In deze zaak heeft de kinderrechter op 7 oktober 2020 een machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de minderjarige [naam kind], geboren in 2008. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft het verzoek ingediend, omdat de ouders van [naam kind] zich niet aan de gemaakte afspraken houden, wat leidt tot ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen voor het kind. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders herhaaldelijk op het terrein van het Bergse Bos zijn verschenen, ondanks dat hen dit was verboden. Dit gedrag heeft een negatieve impact op [naam kind], die hierdoor stress ervaart en zorgelijk gedrag vertoont, waaronder zelfbeschadiging en wegloopgedrag.
De kinderrechter heeft de feiten en het procesverloop in overweging genomen, waaronder eerdere uitspraken die het contact tussen de ouders en [naam kind] hebben ontzegd. De kinderrechter oordeelt dat de gesloten plaatsing noodzakelijk is om de veiligheid van [naam kind] te waarborgen en om hem de kans te geven om tot rust te komen en zijn gedrag te verbeteren. De kinderrechter heeft ook opgemerkt dat [naam kind] het belangrijk vindt om op dezelfde groep te worden geplaatst als zijn broer, wat hopelijk een positieve invloed zal hebben op zijn welzijn.
De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is op 12 oktober 2020 vastgesteld. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.