ECLI:NL:RBROT:2020:8902

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 oktober 2020
Publicatiedatum
7 oktober 2020
Zaaknummer
C/10/594120 / HA ZA 20-340
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor vorstschade aan verdampers na reiniging

In deze zaak vordert RSA Luxembourg S.A. (hierna: RSA) schadevergoeding van Vecom Metal Treatment B.V. (hierna: Vecom) wegens vorstschade aan verdampers die door Vecom gereinigd zijn. De feiten van de zaak zijn als volgt: RSA is de verzekeraar van Cryotainer B.V., die verdampers voor gasopslag laat reinigen door Vecom. Na de reiniging op 19 februari 2018 zijn de verdampers enkele dagen buiten in de vorst blijven staan, wat leidde tot vorstschade. RSA stelt dat Vecom tekort is geschoten in haar verplichtingen door de afsluiters van de verdampers te sluiten zonder deze voldoende te laten uitlekken, waardoor water in de verdampers bevroren is. Vecom betwist deze tekortkoming en beroept zich op haar algemene voorwaarden, waarin de aansprakelijkheid is beperkt.

De rechtbank oordeelt dat RSA als gesubrogeerde in de rechten van Cryotainer kan optreden en dat de overeenkomst tussen partijen kan worden gekarakteriseerd als een overeenkomst van opdracht. De rechtbank laat RSA toe bewijs te leveren van haar stellingen over de tekortkoming van Vecom en de causaliteit van de schade. Vecom krijgt de gelegenheid tot tegenbewijs. De rechtbank wijst op de relevante bepalingen in de algemene voorwaarden van Vecom, die de aansprakelijkheid beperken, en overweegt dat een beroep op deze beperking naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar kan zijn, afhankelijk van de uitkomst van het bewijs.

De zaak wordt aangehouden voor bewijslevering en verdere uitlatingen van partijen. De rechtbank moedigt partijen aan om te overleggen over een mogelijke schikking.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/594120 / HA ZA 20-340
Vonnis van 7 oktober 2020
in de zaak van
de vennootschap naar Luxemburgs recht
RSA LUXEMBOURG S.A.,
gevestigd te Luxemburg,
eiseres,
advocaat mr. W.M. van Rossenberg te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VECOM METAL TREATMENT B.V.,
gevestigd te Maassluis,
gedaagde,
advocaat mr. T. Havekes te Voorburg.
Partijen zullen hierna RSA en Vecom genoemd worden.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 22 januari 2020, met producties 1 t/m 3,
  • de conclusie van antwoord, met producties 1/m 8,
  • de conclusie van repliek, met producties 4 t/m 8,
  • de conclusie van dupliek, met producties 9 en 10.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
RSA is de verzekeraar van Cryotainer B.V., gevestigd te Schiedam (hierna te noemen: "Cryotainer"). Cryotainer is specialist op het gebied van opslag en leverantie van gassen, voornamelijk stikstoftoepassingen.
2.2.
Vecom is specialist op het gebied van metaaloppervlaktebehandeling, waaronder het chemisch reinigen, ontvetten en anticorrosief behandelen van metalen.
2.3.
De opslag van de meeste gassen vindt plaats onder druk. Voor de verdamping van de vloeistof tot gas is energie nodig. Om dat te bewerkstelligen maakt Cryotainer gebruik van verdampers (lange buizenstelsels met koelvinnen waarmee warmte kan worden
opgenomen uit de omringende lucht). Deze verdampers hebben het formaat van een 20‑ft container en bestaan uit een aluminium of een aluminium/roestvast stalen
buizenstelsel met koelprofielen.
2.4.
