Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding, met producties;
- de conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in reconventie, met producties;
- het vonnis van 13 februari 2020, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
- de akte uitlaten vervolg procedure zijdens [eiser] ;
- de conclusie van repliek in conventie tevens conclusie van antwoord in reconventie, met producties;
- de conclusie van dupliek in conventie, tevens conclusie van repliek in reconventie.
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
in conventiegevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, GFS te veroordelen aan hem te betalen in totaal € 5.282,07 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 4.604,27 vanaf 20 november 2019 tot de dag van algehele voldoening, met veroordeling van GFS in de proceskosten.
- factuur 2019-702 d.d. 13-7-2019 (week 28) ten bedrage van € 1.298,70
- factuur 2019-703 d.d. 21-7-2019 (week 29) ten bedrage van € 1.888,21
- factuur 2019-704 d.d. 27-7-2019 (week 30) ten bedrage van € 1.417,36
in reconventiegevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- te verklaren voor recht dat [verweerder] de overtreding van het relatie- en geheimhoudingsbeding staakt en gestaakt houdt onder verbeurte van een dwangsom van € 300,- voor elke dag of gedeelte van een dag dat de overtreding van het relatie- en geheimhoudingsbeding voortduurt, zulks met een maximum van € 50.000,- vermeerderd met rente en kosten;
- [verweerder] te veroordelen om aan GFS te betalen een bedrag van € 30.000,- ten titel van boete, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de verschuldigdheid tot aan de dag van algehele voldoening.