ECLI:NL:RBROT:2020:9268

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 oktober 2020
Publicatiedatum
15 oktober 2020
Zaaknummer
C/10/605227 / JE RK 20-2734
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige in verband met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter op 7 oktober 2020 een machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de minderjarige [naam kind], geboren in 2008. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft het verzoek ingediend, omdat de ouders van [naam kind] zich niet aan de gemaakte afspraken houden, wat leidt tot ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen voor het kind. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders herhaaldelijk op het terrein van het Bergse Bos zijn verschenen, ondanks dat hen dit was verboden. Dit gedrag heeft een negatieve impact op [naam kind], die hierdoor stress ervaart en zorgelijk gedrag vertoont, waaronder zelfbeschadiging en wegloopgedrag.

De kinderrechter heeft de feiten en het procesverloop in overweging genomen, waaronder eerdere uitspraken die het contact tussen de ouders en [naam kind] hebben ontzegd. De kinderrechter oordeelt dat de gesloten plaatsing noodzakelijk is om de veiligheid van [naam kind] te waarborgen en om hem de kans te geven om tot rust te komen en zijn gedrag te verbeteren. De kinderrechter heeft ook opgemerkt dat [naam kind] het belangrijk vindt om op dezelfde groep te worden geplaatst als zijn broer, wat hopelijk een positieve invloed zal hebben op zijn welzijn.

De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is op 12 oktober 2020 vastgesteld. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/605227 / JE RK 20-2734
datum uitspraak: 7 oktober 2020

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind] ,

geboren op [geboortedatum kind] 2008 te [geboorteplaats kind] , hierna te noemen [naam kind] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 1 oktober 2020, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum;
- de verklaring d.d. 1 oktober 2020 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring d.d. 6 oktober 2020 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 7 oktober 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [naam kind] , die eerder op de dag bij het Bergse Bos is gehoord in het bijzijn van mr. V.M. Weski,
- twee vertegenwoordigsters van de GI, [naam vertegenwoordigster 1] en [naam vertegenwoordigster 2] .

De feiten

Bij beschikking van 8 mei 2015 is de moeder ontheven van het ouderlijk gezag over [naam kind] en is de GI tot voogdes over hem benoemd.
[naam kind] verblijft op een open groep van het Bergse Bos.

Het verzoek

De GI heeft een machtiging verzocht om [naam kind] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van twee maanden.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Vanuit de GI is geprobeerd om de ouders te begeleiden en te ondersteunen in de afspraken die met hen zijn gemaakt, maar het lukt de ouders simpelweg niet om zich aan de afspraken te houden. De ouders hebben enkel oog voor wat zij zelf willen en zien daarbij niet welk effect hun gedrag op [naam kind] heeft. De ouders zijn meerdere keren, tegen de afspraken in, op het terrein van het Bergse Bos geweest. Voor [naam kind] is dit te stressvol. De moeder is ook tegen alle afspraken in op de nieuwe school van [naam kind] verschenen. Ook hier weet [naam kind] niet mee om te gaan. Ondanks het feit dat hij het erg naar zijn zin had op deze nieuwe school, is hij vervolgens toch van school weggelopen en daarom geschorst. [naam kind] zit door het gedrag van zijn ouders continu klem. Hij is erg loyaal naar zijn ouders, maar hij weet ook dat het beter is om geen contact met de ouders te hebben. Hij vindt het erg moeilijk om hiermee om te gaan. Dit uit zich bij [naam kind] in zeer zorgelijk gedrag, waaronder wegloopgedrag en zelfbeschadiging. Zijn zelfbeschadiging is voor [naam kind] een manier geworden om met zijn emoties om te gaan. Vanwege zijn zorgelijke gedrag is een gesloten plaatsing noodzakelijk. [naam kind] kan, overeenkomstig zijn wens, op dezelfde groep als zijn broer [naam 1] geplaatst worden bij Schakenbosch. Op Schakenbosch zal de interactie tussen [naam kind] en [naam 1] geobserveerd worden. Momenteel wordt hard gezocht naar een perspectiefbiedende plaats waar [naam kind] en [naam 1] gezamenlijk naartoe kunnen na de geslotenheid. [
Opm. kinderrechter: [naam 1] is zijn zus [naam 2] die heeft aangegeven het fijner te vinden als zij zo benoemd wordt.]