Cryotainer laat haar verdampers en andere metaaloppervlakken regelmatig reinigen
door Vecom. Op (woensdag) 14 februari 2018 heeft Cryotainer telefonisch contact opgenomen met Vecom met het verzoek om twee verdampers te laten reinigen. In een navolgend e‑mailbericht van Cryotainer aan Vecom van diezelfde dag (productie 1 bij conclusie van antwoord) is – onder meer – het volgende geschreven:
“Naar aanleiding van ons gesprek willen wij 2 verdampers bij jullie laten reinigen voor zuurstof. Indien mogelijk willen we dan vanmiddag 1 of 2 verdampers bij jullie brengen. Laat maar horen wat jullie het beste uitkomt. Het drogen doen wij weer zelf.”
2.5.
Vecom heeft Cryotainer, nog steeds op 14 februari 2018, per e-mail (productie 4 bij conclusie van repliek) bericht dat de verdampers op (maandag) 19 februari 2018 zouden kunnen worden aangeleverd. Cryotainer heeft per e-mail van diezelfde dag meegedeeld dat zij de verdampers die datum zou komen brengen.
2.6.
Op 15 februari 2018 heeft Vecom een orderbevestiging gestuurd naar Cryotainer, waarin een orderbedrag van (met inachtneming van een handgeschreven correctie) in totaal € 5.878,87 in rekening wordt gebracht (productie 2 bij conclusie van antwoord).
2.7.
Cryotainer heeft de verdampers en toebehoren, zoals was afgesproken, op (maandag) 19 februari 2018 bij Vecom afgeleverd (productie 3 bij conclusie van antwoord).
2.8.
In een (aangepaste) opdrachtbevestiging van 23 februari 2018 (productie 5 bij conclusie van repliek) is door Vecom – onder meer – het volgende geschreven:
“We zullen u tijdig op de hoogte stellen van de datum waarop uw materiaal gereed is en kan worden afgehaald”.
2.9.
De gereinigde verdampers hebben tot 26 februari 2018 bij Vecom op haar bedrijfsterrein in de buitenlucht gestaan.
2.10.
Op 26 februari 2018 heeft Cryotainer de gereinigde verdampers vroeg in de ochtend opgehaald. Toen is geconstateerd dat de afsluiters van de verdampers zich in gesloten positie bevonden, dat het restwater in de verdampers bevroren was en dat de verdampers vorstschade vertoonden. Op diezelfde datum heeft Cryotainer Vecom
aansprakelijk gesteld voor het ontstaan van de schade.
2.11.
Na ontvangst van de aansprakelijkstelling heeft Vecom de schade gemeld op haar AVBverzekering bij Zurich Insurance pic. (hierna: “Zurich”). Zurich heeft expertisebureau Lengkeek, Laarman & De Hosson (hierna: Lengkeek) ingeschakeld om onderzoek te doen naar de aard en omvang van de schade. In het expertiserapport van [naam 1] , expert van Lengkeek, van 24 mei 2018 (productie 5 bij conclusie van antwoord) is – onder meer – het volgende opgenomen:
“Vastgesteld kon worden in beide verdampers tientallen bochtstukken van de buizenstelsels, zowel aan de boven- als onderzijde, waren opengebarsten. Eén en ander doet vermoeden dat de warmtewisselaars ten tijde van het evenement vol water hebben gestaan.
(…)
Claimbedrag
Vooralsnog hebben wij geen claimbedrag ontvangen. Voorlopige raming van de herstelkosten bedraagt € 23.000,00, welk bedrag kan oplopen wanneer de schade omvangrijker mocht zijn dan ingeschat.
Andere verzekeringen / Regres
Door wederpartij werd een eigen verzekering gesloten via SAA Verzekeringen te Rotterdam, waarvan ons verdere details ontbreken. SAA heeft onderhavige kwestie geregistreerd onder referentie [nummer] en verzocht Arntz | van Helden de schade-expertise te verrichten, met wie wij in deze kwestie contact onderhouden.”
2.12.
In opdracht van RSA heeft [naam 2] , expert van Arntz | van Helden bv Expertisebureau, onderzoek gedaan naar de schade. In diens expertiserapport van 13 juli 2018 (productie 1 bij dagvaarding) is – onder meer – het volgende opgenomen:
Schadeoorzaak
Gezien het schadebeeld moet de oorzaak van de schade geweten worden aan breuk van het leidingwerk door uitzetting van bevriezend water.
