ECLI:NL:RBROT:2020:8592

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 mei 2020
Publicatiedatum
30 september 2020
Zaaknummer
C/10/595439 / FA RK 20-2885
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam

Op 12 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven betreffende een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. De zaak betreft een betrokkene, geboren in Joegoslavië, die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek schizofrenie. De officier van justitie heeft op 23 april 2020 een verzoekschrift ingediend, vergezeld van diverse medische en zorgdocumenten. Tijdens de mondelinge behandeling op 12 mei 2020 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene en zijn advocaat. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van zijn psychische aandoening, leidt tot ernstig nadeel, waaronder risico op lichamelijk letsel en financiële schade. De rechtbank concludeert dat er geen mogelijkheden zijn voor zorg op vrijwillige basis, aangezien de betrokkene niet bereid is om behandeling te accepteren. Daarom is verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De rechtbank verleent de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, tot en met 12 november 2020, en bepaalt dat de noodzakelijke maatregelen kunnen worden getroffen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter B. Krijnen en schriftelijk uitgewerkt op 19 mei 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/595439 / FA RK 20-2885
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 12 mei 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene] , Joegoslavië,
hierna: betrokkene,
wonende te [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
advocaat mr. J.A. van Gemeren te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 23 april 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door [naam 1] , psychiater, van 16 april 2020;
 de (niet ondertekende) zorgkaart met bijlagen;
 het zorgplan van 30 maart 2020 met bijlagen;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 het bericht dat er geen relevante politiegegevens en/of strafvorderlijke- en justitiële gegevens voor betrokkene zijn.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 12 mei 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
 [naam 2] , casemanager, verbonden aan Antes;
 [naam 3] , tolk.
1.2.
De officier is niet ter zitting telefonisch gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is. Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
 ernstig lichamelijk letsel;
 ernstige materiële schade;
 ernstige financiële schade;
 ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang.
Drie jaar geleden is betrokkene vanwege een psychotisch toestandsbeeld, achterdocht en desorganisatie dakloos geraakt. Hij betaalde geen rekeningen meer en bouwde grote schulden op. Daarnaast kon hij niet goed voor zichzelf zorgen. De casemanager verklaart ter zitting dat het lang heeft geduurd om betrokkene te stabiliseren en dat betrokkene nog steeds hulp nodig heeft met zijn opgebouwde schulden. Hij woont op het moment in een beschermde woonvorm en het gaat goed met hem. Betrokkene heeft wel een gebrek aan ziektebesef– en inzicht, waardoor hij niet altijd de noodzaak ziet van het innemen van medicatie. Hij wil zijn medicatie dan ook afbouwen (vanwege bijwerkingen), maar als betrokkene stopt met medicatie, dan zal hij opnieuw psychotisch worden zoals voorheen. Hij zal dan weer zorg gaan mijden, zichzelf verwaarlozen en zijn financiële situatie zal verslechteren.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden en om de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Betrokkene geeft namelijk aan de medicatie te willen afbouwen.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
 het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen. Betrokkene zal moeten toestaan dat het fact-team hem bezoekt voor het toedienen van de medicatie en ook om andere hulp te bieden, waaronder hulp bij zijn schulden.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, die gericht zijn op het opschalen van de zorg, worden door de rechtbank niet als noodzakelijk geacht. Ter zitting is niet vast komen te staan dat er sprake is van een voorzienbare crisissituatie.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 12 november 2020;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 12 mei 2020 mondeling gegeven door mr. B. Krijnen, rechter, in tegenwoordigheid van V. Merkouris, griffier, en op 19 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.