ECLI:NL:RBROT:2020:9159
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van onbetaalde tandartsrekeningen met betrekking tot een betalingsregeling
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 11 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Famed B.V. en een gedaagde, die in persoon procedeerde. Famed B.V. vorderde betaling van onbetaalde tandartsrekeningen, die door de gedaagde niet binnen de betalingstermijn van 30 dagen waren voldaan. De hoofdsom van de vordering bedroeg € 729,09, met bijkomende kosten en rente. De gedaagde had weliswaar een betalingsregeling getroffen, maar betwistte de bijkomende kosten en stelde dat hij nooit brieven van Famed had ontvangen, omdat hij recentelijk was verhuisd.
Tijdens de mondelinge behandeling op 29 juli 2020 was de gedaagde niet verschenen, ondanks een deugdelijke oproep. Famed had haar vordering verminderd en de kantonrechter oordeelde dat de gedaagde in verzuim was. De kantonrechter stelde vast dat de gedaagde een schuld had van € 729,09 en dat hij ook € 48,02 aan wettelijke rente verschuldigd was. De vordering tot betaling van buitengerechtelijke kosten werd toegewezen, omdat de gedaagde had verzocht om een betalingsregeling naar aanleiding van een veertiendagenbrief.
De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde de gevorderde hoofdsom niet had betwist en dat de wettelijke rente toewijsbaar was. Uiteindelijk werd de gedaagde veroordeeld om een totaalbedrag van € 766,47 te betalen, vermeerderd met wettelijke rente, en werd hij in de proceskosten veroordeeld. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en het méér of anders gevorderde werd afgewezen.