Zoals vermeld werd de installatie door Vecom gereinigd. Nadien dient een dergelijke
installatie gedroogd te worden, teneinde op veilige wijze ingezet te kunnen worden.
Tijdens een voorval in het verleden, waarbij de installatie volgens verklaring na het
reinigen niet goed door Vecom gedroogd zou zijn, zijn op een werklocatie problemen
opgetreden.
Nadien was door verzekerde besloten de droging van de verdampers zelf ter hand te nemen. Als zodanig werden de onderhavige verdampers, zonder dat deze gedroogd werden, na reiniging door Vecom op diens terrein opgeslagen.
Als gevolg van de constructiewijze van de verdampers blijft na het reinigen water achter in het leidingwerk. Door de vriezende omstandigheden is dit water in het leidingwerk bevroren met de genoemde schade tot gevolg.
Blijkbaar werden onvoldoende maatregelen getroffen, waardoor schade door bevriezing heeft opgetreden.
Herstelkosten
Door de reparateur, tevens fabrikant van verdamper 2, werden op basis van de visueel waarneembare schade begrotingen ten behoeve van herstel opgesteld.
(…)
Wij hebben de kosten na uitsplitsing als volgt berekend:
Verdamper 1
(…)
Totaal, exclusief btwEUR 5.795,00
(…)
Verdamper 2
(…)
Totaal, exclusief btwEUR 20.645,00
(…)
Naast de herstelkosten deelde verzekerde mee zich geconfronteerd te zien met aanvullende kosten waaronder de inhuur van vervangende verdampers. Deze verdampers werden collegiaal bij WSG Industrial Services B V. te Emmen ingehuurd. Geheel vrijblijvend en ter nadere beoordeling vermelden wij, dat de verdampers voor een periode van 36 dagen werden ingehuurd voor een totaalbedrag vanEUR 7.200,00exclusief btw.
Gelet op de staat waarin de verdampers alsook de gereinigde slangen en koppelingen aangetroffen werden, is verzekerde van mening dat de door Vecom aan haar doorbelaste reinigingskosten niet terecht zijn. Deze kosten, met een totaalbedrag vanEUR 5.878,87exclusief btw, zijn door verzekerde reeds voldaan.
Verzekerde deelde mee alle voornoemde kosten bij Vecom te willen claimen.
Verzekerde verklaarde zich akkoord met genoemde bedragen.
De heer [naam 1] kon zich, de voornoemde reinigingskosten van Vecom buiten beschouwing gelaten, eveneens met de genoemde bedragen verenigen.
De heer [naam 1] bevestigde desgevraagd zich te kunnen verenigen met de oorzaak van de schade, zijnde bevriezing van het in de verdampers aanwezige water, terwijl deze op het terrein van Vecom aanwezig waren.
Naar aanleiding van een verdere nuance hierin door de heer [naam 1] voor wat betreft de hiervoor verantwoordelijke partij, hebben wij de betreffende email met de orderbevestiging van Vecom aan verzekerde d.d. 23 februari 2018 aan hem toegezonden. De heer [naam 1] deelde mee dat deze door hem niet eerder ontvangen was en deelde mee over te gaan tot afsluitende rapportage aan diens opdrachtgevers.”
2.13.
Op de overeenkomst tussen Cryotainer en Vecom zijn de Algemene Voorwaarden Vecom Bedrijven 2013 (hierna: de algemene voorwaarden) van toepassing.
2.14.
In artikel 6.6 van de algemene voorwaarden is het volgende bepaald:
“In alle gevallen is de aansprakelijkheid van Vecom, in geld uitgedrukt beperkt tot de op de door Vecom te leveren diensten of goederen betrekking hebbende contractsom. Iedere verdergaande verplichting of aansprakelijkheid is uitdrukkelijk uitgesloten. Meer in het bijzonder is Vecom niet aansprakelijk voor schade die direct of indirect het gevolg is van een verzuim van Vecom.”
