ECLI:NL:RBROT:2020:860

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 januari 2020
Publicatiedatum
4 februari 2020
Zaaknummer
C/10/589155 / FA RK 20-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie

Op 6 januari 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren op een onbekende datum en woonachtig op een onbekend adres. De officier van justitie had op 3 januari 2020 een verzoekschrift ingediend voor verlenging van de op 2 januari 2020 opgelegde crisismaatregel. De mondelinge behandeling vond plaats op 6 januari 2020 in de verblijfplaats van de betrokkene, waar ook de advocaat van de betrokkene, mr. S. Scheimann, aanwezig was. Tijdens de zitting werd vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een bipolaire stoornis type 1, wat leidde tot ernstig en onmiddellijk dreigend nadeel voor de veiligheid van personen en goederen. De rechtbank oordeelde dat de crisissituatie zo ernstig was dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die een geldigheidsduur heeft van drie weken. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter A.C. Hendriks en schriftelijk uitgewerkt op 10 januari 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/589155 / FA RK 20-23
Patiëntnummer: [nummer]
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 6 januari 2020 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Parnassia Groep, locatie Poortmolen, Opname1, te Capelle aan den IJssel,
advocaat mr. S. Scheimann te Rotterdam.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 3 januari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 2 januari 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 2 januari 2020;
  • de medische verklaring van C. Tuijl, psychiater, van 2 januari 2020.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 6 januari 2020, in voornoemde verblijfplaats van betrokkene.
Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
  • [naam 1] , psychiater, en
  • [naam 2] , arts, beiden verbonden aan Parnassia Groep, locatie Poortmolen, te Rotterdam.
1.2.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht, is de officier niet ter zitting verschenen.

2.Beoordeling

2.1.
Criteria crisismachtiging
2.1.1.
Op grond van artikel 7:7 Wvggz in samenhang gelezen met artikel 7:8 Wvggz kan de rechter op verzoek van de officier met betrekking tot betrokkene een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verlenen, indien de burgemeester ten aanzien van deze betrokkene op grond van
artikel 7:1 Wvggz een crisismaatregel heeft genomen.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Voorts bestaat het aanzienlijk risico op de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept alsmede het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige materiële schade en ernstige immateriële schade.
Betrokkene is al lange tijd bekend met een bipolaire stoornis type 1, waarvoor betrokkene al meerdere keren in het kader van een rechterlijke machtiging is opgenomen. Betrokkene is aanvankelijk op vrijwillige basis opgenomen geweest, omdat hij aangaf wederom de psychische stoornis te ondervinden. Er is bij betrokkene sprake van een manische ontregeling, hetgeen duidelijk zichtbaar wordt als hij niet of niet goed zijn medicatie inneemt. Dit heeft bovendien het gevolg dat het nadeel teweeg wordt gebracht.
Ter zitting verklaren de artsen een last tot crisismaatregel te hebben aangevraagd nadat betrokkene afdelingsontwrichtend gedrag vertoonde én nadat betrokkene met een auto, waarvan de deuren open stonden, met een hoge snelheid op het terrein van de accommodatie ging rijden. Op de afdeling vertoonde betrokkene (seksueel) ontremd gedrag en ook ging hij op deuren bonzen, waarna hij werd gesepareerd. In de separeercel heeft betrokkene zijn ontlasting op de muren besmeerd. Betrokkene heeft vervolgens noodmedicatie toegediend gekregen.
2.1.3.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van een bipolaire stoornis type 1.
2.1.4.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
De rechtbank is van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel af te wenden, te weten het
aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
beperken van de bewegingsvrijheid;
controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
insluiten;
onderzoek aan kleding of lichaam;
opnemen in een accommodatie;
toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
Met betrekking tot het toedienen van medicatie geeft betrokkene blijk van verzet. Betrokkene verklaart ter zitting zeggenschap te willen hebben ten opzichte van zijn lichaam en derhalve niet in te stemmen met eventuele gedwongen toediening van medicatie. De rechtbank passeert dit bezwaar.
Betrokkene betwist de overige vormen van verplichte zorg niet en de rechtbank heeft geen aanleiding voor een ander oordeel.
2.2.2.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.2.3.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief
(artikel 3:3 Wvggz). Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.3.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.1. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 27 januari 2020.
Deze beschikking is op 6 januari 2020 mondeling gegeven door mr. A.C. Hendriks, rechter, in tegenwoordigheid van M. Mesiha, griffier, en op 10 januari 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.