In deze zaak heeft de besloten vennootschap Famed B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeerde, met betrekking tot een onbetaalde tandartsfactuur. De vordering betreft een bedrag van € 90,55 voor een probleemgericht consult en het maken van een kaakoverzichtsfoto, uitgevoerd door een zorgaanbieder op 17 juni 2019. Famed heeft de gedaagde meerdere herinneringen en aanmaningen gestuurd, maar de betaling bleef uit. De gedaagde betwist de vordering en stelt dat de kosten onterecht zijn, omdat de tandarts geen kosten in rekening had moeten brengen voor de verrichtingen die binnen de garantietermijn van tien jaar zijn uitgevoerd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet heeft betwist dat de zorgaanbieder de handelingen heeft verricht en dat zij op grond van de wet in beginsel een vergoeding verschuldigd is. De kantonrechter heeft de argumenten van de gedaagde verworpen, omdat deze niet voldoende onderbouwd waren. De vordering tot betaling van € 90,55 is toegewezen, evenals de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten van € 40,00. De gedaagde is ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 210,85 aan verschotten en € 72,00 aan salaris voor de gemachtigde. Het vonnis is uitgesproken door de kantonrechter A.M. van Kalmthout op 21 augustus 2020.