalf jaar. Deze beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 27 augustus 2020. Hoger beroep tegen deze beschikking kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld door de verzoekers en andere belanghebbenden.