Op 22 juni 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in Finland en thans verblijvende in Antes GGZ. De officier van justitie had op 19 juni 2020 verzocht om voortzetting van de op 18 juni 2020 opgelegde crisismaatregel. Tijdens de mondelinge behandeling, die telefonisch plaatsvond vanwege de coronamaatregelen, zijn de betrokkene en zijn advocaat gehoord, evenals een psychiater van Antes. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, met een aanzienlijk risico op levensgevaar, wat onder andere blijkt uit een eerdere zelfdodingspoging door het springen in de Maas. Ondanks de betwisting van de ernst van de situatie door de betrokkene en zijn advocaat, heeft de rechtbank de bevindingen van de psychiater als voldoende geacht om de crisismaatregel te handhaven. De rechtbank heeft de noodzakelijke vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, en heeft andere door de officier verzochte zorgvormen afgewezen omdat deze niet voldoende gemotiveerd waren. De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken, tot en met 13 juli 2020.