2.15.
In artikel 13 van de algemene voorwaarden is het volgende bepaald:
13. (Op)levering, transport
13.3
Met betrekking tot goederen ter behandeling, be- of verwerking is de aansprakelijkheid van Vecom beperkt tot vergoeding van eventuele schade aan de goederen binnen de limiet genoemd in 6.6. van deze voorwaarden. Vecom is in geen geval aansprakelijk voor schade die het gevolg is van intrinsieke gebreken aan goederen, of voor Vecom niet kenbare eigenschappen van het betreffende goed.
2.16.
RSA, althans haar rechtsvoorganger Royal & Sun Alliance Insurance PLC, heeft, daartoe ingevolge verzekeringsovereenkomst gehouden, de aan de verdampers ontstane schade aan Cryotainer vergoed.

3..Het geschil

3.1.
RSA vordert – samengevat – dat de rechtbank, bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Vecom veroordeelt om aan RSA te betalen tegen bewijs van kwijting een bedrag van € 41.969,35, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 februari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, de buitengerechtelijke incassokosten en de kosten van de procedure.
3.2.
RSA legt hieraan het volgende ten grondslag. RSA heeft, daartoe ingevolge verzekeringsovereenkomst gehouden, de aan de verdampers ontstane schade aan Cryotainer vergoed, ten gevolge waarvan zij is getreden in de rechten van haar verzekerde te dezer zake jegens derden. Voor zoveel nodig heeft Cryotainer volmacht verleend aan RSA om de onderhavige vordering in eigen naam geldend te maken en te incasseren.
Vecom is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen voortvloeiende uit de tussen partijen gesloten overeenkomst. Vecom is gehouden de hierdoor ontstane schade te vergoeden. De schade aan de verdampers heeft kunnen ontstaan omdat Vecom de afsluiters van de verdampers na het reinigen in een gesloten positie heeft geplaatst, waardoor de verdampers (te) vol (met) water hebben gestaan. Het vele water is door vorst bevroren en is daardoor gaan uitzetten, met als gevolg dat het buizenstelsel van de verdampers is beschadigd. Tussen partijen is afgesproken dat Vecom Cryotainer zou informeren als Vecom haar werkzaamheden zou hebben uitgevoerd. Vecom heeft dat verzuimd te doen. Ook daardoor is de schade aan de verdampers ontstaan. Als Vecom Cryotainer wel zou hebben geïnformeerd, zouden de verdampers niet enkele dagen buiten in de vorst hebben gestaan en het daarin aanwezige water zijn bevroren.
Voor zover de algemene voorwaarden van toepassing zijn op de uitgevoerde werkzaamheden geldt dat gelet op de ernst van de door Vecom gemaakte fouten een beroep op de beperking van de aansprakelijkheid in de algemene voorwaarden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
3.3.
Vecom voert verweer, stekkende tot niet-ontvankelijkverklaring van RSA in de vordering, althans afwijzing daarvan, met veroordeling van RSA in de kosten van de procedure.
3.4.
Vecom betwist dat sprake zou zijn van subrogatie. RSA heeft geen bewijs van betaling aan haar verzekerde overgelegd. Evenmin is door RSA de volmacht overgelegd. Zolang deze stukken niet zijn overgelegd kan RSA niet als gesubrogeerd verzekeraar worden aangemerkt en moet de vordering worden afgewezen.
Vecom betwist voorts dat zij is tekortgeschoten in de nakoming van de verplichtingen voortvloeiend uit de overeenkomst tussen partijen. Vecom heeft zoals gebruikelijk de afsluiters van de verdampers na het reinigen enige tijd open laten staan om het water zoveel als mogelijk uit de verdampers te laten lopen. Vervolgens heeft Vecom de afsluiters weer gesloten ter voorkoming van vervuiling. Cryotainer zou de verdampers zelf drogen.
