Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het tussenvonnis in het incident van 13 mei 2020 (hierna: het tussenvonnis van 13 mei 2020);
- de akte uitlating in het bevoegdheidsincident van Diva Medya van 10 juni 2020, met productie 20;
- de akte inbrengen nadere stukken van Local Insert en MBPA van 10 juni 2020, met producties 49-50;
- de akte uitlating in het bevoegdheidsincident van Diva Medya van 24 juni 2020;
- de akte uitlaten in het bevoegdheidsincident van Local Insert en MBPA van 22 juli 2020;
- de akte uitlating in het bevoegdheidsincident van Diva Medya van 19 augustus 2020.
2..De verdere beoordeling in het incident
Basirköy 5th Commercial Courten van het daarop gevolgde hoger beroep bij de
Istanbul Regional Court of Appeal(en mogelijk ook van de daarop gevolgde cassatieprocedure) niet hetzelfde is als het onderwerp van de Europese Vorderingen van Local Insert en MBPA in de zin van artikel 12 Rv.
Basirköy 5th Commercial Courten de Europese Vorderingen van Local Insert en MBPA hetzelfde onderwerp hebben in de zin van artikel 12 Rv.
Parl. Gesch. Herz. Rv, p. 119). Dat betekent dat de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (voorheen het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen) (hierna: het Hof van Justitie of HvJ) over deze bepalingen van belang kan zijn voor de uitleg van art. 12 Rv. Met de litispendentieregelingen van artikel 29 Brussel Ibis-Vo en artikel 27 EVEX II evenals met de litispendentieregeling van artikel 12 Rv is beoogd te voorkomen (onder meer) dat er (gelijktijdig) in verschillende landen met elkaar tegenstrijdige uitspraken worden gedaan.
NJ1989/420 (
Gubisch/Palumbo).
NJ1995/659 (
Tatry/Maciej Rataj) en HvJ 19 oktober 2017, ECLI:EU:C:2017:771 (
Merck/Merck).
Gazprombank/Bensadon), ECLI:NL:HR:2014:2838,
NJ2015/478. In dat arrest zijn de huidige vereisten geformuleerd voor erkenning van een buitenlandse beslissing in de zin van artikel 431 lid 2 Rv. Een van die vereisten luidt: ‘dat de buitenlandse beslissing niet onverenigbaar is met een tussen dezelfde partijen dezelfde partijen gegeven beslissing van de Nederlandse rechter, dan wel met een eerdere beslissing van een buitenlandse rechter die tussen dezelfde partijen is gegeven in een geschil dat
hetzelfde onderwerp betreft en op dezelfde oorzaak[
curs.; Rechtbank] berust, mits die eerdere beslissing voor erkenning in Nederland vatbaar is.’ Uit artikel 12 Rv volgt dat ook in het geval van een buitenlandse procedure die leidt tot een beslissing die niet voor tenuitvoerlegging in Nederland vatbaar is toch sprake kan zijn van litispendentie met als gevolg onbevoegdheid van de aangezochte Nederlandse rechter, indien die uitspraak in Nederland erkend kan worden in de zin van artikel 431 lid 2 Rv. Daarom hecht de rechtbank in dit verband belang aan het gegeven dat de Hoge Raad in het
Gazprobank/Bensadon-arrest bij de behandeling van de vereisten voor erkenning van een buitenlandse beslissing in de zin van artikel 431 lid 2 Rv de vereisten van ‘hetzelfde onderwerp’ en ‘dezelfde oorzaak’ als verschillende vereisten beschouwt.
NJ2006/349 (
Gantner/Basch)).
Basirköy 5th Commercial Courtals de onderhavige procedure op het punt van de Europese vorderingen betreft een geschil van contractenrechtelijke aard. In de procedure voor de
Basirköy 5th Commercial Courttreedt Diva Medya als eiseres op en MBPA als gedaagde. In de onderhavige procedure zijn de rollen omgedraaid: MBPA is – samen met Local Insert – de eisende partij, terwijl Diva Medya gedaagde is.
Basirköy 5th Commercial Courtdoor Diva Medya is gevorderd “dat haar opzegging van de overeenkomst met MBPA rechtsgeldig was vanwege tekortschieten van MBPA in die overeenkomst” (randnr. 9 van de hierboven onder 1.1 genoemde akte van 10 juni 2020), dan is hier sprake van spiegelbeeldige vorderingen waarbij dezelfde rechtsvraag centraal staat, namelijk of Diva Medya wegens toerekenbare tekortkoming van (Local Insert en) MBPA gerechtigd was de overeenkomst op te zeggen. In dat geval is zeker voldaan aan het vereiste dat de vorderingen in beide procedures ‘hetzelfde onderwerp’ hebben, dat wil zeggen: hetzelfde doel (zie r.o. 2.4 hierboven). Zie HvJ EG 8 december 1987, 144/86,
Jur.1987, p. 4861;
NJ1989/420 (
Gubisch/Palumbo).