Het standpunt van [naam kind]

Door en namens [naam kind] is geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI. [naam kind] beseft dat zijn onveilige gedrag heeft geleid tot het verzoek tot een gesloten plaatsing. [naam kind] staat achter de overplaatsing naar een gesloten groep van Schakenbosch, aangezien zijn broer [naam 1] , met wie hij een goede band heeft, daar ook verblijft.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
Bij beschikking van 10 september 2020 heeft de kinderrechter de moeder en de vader het recht op contact met [naam kind] ontzegt voor de duur van een jaar, met name omdat de ouders zich niet betrouwbaar opstellen. De ouders komen de afspraken dat zij zonder voorafgaande toestemming van de GI geen contact met [naam kind] hebben, stelselmatig niet na. Zij doen dit toch. Zij verschijnen onder andere op het terrein van het Bergse Bos en hebben ook via social media (Instagram) contact met [naam kind] . Ondanks dat de ouders hier telkens door de GI en Horizon op worden gewezen, blijven zij dit doen. Ook na de uitspraak van 10 september 2020 hebben meerdere incidenten plaatsgevonden waarbij de ouders contact hebben gezocht met [naam kind] . De onbetrouwbaarheid van de ouders heeft een negatief effect op het gedrag en de veiligheid van [naam kind] . [naam kind] zit klem en ervaart hierdoor veel onrust en spanningen. Hij vertoont hierdoor steeds zorgelijker gedrag, waarbij zijn eigen veiligheid meer en meer in gevaar komt. [naam kind] snijdt zichzelf, loopt weg van de groep, is verbaal agressief en heeft woede-uitbarstingen. Dit gedrag maakt dat de veiligheid van [naam kind] en de veiligheid van zijn groepsgenoten en begeleiders op een open groep in het geding komt en een gesloten plaatsing onvermijdelijk is. Het zorgelijke gedrag van [naam kind] heeft ook ten gevolge dat het vinden van een passende perspectiefbiedende plek voor [naam kind] steeds moeilijker wordt. [naam kind] realiseert zich dit ook, maar is niet goed in staat om dit gedrag te veranderen. Op een gesloten groep worden de vrijheden van [naam kind] beperkt waardoor hij in staat gesteld wordt om tot rust te komen en zijn gedrag te verbeteren. Dat [naam kind] op dezelfde groep geplaatst zal worden als zijn broer [naam 1] zal hier hopelijk nog verder positief aan bijdragen.
Gelet op het voorgaande zal de kinderrechter de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor de duur van twee maanden.
Het is onbegrijpelijk dat de ouders hun gedrag blijven goed praten met de redenering dat alle problemen in het leven van [naam kind] ontstaan zijn doordat hij geen contact mag hebben met zijn ouders en dat zij hem wel moeten opzoeken omdat het niet goed met [naam kind] gaat. Ook nu heeft de vader bijvoorbeeld in gesprek met het Bergse Bos weer aangegeven dat hij zich tegen alle afspraken in op Bergse Bos liet zien, omdat hij had gehoord dat [naam kind] zichzelf snijdt en hij wou zien hoe het met hem ging. De ouders zien niet in dat hun gedrag de oorzaak is van de problemen van [naam kind] en dat [naam kind] bij rust het meest gebaat is.
Aan [naam kind] geeft de kinderrechter nog het volgende mee. Momenteel doet de GI - dat zijn onder andere [naam 3] en [naam 4] - enorm haar best om voor [naam kind] en [naam 1] een plek te vinden waar zij samen naar toe kunnen na de geslotenheid. Hoe slechter [naam kind] zich gedraagt, hoe moeilijker dit is. [naam kind] heeft al veel meegemaakt in zijn leven. Dat hij hierdoor verdriet en boosheid ervaart is begrijpelijk. [naam kind] zal een manier moeten vinden om met deze nare gevoelens om te kunnen gaan. Zelfbeschadiging – dat betekent het snijden van jezelf of jezelf op een andere manier pijn doen – is absoluut niet de oplossing, integendeel. De kinderrechter begrijpt dat dat veel makkelijker gezegd dan gedaan is, maar hij hoopt dat het [naam kind] toch zal lukken. [naam kind] is een slimme jongen met veel gevoel en humor en de kinderrechter wenst hem toe dat hij vrij is van pijn. Het wordt dan ook makkelijker om een plek te vinden waar [naam kind] hopelijk samen met [naam 1] naartoe kan. Hoe eerder er een passende plek is gevonden, hoe eerder de gesloten plaatsing kan worden beëindigd.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 7 oktober 2020 tot 7 december 2020 betreffende de minderjarige [naam kind] .
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 7 oktober 2020 door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 12 oktober 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.