ECLI:NL:RBROT:2020:8136

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 juli 2020
Publicatiedatum
16 september 2020
Zaaknummer
C/10/599875 / FA RK 20-4963
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voortzetting inbewaringstelling op basis van vrijwilligheid en ontbreken van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel

Op 9 juli 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een verzoek tot voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt, ingediend door het CIZ. Het verzoekschrift was op 7 juli 2020 ingekomen en bevatte verschillende bijlagen, waaronder een beschikking van de burgemeester en een verklaring van een arts. Tijdens de mondelinge behandeling, die ook op 9 juli plaatsvond, werd de cliënt gehoord, samen met zijn advocaat en een specialist ouderengeneeskunde. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een stoornis, maar dat er geen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel aanwezig is. De cliënt gaf aan dat het goed met hem ging en er was geen sprake van verzet. De rechtbank concludeerde dat een gedwongen opname niet noodzakelijk was en heeft het verzoek afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter A.C. Hendriks en schriftelijk uitgewerkt op 13 juli 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/599875 / FA RK 20-4963
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 9 juli 2020 betreffende een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling als bedoeld in artikel 37 van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (hierna: Wzd)
op verzoek van:
CIZ,
met betrekking tot:
[naam cliënt],
geboren op [geboortedatum cliënt] ,
hierna: cliënt,
wonende en verblijvende in Aafje Koningshof te Rotterdam,
advocaat mr. J.J. Boelaars te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van het CIZ, ingekomen ter griffie op 7 juli 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de beschikking van de burgemeester van 6 juli 2020;
 de verklaring van [naam arts] , arts, van 6 juli 2020; en
 het indicatiebesluit op grond van artikel 3.2.3 van de Wet langdurige zorg d.d. 4 mei 2020.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 9 juli 2020. Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
 cliënt met advocaat mr. L.A. Middelkoop, namens de hierboven genoemde advocaat;
 [naam] , specialist ouderengeneeskunde, verbonden aan Aafje Koningshof.

2..Beoordeling

De rechtbank is van oordeel dat er sprake is van een stoornis. Het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel is echter niet aanwezig en er is voorts sprake van vrijwilligheid. Tijdens de zitting geeft cliënt aan dat het heel goed met hem gaat, ook in de instelling. De specialist ouderengeneeskunde licht toe dat er een paar dagen eerder, na een overplaatsing, sprake was van agressie, waardoor er een inbewaringstelling is aangevraagd. Echter, na dit incident is er, de afgelopen dagen, geen sprake meer geweest van agressie. Ook is niet (voldoende) onderbouwd dat er sprake is van een andere vorm van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel waarvoor een machtiging noodzakelijk is. Bovendien is er geen sprake van verzet, cliënt is nu rustig en meewerkend. Een gedwongen opname is niet nodig. Gelet op het voorgaande wordt het verzoek afgewezen.

3..Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek af.
Deze beschikking is op 9 juli 2020 mondeling gegeven door mr. A.C. Hendriks, rechter, in tegenwoordigheid van M. Streefland, griffier en op 13 juli 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.