Cryotainer en Vecom hebben daarnaast niet afgesproken dat Cryotainer een melding zou geven als de werkzaamheden klaar waren, maar hebben afgesproken dat de verdampers op 23 februari 2018 zouden worden opgehaald. Cryotainer is deze afspraak niet nagekomen.
De schade aan de verdampers is, zoals de expert van Arntz | van Helden heeft opgemerkt, ontstaan door de constructiewijze van de verdampers waarin na het reinigen water achterblijft in het leidingwerk. Vecom is voor de gevolgen daarvan niet aansprakelijk aangezien, zoals is bepaald in artikel 13.3 van de toepasselijke algemene voorwaarden, Vecom in geen geval aansprakelijk is voor schade die het gevolg is van intrinsieke gebreken aan goederen, of voor Vecom niet kenbare eigenschappen van het betreffende goed. Vecom was met deze specifieke eigenschappen van de verdampers niet op de hoogte. Voors geldt op grond van artikel 6.6 en 13.3 van de algemene voorwaarden dat de aansprakelijkheid van Vecom in elk geval beperkt is tot het bedrag van het factuurbedrag van € 5.878,87.
Vecom betwist dat een beroep op de algemene voorwaarden in strijd is met de redelijkheid en billijkheid, zoals RSA betoogt. RSA heeft dat standpunt niet onderbouwd en bovendien valt niet in te zien dat de redelijkheid en billijkheid aan de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden in de weg zouden staan.
Vecom stelt zich ten aanzien van de gevorderde buitengerechtelijke kosten op het standpunt dat deze niet voor vergoeding in aanmerking komen.

4..De beoordeling

4.1.
Allereerst ligt de vraag voor of RSA in deze zaak een vordering kan instellen. RSA heeft ter onderbouwing van het standpunt dat zij op grond van subrogatie vorderingsgerechtigd is, bij conclusie van repliek diverse stukken in het geding gebracht. Vecom heeft in reactie daarop bij conclusie van dupliek enkel de hoogte van de vordering waarvoor RSA gesubrogeerd zou zijn, betwist. De subrogatie als zodanig is door Vecom hiermee onvoldoende gemotiveerd betwist. Daarmee staat vast dat RSA in deze procedure als gesubrogeerde in de rechten van Cryotainer kan optreden. Tot welk bedrag dat het geval is, zal hierna aan de orde komen.
4.2.
De overeenkomst tussen partijen kan worden gekenmerkt als een overeenkomst van opdracht. Partijen twisten over de vraag of Vecom is tekortgeschoten in de nakoming van de verplichtingen uit deze overeenkomst.
4.3.
Op grond van artikel 6:74 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) verplicht iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis de schuldenaar de schade die de schuldeiser daardoor lijdt te vergoeden, tenzij de tekortkoming de schuldenaar niet kan worden toegerekend.
4.4.
RSA stelt dat Vecom tekortgekomen is de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst door de verdampers van Cryotainer, na deze met chemicaliën te hebben gereinigd en met water te hebben doorgespoeld, niet (voldoende) te hebben laten uitlekken maar de afsluiters van de verdampers in een gesloten positie te hebben geplaatst.
4.5.
Vecom betwist dat zij dat heeft gedaan. Zij voert aan dat zij de verdampers, na de reiniging en het spoelen met water, enige tijd heeft “afgelaten” (dat wil zeggen de afsluiters van de verdampers enige tijd heeft open laten staan om het water eruit te laten) en pas daarna de afsluiters heeft gesloten ter voorkoming van vervuiling van de verdampers. Aldus is in geschil of Vecom de verdampers voldoende heeft laten uitlekken voordat zij deze afsloot, waarvan niet in geschil is dat zij dat mocht.
4.6.
Op grond van de hoofdregel van artikel 150 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) rust op RSA de bewijslast van haar voormelde stelling. RSA heeft bewijs aangeboden van haar stellingen en de rechtbank zal haar tot het leveren van dat bewijs toelaten.
4.7.
