In deze zaak heeft Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde wegens onbetaalde zorgkosten en premies. De gedaagde heeft een zorgverzekeringsovereenkomst met Zilveren Kruis en heeft in gebreke gebleven met de betaling van de verschuldigde bedragen. De vordering is ingesteld bij exploot van dagvaarding op 13 mei 2020, waarbij Zilveren Kruis heeft gevorderd dat de gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van € 434,41, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De gedaagde heeft verweer gevoerd en betwist dat er een openstaande vordering is, en heeft aangevoerd dat er reeds een betalingsregeling was getroffen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de vordering inmiddels heeft erkend en dat de betalingsregeling niet in de weg staat aan de toewijzing van de hoofdsom. De kantonrechter heeft de vordering van Zilveren Kruis gedeeltelijk toegewezen, waarbij de gedaagde is veroordeeld tot betaling van € 270,66, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten. De kantonrechter heeft de getroffen betalingsregeling opgenomen in het dictum van de uitspraak en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.