ECLI:NL:RBROT:2020:9011

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 september 2020
Publicatiedatum
8 oktober 2020
Zaaknummer
C/10/602670 / JE RK 20-2371
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot ondertoezichtstelling van een minderjarige met ernstige ontwikkelingsbedreigingen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 22 september 2020 een beschikking gegeven inzake de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. Het verzoek tot ondertoezichtstelling is ingediend door de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht op 19 augustus 2020, met als doel de ontwikkeling van [naam kind] te beschermen. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de ouders niet verschenen, maar [naam kind] de gelegenheid kreeg om haar mening te uiten. De Raad heeft ernstige zorgen geuit over de seksuele ontwikkeling van [naam kind], die sinds groep 7 problematiek vertoont. In juli 2020 is zij gestart met Multi Systeem Therapie (MST), waarvan de Raad positief is over de inzet.

De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft het verzoek van de Raad ondersteund, en de kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. Ondanks de betrokkenheid van de ouders, blijkt dat zij onvoldoende draagkracht hebben om het gedrag van [naam kind] positief te beïnvloeden. De kinderrechter oordeelt dat de inzet van een jeugdbeschermer noodzakelijk is om de ouders te ondersteunen en de benodigde hulpverlening in te zetten. De kinderrechter heeft besloten om [naam kind] onder toezicht te stellen voor de duur van twaalf maanden, met ingang van 22 september 2020 tot 22 september 2021, en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. A.J. van Dijk, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok als griffier.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/602670 / JE RK 20-2371
datum uitspraak: 22 september 2020

beschikking ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind] ,

geboren op [geboortedatum kind] 2006 te [geboorteplaats kind] , hierna te noemen [naam kind] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van
19 augustus 2020, ingekomen bij de griffie op 20 augustus 2020.
Op 22 september 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- een vertegenwoordigster van de Raad, [naam vertegenwoordigster 1] ,
- een tweetal vertegenwoordigsters van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (hierna: de GI), [naam vertegenwoordigster 2] en [naam vertegenwoordigster 3] .
Opgeroepen en niet verschenen zijn de moeder en de vader (met kennisgeving).
[naam kind] is in de gelegenheid gesteld haar mening kenbaar te maken.

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.

[naam kind] woont bij de ouders.

Het verzoek

De Raad heeft een ondertoezichtstelling van [naam kind] verzocht voor de duur van twaalf maanden.
De Raad heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Er zijn ernstige zorgen over [naam kind] . Zij vertoont sinds groep 7 problematiek op het gebied van seksualiteit. In juli 2020 is [naam kind] gestart met Multi Systeem Therapie (MST). De Raad is positief over de inzet van deze therapie. MST moet meer zicht geven op welke hulpverlening nodig is voor [naam kind] .

Het standpunt van de GI

De GI heeft ter zitting het verzoek van de Raad ondersteund. Het MST-traject verloopt positief en [naam kind] laat met kleine stappen vooruitgang zien. De ouders grijpen alle mogelijkheden aan om [naam kind] te kunnen helpen.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [naam kind] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. [naam kind] laat sinds groep 7 van de basisschool een zorgelijke seksuele ontwikkeling zien, maar passende hulpverlening is destijds niet van de grond gekomen. Ook zijn er zorgen over de persoonlijkheids- en identiteitsontwikkeling van [naam kind] . In de afgelopen periode heeft zij met meerdere jongens seksueel contact gehad en zijn er seksueel getinte foto’s en video’s van haar verschenen op sociale media. [naam kind] vertelt wisselende verhalen en heeft een gesloten houding tegenover hulpverleners, waardoor het niet duidelijk is of de seksuele contacten onder dwang plaatsvinden. Zij lijkt moeite te hebben met het herkennen en uiten van haar emoties en gevoelens. Ook lijkt [naam kind] onvoldoende in staat om haar grenzen aan te geven. Er bestaat een ernstig risico dat [naam kind] in aanraking komt met contacten binnen het loverboycircuit. [naam kind] ziet de ernst van de problematiek niet in.
Hoewel de ouders zeer betrokken zijn bij [naam kind] en meewerken aan de hulpverlening, lijken de ouders over onvoldoende draagkracht te beschikken om het gedrag van [naam kind] positief te beïnvloeden. De problematiek van [naam kind] veroorzaakt stress en spanning binnen het gezin. De kinderrechter is van oordeel dat de inzet van een jeugdbeschermer noodzakelijk is om de ouders te ondersteunen in de opvoeding, zicht te houden op de seksuele ontwikkeling van [naam kind] en de benodigde hulpverlening in te zetten. De komende periode is het van belang dat er helderheid komt over de oorzaak en of achtergrond van de zorgelijke seksuele ontwikkeling van [naam kind] , zodat een passend behandeltraject kan worden geboden.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal [naam kind] daarom onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden. Een kortere duur dan twaalf maanden is niet toereikend om de ernstige ontwikkelingsbedreiging van [naam kind] weg te nemen.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [naam kind] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, gevestigd te Rotterdam, met ingang van 22 september 2020 tot
22 september 2021;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 22 september 2020 door mr. A.J. van Dijk, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok als griffier.
De kinderrechter is buiten staat de schriftelijke uitwerking van deze beschikking te ondertekenen. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is daarom vastgesteld door de kinderrechter en de griffier en ondertekend door de griffier op 6 oktober 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.