Op 17 september 2020 heeft de rechtbank Rotterdam een mondelinge beslissing genomen over de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, die in een ernstige psychische crisis verkeert. De officier van justitie had verzocht om deze voortzetting, omdat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel. De betrokkene had recentelijk twee zelfmoordpogingen ondernomen na een relatiebreuk en vertoonde impulsief gedrag. De rechtbank oordeelde dat de betrokkene behandeld moest worden om beter met zijn gevoelens om te kunnen gaan, en dat er geen minder ingrijpende alternatieven beschikbaar waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, waaronder een depressieve stoornis en ADHD, en dat de crisissituatie zo ernstig was dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die een geldigheidsduur heeft van drie weken. De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde verplichte zorg, waaronder beperking van de bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie, noodzakelijk en evenredig was om het dreigende nadeel af te wenden. De betrokkene en zijn moeder verzetten zich tegen de opname, maar de rechtbank oordeelde dat zonder adequate ambulante hulp de veiligheid van de betrokkene in het geding zou komen.
De beschikking is op 17 september 2020 mondeling gegeven door rechter mr. A. Buizer en op 24 september 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.