De tweede stelling van RSA is dat Vecom in strijd met de tussen partijen gemaakte afspraak Cryotainer niet erover heeft geïnformeerd dat de verdampers gereed waren om te worden opgehaald, met als gevolg dat deze enkele dagen buiten in de vorst hebben gestaan en het daarin aanwezige water is bevroren.
4.8.
Vecom betwist de door RSA gestelde afspraak. Zij heeft aangevoerd dat tussen partijen op 14 februari 2018 (mondeling) is afgesproken dat Vecom de verdampers op vrijdag 23 februari 2018 zou ophalen.
4.9.
Gezien deze gemotiveerde betwisting dient RSA (op grond van de hiervoor genoemde hoofdregel van artikel 150 Rv) haar stelling in beginsel te bewijzen. Ter onderbouwing van de juistheid van haar stelling heeft RSA echter het e‑mailbericht van Vecom van 23 februari 2018 overgelegd, waarin wordt meegedeeld “We zullen u tijdig op de hoogte stellen van de datum waarop uw materiaal gereed is en kan worden afgehaald”. Hoewel Vecom over deze mededeling in de e-mail heeft opgemerkt dat dit een standaardmededeling is, waaraan geen betekenis kan worden toegekend, is de rechtbank van oordeel dat voorshands moet worden aangenomen dat tussen partijen de afspraak gold dat Vecom Cryotainer op de hoogte zou stellen als de reinigingswerkzaamheden aan de verdampers waren uitgevoerd om deze op te halen. Vecom zal in de gelegenheid worden gesteld hiertegen tegenbewijs te leveren.
4.10.
Ten slotte dienen nog twee kwesties te worden besproken. Vecom heeft aangevoerd dat de schade aan de verdampers ook zou zijn ontstaan als zij de verdampers voldoende lang zou hebben laten uitlekken. Tussen partijen was immers afgesproken dat niet Vecom maar Cryotainer zelf voor het drogen van de verdampers zou zorgdragen. Volgens Vecom zou er altijd water in de verdampers zijn achtergebleven, ook als zij de verdampers voldoende zou hebben “afgelaten”, zou ook dat achtergebleven water tot beschadiging van de verdampers hebben geleid. De rechtbank beschouwt dit als een betwisting door Vecom dat tussen de door RSA gestelde tekortkoming en de schade causaal verband (het zogenaamde ‘condicio sine qua non’-verband) bestaat. Volgens de meergenoemde hoofdregel van artikel 150 Rv dient RSA dit causaal verband aan te tonen. In lijn hiermee ligt dus om RSA tevens bewijs op te dragen van de stelling dat de schade, zoals vastgesteld, niet zou zijn opgetreden als het buizenstelsel voldoende zou zijn ontwaterd.
4.11.
De zojuist onder 4.7 besproken kwestie hangt nauw samen met het door Vecom gevoerde verweer dat zij op grond van artikel 13.3 van de algemene voorwaarden niet aansprakelijk is voor de ingetreden schade, omdat deze schade een gevolg is van “intrinsieke gebreken” of voor Vecom “niet kenbare eigenschappen” van de verdampers als bedoeld in dat artikel, aangezien - volgens haar stelling - de verdampers klaarblijkelijk ook konden bevriezen nadat zij waren ontwaterd omdat daarin altijd nog water zou achterblijven. De bewijslast van die stelling rust op Vecom omdat door RSA is weersproken dat de verdampers kunnen bevriezen als daarin slechts een kleine hoeveelheid water is achtergebleven. Om die reden zal ter zake die stelling een bewijsopdracht aan Vecom worden gegeven.
4.12.
Indien en voor zover na bewijslevering komt vast te staan dat Vecom is tekortgeschoten in de nakoming van de verplichtingen uit de overeenkomst, komt de vraag aan de orde hoe hoog de schadevergoeding is waar Vecom voor kan worden aangesproken.
4.13.
