ECLI:NL:RBROT:2020:7951

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 juli 2020
Publicatiedatum
10 september 2020
Zaaknummer
C/10/599880 / FA RK 20-4965
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing rechterlijke machtiging tot opname en verblijf op verzoek van het CIZ

Op 21 juli 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, op verzoek van het CIZ. De zaak is geregistreerd onder het zaaknummer C/10/599880 / FA RK 20-4965. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek op dezelfde datum gehouden, waarbij de cliënt en haar advocaat, mr. J.J. Boelaars, aanwezig waren. Ook zijn er verschillende zorgverleners en een familielid gehoord via een beeld- en geluidverbinding, in het kader van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, specifiek dementie, wat leidt tot ernstig nadeel, zoals verwaarlozing. De rechter heeft geoordeeld dat opname en verblijf noodzakelijk zijn om dit ernstig nadeel te voorkomen. Ondanks dat de cliënt aanvankelijk verzet toonde tegen opname, heeft zij op het moment van de zitting aangegeven vrijwillig in de accommodatie te willen verblijven. De rechtbank heeft echter geconstateerd dat de vrijwilligheid van de cliënt nog niet bestendig is, gezien het grillige verloop van haar aandoening.

De rechtbank heeft besloten om de machtiging voor een periode van vier maanden te verlenen, in afwijking van de door het CIZ verzochte termijn. De machtiging is geldig tot en met 21 november 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/599880 / FA RK 20-4965
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 21 juli 2020 betreffende een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in artikel 26 van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (hierna: Wzd)
op verzoek van:
het CIZ,
met betrekking tot:
[naam cliënt],
geboren op [geboortedatum cliënt] te [geboorteplaats cliënt] ,
hierna: cliënt,
wonende aan de [adres cliënt] [postcode cliënt] te [woonplaats cliënt] ,
thans verblijvende in Aafje, verpleeghuis 't Ronde Sant te Ridderkerk
advocaat mr. J.J. Boelaars te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van het CIZ, ingekomen ter griffie op 7 juli 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 het indicatiebesluit op grond van artikel 3.2.3 van de Wet langdurige zorg van 6 februari 2020;
 de medische verklaring, opgesteld en ondertekend door [naam specialist ouderengeneeskunde] , specialist ouderengeneeskunde, van 1 juli 2020;
 de aanvraag voor een rechterlijke machtiging van 7 april 2020;
 het zorgplan van 1 juli 2020.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 21 juli 2020. Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • cliënt met haar hierboven genoemde advocaat;
  • [naam arts] , arts en [naam verzorger] , verzorgenden, beiden verbonden aan Aafje;
  • [naam kleinzoon] , kleinzoon.

2..Beoordeling

2.1.
De rechter kan op verzoek van het CIZ een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf in een geregistreerde accommodatie verlenen als bedoeld in artikel 24 lid 1 Wzd. De machtiging kan slechts worden verleend indien naar het oordeel van de rechter het gedrag van de cliënt als gevolg van haar psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap, dan wel als gevolg van een daarmee gepaard gaande psychische stoornis of een combinatie daarvan leidt tot ernstig nadeel. Daarnaast moeten de opname en het verblijf noodzakelijk zijn om het nadeel te voorkomen of af te wenden en zijn er geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening (dementie, ziekte van Alzheimer). Deze psychogeriatrische aandoening leidt tot ernstig nadeel. Het ernstig nadeel is gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstige verwaarlozing. De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Cliënt weerspreekt het voormelde niet en de rechtbank heeft geen aanleiding voor een ander oordeel.
2.3.
Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
2.4.
Gebleken is dat cliënt zich verzet tegen de opname en het verblijf. Cliënt toont op dit moment geen verzet en zegt vrijwillig in de accommodatie te willen verblijven. Een maand geleden was cliënt onvoldoende bereid om in de accommodatie te verblijven. Vanwege het grillige verloop van de aandoening is het nog niet duidelijk of de vrijwilligheid van cliënt bestendig is. Om die reden zal de machtiging worden verleend. Omdat de kans reëel is dat binnen enkele maanden blijkt dat de vrijwilligheid bestendig is, zal de machtiging worden verleend voor een kortere duur. Daarbij is ook in acht genomen dat het bespreken van verzoeken zoals dit verzoek, belastend en ontregelend kan zijn voor cliënt, en een volgend (vergelijkbaar) gesprek op korte termijn dus niet in haar belang is.
2.5.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat is voldaan aan de criteria voor een machtiging. In afwijking van de door het CIZ verzochte termijn, zal de machtiging worden verleend voor de duur van vier maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot opname en verblijf ten aanzien van [naam cliënt] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 21 november 2020.
Deze beschikking is op 21 juli 2020 mondeling gegeven door mr. J.J. Klomp, rechter, in tegenwoordigheid van H.J. de Wit, griffier, en op 23 juli 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.