Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het (verdere) verloop van de procedure
- de akte uitlaten aan de zijde van Seacontractors;
- de akte uitlaten aan de zijde van [verzoeker] ;
- het (aanvullende) verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening
- de incidentele conclusie van antwoord;
- de beschikking in het incident van 24 april 2020;
- het proces-verbaal van de op 5 augustus 2020 gehouden getuigenverhoren.
2..De (verdere) beoordeling
nietheeft erkend dat hij [getuige 3] bij de keel heeft gegrepen. Op de mededeling van [getuige 2] dat hij van [naam] bericht had gekregen dat [verzoeker] [getuige 3] bij de keel zou hebben gegrepen zou [verzoeker] volgens [getuige 2] hebben gereageerd met de opmerking dat hij [getuige 3] niet bij de keel heeft gegrepen, maar wel bij zijn kraag of zwemvest. Geconfronteerd met een mogelijk ontslag op staande voet heeft [verzoeker] zowel tegen [getuige 1] en [getuige 2] medegedeeld dat de beslissing om hem te ontslaan toch al was genomen. De verklaring van [getuige 2] bevestigt in zoverre hetgeen dat door [verzoeker] zelf als getuige is verklaard over het gesprek op 24 oktober 2019, namelijk dat in zijn visie het ontslag op staande voet al was gegeven en dat het nutteloos was om nog zijn visie op het gebeuren te geven.
met dat ik naar de trap liep stonden [verzoeker] en [getuige 3] daar.Voor zover [getuige 3] wordt gevolgd in zijn standpunt dat [verzoeker] hem voor het trappetje naar de buitendeur bij de keel heeft gegrepen laat zich mede op basis van de tekening niet inzien hoe [naam] (als enige getuige) vanaf de brug of bij de trap heeft kunnen waarnemen dat [verzoeker] [getuige 3] op die positie in een greep onder de kin vasthad, mede in het licht van de verklaring van [getuige 5] dat hij als eerste twee treden naar beneden is gelopen en dat hij [verzoeker] en [getuige 3] op het bordes (in de deuropening) heeft zien staan. [getuige 3] dan wel Seacontractors heeft daarvoor geen plausibele verklaring kunnen geven. Daarbij komt nog dat door [getuige 4] nadrukkelijk is verklaard dat in zijn visie [naam] niet gezien kan hebben wat zich op het bordes heeft afgespeeld, terwijl door [verzoeker] zelf is verklaard dat [naam] niet naar beneden is gekomen en dat dit ook niet kon, omdat [getuige 5] op de trap stond.