Basirköy 5th Commercial Courtvan 10 mei 2017 en een beëdigde Engelse vertaling daarvan en (b) een Engelse vertaling van het proces-verbaal van de op 1 april 2015 in die zaak gehouden zitting. Zie r.o. 2.3 van het tussenvonnis van 13 mei 2020.
Basirköy 5th Commercial Court, dat in de Engelse vertaling aanvangt met de zinsnede “HELD: On the grounds of the above explained reasoning” en vervolgens is onderverdeeld in zestien nummers, geen beslissing inhoudt, bijvoorbeeld in de vorm van een verklaring voor recht, dat de opzegging van de overeenkomst door Diva Medya rechtsgeldig was. Diva Medya is niettemin van mening dat zij in de Turkse procedure wél een beslissing heeft gevorderd dat de overeenkomst met MBPA op 8 november 2013 rechtsgeldig is beëindigd. In haar hierboven onder 1.1 genoemde akte van 10 juni 2020 onderbouwt Diva Medya dit standpunt op drie manieren. Allereerst wijst zij op een Turks processtuk van haar dat zij in het Nederlands “memorie van eis” noemt, namelijk het processtuk waarin de vordering en de grond van die vordering door de eiser uiteen moeten worden gezet. Een exemplaar van deze memorie van eis van Diva Medya, die dateert van 31 mei 2013, alsmede een Engelse vertaling hiervan zijn door Diva Medya bij genoemde akte als producties 19 respectievelijk 20 in het geding gebracht. Verder wijst Diva Medya in genoemde akte op – samengevat – een overweging in genoemd vonnis van 10 mei 2017 van
Basirköy 5th Commercial Courtwaaruit zou moeten volgen dat Diva Medya inderdaad genoemde verklaring voor recht heeft gevorderd in die Turkse procedure. Ten slotte wijst Diva Medya ook nog op een rapport van 17 maart 2017 van een deskundigenpanel dat door de
Basirköy 5th Commercial Courtis ingeschakeld om haar te adviseren over de zaak.
TO BAKIRKÖY COMMERCIAL COURT OF FIRST INSTANCE ON DUTY
Basirköy 5th Commercial Courteen beslissing heeft gevorderd over de rechtsgeldigheid van de opzegging door haar van de overeenkomst bij brief van 8 november 2013.
Basirköy 5th Commercial Courtwaar Diva Medya op wijst zijn de volgende:
In the petition submitted by the claimant attorney in respect of the joint Bakirköy 4th
Basirköy 5th Commercial Court, waarvan zij de tekst in bovengenoemde Engelse vertaling citeren. Local Insert en MBPA betwisten dus niet bovengenoemde, nader onderbouwde, stelling van Diva Medya dat zij in haar memorie van eis een beslissing heeft gevorderd over de rechtsgeldigheid van de opzegging van de overeenkomst door Diva Medya. Deze stelling is dan ook komen vast te staan.
Basirköy 5th Commercial Courtingeschakelde deskundigenpanel, dat door Diva Medya (in de vorm van een Engelse vertaling) reeds voorafgaande aan het tussenvonnis van 13 mei 2020 als productie 19 in het geding was gebracht, wijst Diva Medya op de volgende passage uit (de Engelse vertaling van) dit rapport:
Basirköy 5th Commercial Courtwordt op de volgende wijze ingegaan op dit deskundigenrapport:
Basirköy 5th Commercial Court.
Basirköy 5th Commercial Court‘hetzelfde onderwerp’ hebben in de zin van artikel 12 Rv als de Europese vorderingen in de onderhavige procedure. Ook is voldaan aan het vereiste van ‘dezelfde oorzaak’, omdat Local Insert en MBPA niet betwisten dat de vorderingen gegrond zijn op hetzelfde feitencomplex en op dezelfde rechtsregels. Voldaan is derhalve aan alle vereisten die deel uitmaken van de eerste volzin van artikel 12 Rv.
Istanbul Regional Court of Appealis vernietigd. In dit arrest van het Turkse Hof van Cassatie is geoordeeld dat door de
Istanbul Regional Court of Appealten onrechte de beslissing van de rechtbank in eerste aanleg is bekrachtigd betreffende de verwerping van de hierboven bedoelde exceptie van onbevoegdheid.
Basirköy 5th Commercial Courtonherroepelijk vaststaat. Local Insert en MBPA zijn de meest gerede partij om de rechtbank hierover bij akte te berichten.