Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
beschikking
[naam kind] ,
[naam moeder] ,
[naam vader] ,
Het procesverloop
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam vertegenwoordigster] .
De feiten
Het verzoek
De standpunten
De beoordeling
De beslissing
Den Haag.
Rechtbank Rotterdam
Op 15 september 2020 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de machtiging tot gesloten jeugdhulp voor een kwetsbaar meisje, hierna te noemen [naam kind]. De zaak werd behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder, vader en de gecertificeerde instelling (GI) aanwezig waren. De GI, vertegenwoordigd door mr. S. Ben Ahmed, had verzocht om een machtiging om [naam kind] voor zes maanden in een gesloten accommodatie te plaatsen, omdat zij zich onttrok aan behandeling en eerder problematisch gedrag vertoonde. De kinderrechter heeft de feiten en het procesverloop in overweging genomen, waaronder de recente positieve ontwikkelingen in het leven van [naam kind], zoals haar nieuwe opleiding en bijbaantje. De kinderrechter oordeelde dat de zorgen over de sociaal-emotionele ontwikkeling van [naam kind] niet voldoende waren om een gesloten plaatsing te rechtvaardigen. De kinderrechter wees het verzoek van de GI af, met de overweging dat [naam kind] en haar vader hulpverlening moeten accepteren om de positieve ontwikkeling voort te zetten. De beslissing werd mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. K.J. van den Herik, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier.