Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van de primair ten laste gelegde moord;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 16 jaar met aftrek van voorarrest.
4..Waardering van het bewijs
- de verdachte zich gedurende enige tijd heeft kunnen beraden op het te nemen of het genomen besluit en
- dat hij niet heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling,
- zodat hij de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven.
5..Strafbaarheid feit
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregelen
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 13 (dertien) jaren;
[naam benadeelde 1], te betalen een bedrag van
€ 30.132,88 (zegge: dertigduizendhonderdtweeëndertig euro en achtentachtig eurocent),bestaande uit
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij
[naam benadeelde 1]te betalen
185 (honderdvijfentachtig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
[naam benadeelde 2], te betalen een bedrag van
€ 17.850,36 (zegge: zeventienduizendachthonderdvijftig euro en zesendertig eurocent),bestaande uit
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij
[naam benadeelde 2]te betalen
€ 17.850,36(hoofdsom,
zegge: zeventienduizendachthonderdvijftig euro en zesendertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 juli 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat bij uitblijven van betaling
gijzelingkan worden toegepast tot maximaal
124 (honderdvierentwintig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
[naam benadeelde 3], te betalen een bedrag van
€ 583,04 (zegge: vijfhonderddrieëntachtig euro en vier eurocent)aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 3 juli 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij
[naam benadeelde 3]te betalen
zegge: vijfhonderddrieëntachtig euro en vier eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 juli 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat bij uitblijven van betaling
gijzelingkan worden toegepast tot een maximum van
11 (elf) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
[naam benadeelde 4], te betalen een bedrag van
€ 20.000,- (zegge: twintigduizend euro),
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij
[naam benadeelde 4]te betalen
zegge: twintigduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 juli 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat bij uitblijven van betaling
gijzelingkan worden toegepast tot maximaal
135 (honderdvijfendertig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
[naam benadeelde 5]niet-ontvankelijk in de vordering;
[naam benadeelde 5]in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
[naam benadeelde 6], te betalen een bedrag van
€ 107,90 (zegge: honderdzeven euro en negentig eurocent)aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 3 juli 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij
[naam benadeelde 6]te betalen
€ 107,90(hoofdsom,
zegge: honderdzeven euro en negentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 juli 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat bij uitblijven van betaling
gijzelingkan worden toegepast tot maximaal
2 (twee) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
[naam benadeelde 8]voor het deel dat betrekking heeft op de reiskosten en parkeerkosten;
[naam benadeelde 8]niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
[naam benadeelde 8]in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
[naam benadeelde 7], te betalen een bedrag van
€ 56,29 (zegge: zesenvijftig euro en negenentwintig eurocent)aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 3 juli 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij
[naam benadeelde 7]te betalen
€ 56,29
zegge: zesenvijftig euro en negenentwintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 juli 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat bij uitblijven van betaling
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
1 (één) dag; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
[naam benadeelde 9], te betalen een bedrag van
€ 2.950,47 (zegge: tweeduizendnegenhonderdvijftig euro en zevenenveertig eurocent), bestaande uit
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij
[naam benadeelde 9]te betalen
zegge: tweeduizendnegenhonderdvijftig euro en zevenenveertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 juli 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat bij uitblijven van betaling
gijzelingkan worden toegepast tot maximaal
39 (negendertig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
[naam benadeelde 10], te betalen een bedrag van
€ 1.605,- (zegge: duizendzeshonderdenvijf euro) aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 3 juli 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij
[naam benadeelde 10]te betalen
zegge: duizendzeshonderdenvijf euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 juli 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat bij uitblijven van betaling
gijzelingkan worden toegepast tot een maximum van
26 (zesentwintig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;