Vecom heeft in dat kader mede een beroep gedaan op artikel 13.3 in samenhang met artikel 6.6 van de algemene voorwaarden, voor zover daarin is bepaald dat de aansprakelijkheid van Vecom tot aan het factuurbedrag wordt beperkt.
4.14.
RSA is van oordeel dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid Vecom geen succesvol beroep kan doen op deze beperking van aansprakelijkheid in de algemene voorwaarden, omdat de schade is ontstaan doordat Vecom in strijd met haar kernverplichtingen heeft gehandeld en Vecom grove nalatigheid kan worden verweten.
4.15.
De rechtbank oordeelt hierover als volgt. Bij de toets of een beroep op de aansprakelijkheidsbeperking in de algemene voorwaarden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, is in deze zaak om de volgende redenen terughoudendheid gepast. De algemene voorwaarden, met daarin het desbetreffende exoneratiebeding, zijn overeengekomen tussen twee professionele partijen, die vaker zaken met elkaar hebben gedaan. Een dergelijk beding is bovendien niet ongebruikelijk in het handelsverkeer. In beginsel moet de desbetreffende aansprakelijkheidsbeperking, die op zichzelf genomen ook niet onredelijk is, als tussen partijen geldend worden beschouwd. RSA heeft naar het oordeel van de rechtbank vooralsnog onvoldoende onderbouwd dat Vecom zodanig onzorgvuldig of verwijtbaar heeft gehandeld dat een beroep op de bepaling naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. De consequentie hiervan is dat, in het geval komt vast te staan dat Vecom is tekortgekomen in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst, de aansprakelijkheid in beginsel is beperkt tot het factuurbedrag.
4.16.
De rechtbank kan partijen uiteraard niet verbieden door te procederen, maar geeft hen in overweging met elkaar in overleg te treden en te onderzoeken of zij, gezien hetgeen hiervoor is overwogen, in deze zaak tot een vergelijk kunnen komen.
4.17.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5..De beslissing

De rechtbank:
5.1.
laat RSA toe te bewijzen :
  • a) dat Vecom de verdampers niet (voldoende) heeft laten uitlekken maar de afsluiters van de verdampers (te snel) in een gesloten positie heeft geplaatst;
  • b) dat de verdampers niet zouden zijn beschadigd als verdampers wel (voldoende) zouden zijn uitgelekt en niet (te snel) in een gesloten positie zouden zijn geplaatst;
5.2.
laat Vecom toe:
  • a) tot tegenbewijs van de voorshands bewezen geachte stelling dat partijen zijn overeengekomen dat Vecom na het afronden van de werkzaamheden Cryotainer zou informeren zodra het materiaal klaar stond en kon worden opgehaald;
  • b) te bewijzen dat de schade aan de verdampers het gevolg is van intrinsieke gebreken aan of voor Vecom niet kenbare eigenschappen van de verdampers;
5.3.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
21 oktober 2020voor uitlating door partijen of zij bewijs willen leveren door het overleggen van bewijsstukken of door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
5.4.
bepaalt dat RSA en Vecom, indien zij geen bewijs door getuigen willen leveren maar wel bewijsstukken willen overleggen, die stukken direct in het geding moeten brengen,
5.5.
bepaalt dat RSA en Vecom, indien zij getuigen willen laten horen, de getuigen en
de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden november 2020 tot en met januari 2021 direct moeten opgeven, waarna dag en uur van de getuigenverhoren zullen worden bepaald,
5.6.
bepaalt dat de getuigenverhoren zullen plaatsvinden op de terechtzitting van mr. J.E. Molenaar in het gerechtsgebouw te Rotterdam aan Wilhelminaplein 100/125,
5.7.
bepaalt dat alle partijen uiterlijk tien dagen voor het eerste getuigenverhoor alle beschikbare bewijsstukken aan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,
5.8.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.E. Molenaar, rechter, bijgestaan door mr. H.A. Wolterink, griffier, en ondertekend en in het openbaar uitgesproken door mr. J.F. Koekebakker, rolrechter, op 7 oktober 2020.[3070/801/3152]