Op 26 augustus 2020 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking uitgesproken in de zaak van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2]. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om de ondertoezichtstelling voor de duur van twaalf maanden, omdat de kinderen zich in een ernstig loyaliteitsconflict bevonden als gevolg van de destructieve communicatie tussen hun ouders. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders, ondanks hun goede bedoelingen, niet in staat zijn om op een voor de kinderen niet-belastende manier met elkaar te communiceren. Dit heeft geleid tot een situatie waarin de kinderen niet onbelast contact kunnen hebben met beide ouders, wat schadelijk is voor hun ontwikkeling.
Tijdens de zitting zijn de kinderen, de ouders, de stiefmoeder en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond gehoord. De kinderrechter was geschrokken van de manier waarop de kinderen hun situatie verwoordden en concludeerde dat de ouders hulp nodig hebben om de ernstige ontwikkelingsbedreiging van de kinderen weg te nemen. De kinderrechter heeft de ouders aangespoord om in te zien dat hun gedrag destructief is voor de kinderen en dat zij bij zichzelf moeten beginnen om de situatie te verbeteren.
De kinderrechter heeft uiteindelijk besloten om de kinderen onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond voor de duur van twaalf maanden, met ingang van 26 augustus 2020. Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep tegen deze beschikking kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld door de verzoekers of andere belanghebbenden.