In deze zaak heeft de kinderrechter op 23 september 2020 een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige [voornaam minderjarige]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 3 oktober 2020 en de kinderrechter heeft nu besloten deze te verlengen tot 3 april 2021. De kinderrechter heeft de minderjarige en zijn moeder gehoord, waarbij de moeder bijgestaan werd door haar advocaat, mr. H.J. Ruysendaal. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om de verlenging van de ondertoezichtstelling, waarbij positieve ontwikkelingen in de situatie van de minderjarige en de moeder zijn opgemerkt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er zorgen zijn over de sociaal-emotionele ontwikkeling van de minderjarige, maar ook dat er positieve stappen zijn gezet, zoals de deelname aan school en de medewerking van de moeder aan hulpverlening. De kinderrechter oordeelt dat de voortzetting van de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de ontwikkeling van de minderjarige te blijven monitoren en om de hulpverlening te kunnen waarborgen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.