ECLI:NL:RBROT:2020:862

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 januari 2020
Publicatiedatum
4 februari 2020
Zaaknummer
C/10/589132 / FA RK 20-10
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie

Op 6 januari 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel, op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. De officier had op 2 januari 2020 een verzoekschrift ingediend voor verlenging van de op 1 januari 2020 opgelegde crisismaatregel. De mondelinge behandeling vond plaats in de verblijfplaats van de betrokkene, die op dat moment in de Parnassia Groep te Capelle aan den IJssel verbleef. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder ernstig lichamelijk letsel en verwaarlozing, en dat de betrokkene bekend is met overmatig drugs- en lachgasgebruik. De rechtbank oordeelde dat de crisissituatie zo ernstig was dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die een geldigheidsduur heeft van drie weken. De beschikking is mondeling gegeven door rechter A.C. Hendriks en schriftelijk uitgewerkt op 10 januari 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/589132 / FA RK 20-10
Patiëntnummer: [nummer]
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 6 januari 2020 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Parnassia Groep, locatie Poortmolen, Opname 2 te Capelle aan den IJssel, advocaat mr. S. Scheimann te Rotterdam.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 2 januari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 1 januari 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 1 januari 2020;
  • de medische verklaring van M.A.V. van Verschuer, psychiater, van 1 januari 2020.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 6 januari 2020, in voornoemde verblijfplaats van betrokkene.
Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met haar hierboven genoemde advocaat;
  • [naam] , arts, verbonden aan Parnassia Groep, locatie Poortmolen, te Capelle aan den IJssel.
1.2.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht, is de officier van justitie niet ter zitting verschenen.

2.Beoordeling

2.1.
Criteria crisismachtiging
2.1.1.
Op grond van artikel 7:7 Wvggz in samenhang gelezen met artikel 7:8 Wvggz kan de rechter op verzoek van de officier met betrekking tot een betrokkene een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verlenen, indien de burgemeester ten aanzien van deze betrokkene op grond van
artikel 7:1 Wvggz een crisismaatregel heeft genomen.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het ernstig lichamelijk letsel, ernstige immateriële schade en ernstige verwaarlozing. Eveneens bestaat het aanzienlijk risico op de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en het aanzienlijk risico op acute maatschappelijke teloorgang.
Betrokkene is bekend met overmatig drugs- en lachgasgebruik. De huidige opname van betrokkene heeft plaatsgevonden na een verslechtering van haar toestandsbeeld, waarbij de situatie voor haar familie onhoudbaar werd. Voorafgaand aan de opname vertoonde betrokkene ontremd gedrag, hetgeen ook gezien wordt op de afdeling. De arts verklaart ter zitting dat betrokkene op de afdeling seksueel ontremd gedrag vertoont jegens mannelijke medepatiënten. Tevens is betrokkene fysiek agressief. Betrokkene heeft noodmedicatie toegediend gekregen en zij is bovendien gesepareerd geweest. Voorts kan betrokkene gauw geagiteerd raken, waarbij zij agressie van andere medepatiënten oproept.
2.1.3.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van een psychotisch toestandsbeeld.
Betrokkene weerspreekt dat sprake is van een psychische stoornis. Betrokkene geeft aan dat de huidige situatie is verslechterd als gevolg van een samenloop van omstandigheden.
2.1.4.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
De rechtbank is van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel af te wenden, te weten het
beperken van de bewegingsvrijheid;
insluiten;
opnemen in een accommodatie;
toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
uitoefenen van toezicht op betrokkene.
Betrokkene betwist dit niet en de rechtbank heeft geen aanleiding voor een ander oordeel.
2.2.2.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect kunnen sorteren.
2.2.3.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief (artikel 3:3 Wvggz). Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.3.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.1. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 27 januari 2020.
Deze beschikking is op 6 januari 2020 mondeling gegeven door mr. A.C. Hendriks, rechter, in tegenwoordigheid van M. Mesiha, griffier, en op 10 januari 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.